Heupafwijkingen bij jonge kinderen

De meest voorkomende heupafwijkingen bij jonge kinderen zijn heupdysplasie en heupluxatie. Een normaal heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. De kop draait in de kom als een kogel. Om goed te kunnen functioneren, staat de kop midden in de kom en is de kom mooi diep. Als de kop goed tegen de kom aandrukt, wordt er een mooie diepe kom gevormd.

Bij een heupdysplasie is de kom ondiep waardoor de kop onvoldoende overkapt wordt. Hierdoor drukt de kop niet goed tegen de kom, waardoor de kom niet op de juiste manier groeit. Wanneer er niets gebeurt, ontstaat een ondiepe, niet goed passende heupkom, die een vervroegde en vergrote kans op heupslijtage geeft op latere leeftijd.

Uit de kom

Als de heupkop uit de kom schiet, spreken we van een heupluxatie. Bij een heupluxatie is niet alleen de kom vlak, maar is ook de kop uit de kom gewipt. Meestal staat de kop boven en achter de kom. Bij een heupluxatie is er ook altijd een heupdysplasie.

Behandeling

Bij een heupdysplasie krijgt uw kind op de polikliniek een spreidbroekje (Pavlikbandage) aan. Dit is een flexibel tuigje en dus geen gipsbroek. Het spreidbroekje zorgt ervoor dat de beentjes letterlijk gespreid blijven. Door deze stand wordt het kommetje gestimuleerd om een goede holling te ontwikkelen.

Bij een heupluxatie, als de kop van de heup uit de kom staat, proberen we eerst het kopje terug in de kom te krijgen. Dit gebeurt ook door het dragen van een spreidbroekje. Het is de bedoeling dat de heup door de spreidbroek binnen enkele weken weer in de kom komt te staan. Als de kop weer in de kom staat, verloopt de spreidbehandeling verder ook zoals bij heupdysplasie.

In uitzonderlijke gevallen lukt het niet om het heupkopje in de kom te plaatsen. Dan is een operatie nodig. Tijdens deze operatie maakt de orthopedisch chirurg een beter passend kommetje in het bekken. Na deze operatie is een nabehandeling nodig met een gipsbroek voor 3 maanden.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden