Omgang met uw baby (Folder)
5623 EJ Eindhoven
040 - 239 91 11
Omgang met uw baby (Folder)
Uw baby mag met u mee naar huis. Dit is een vreugdevolle en spannende gebeurtenis. Spannend omdat u nu zelf de zorg voor uw kindje op u gaat nemen. Het is normaal dat u zich af en toe onzeker voelt over deze zorg. In deze folder helpen wij op weg met adviezen over de dagelijks omgang met uw baby.
Slapen
Uw baby slaapt thuis het veiligst op de rug. Slapen in zij- of buikligging verhoogt de kans op wiegendood. Het is wel belangrijk om het hoofdje afwisselend naar links en rechts te leggen. U kunt een knuffeltje (bevestigd aan het bed!) gebruiken om te onthouden naar welke kant uw baby keek.
Als het hoofdje steeds naar één kant draait, probeer dit dan tijdens de slaap naar de andere kant te draaien. Sommige kinderen zijn erg op licht gericht. Als uw kindje daardoor steeds naar één kant draait, leg de baby dan andersom in bed, of zet het bedje andersom neer.
Omdraaien
Draaien van de rechter- naar de linkerzij doe u via het bekken. Met de duim aan de voorkant en uw vingers op de billetjes draait uw kind langzaam naar de andere kant. U zult dan zien dat het hoofdje vanzelf meedraait. De beweging tijdens het draaien bereidt de baby voor op het rollen, wat hij straks zelf gaat doen.
Luier wisselen
Bij het wisselen van de luier is het belangrijk dat u de baby niet steeds aan de beentjes of voetjes omhoogtrekt. Het is beter voor de heupen om de baby bij de billetjes omhoog te brengen.
Aan- en uitkleden
Probeer uw kindje steeds aan en uit te kleden met behulp van draaien. Het omdraaien is de eerste ontwikkelingsstap in de grote motoriek. Het is belangrijk dat uw baby dit regelmatig ervaart.
Oppakken
Het is belangrijk om het hoofdje van uw kind goed te ondersteunen bij het opnemen. Zeker bij het oppakken in rugligging is het van belang om een hand onder het hoofdje te houden. De andere hand houdt u dan onder de billetjes. Zo wordt de baby in een ‘ronde’ houding opgetild, wat ontspannend werkt.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken.
U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen. In buikligging kan uw baby ook gedragen worden.
Dragen
Wissel de manier van dragen regelmatig af. Op de linker- of de rechterarm, met de rug tegen de borst of met de buik op uw onderarm. Wanneer u de buikdrager gebruikt, zorg dan dat het hoofdje afwisselend naar links en naar rechts kijkt. Let erop dat u het hoofdje goed steunt wanneer u voorover buigt.
Spelen
Omdat uw kindje op de rug slaapt, is het belangrijk voor de motorische ontwikkeling om regelmatig buikligging aan te bieden.
Laat uw kindje minstens drie keer per dag even op de buik spelen. In de eerste weken beginnen met een paar minuten en geleidelijk opbouwen naar een uur per dag op de leeftijd van drie maanden. Zorg dat de armpjes naar voren gericht zijn, dan kan hij beter het hoofd optillen en naar beide kanten kijken. Als uw kindje dat moeilijk vindt, kunt u ondersteunen door met uw hand licht op de billetjes te drukken.
Zorg wel voor voldoende toezicht.
Het is belangrijk dat het liggen op de buik door de baby als leuk ervaren wordt. U draait uw kindje terug vóórdat hij begint te huilen. Vindt hij het liggen op de buik niet prettig, begin dan met de baby tegen u aan te houden, zodat hij went aan wat druk op de buik. Spelen op papa’s of mama’s buik is ook vaak plezierig en geeft goed contact.
Ook tijdens het wandelen in de kinderwagen kan uw kindje op de buik liggen.
Spraak- en taal ontwikkeling
Door te spelen met uw kindje ontstaat er een wisselwerking met het kind. U praat tegen het kind en gebruikt mimiek. Hierdoor wordt hij alert op geluid en kan reageren door te lachen en/of geluidjes te maken. In het begin zijn dit gilletjes en kirgeluidjes, later wordt het meer brabbelen. Zo kunt u al hele gesprekjes voeren met uw baby.
De box
De box is een prima en veilige speelplaats voor uw baby, tot hij gaat omrollen.
Stimuleer uw kindje naar beide kanten te bewegen. Bij het ontstaan van een voorkeurshouding kunt u één kant aantrekkelijker maken. Kinderen tot drie maanden hebben graag iets boven zich om naar te kijken. Dit speelgoed moet zich tussen hoofd en navel bevinden, zodat het hoofdje recht gehouden wordt als hij ernaar kijkt. In de box kunt u rug-, zij-, en buikligging afwisselen. Vanaf een maand of drie wordt het speelgoed wat rondom de baby in de box ligt interessant. De baby leert dat hij iets kan pakken en brengt alles graag naar de mond.
Wanneer een baby gaat omrollen, wordt de box al snel te klein.
Een stevig kleed of de vloerbedekking is dan ideaal om de wereld te gaan verkennen. De box kan nog wel uit veiligheidsoogpunt gebruikt worden.
Eten
De eerste drie maanden krijgt de baby de borst of drinkt het uit de fles. Hierbij is rust en regelmaat belangrijk. Zorg voor een fijne houding, zowel voor ouder als kind. Denk daarbij aan een wat rondere houding, waarbij schouder en halsje in één lijn zijn. De mondspieren worden sterker en de mondbewegingen gevarieerder.
Rond de vier maanden is dan ook meestal het moment om te starten met lepelvoeding. Als er een duidelijke afhapbeweging mogelijk is, kan er gestart worden met drinken uit een open beker. Door het verwerken van grover voedsel of stukjes in de voeding moet de tong van links naar rechts kunnen en gaan malen. Dit wordt gestimuleerd door stukjes brood afwisselend links en rechts in de wangzak aan te bieden. Zo wordt het sabbelen en daardoor doorslikken van te grote brokken voorkomen. Eten moet gezellig, lekker en leuk zijn, dus forceer niet.
Maxi-cosi
Een maxi-cosi of een soort gelijk stoeltje is het meest veilige middel om uw kindje te vervoeren in de auto. Wanneer uw kindje erg klein is, gebruik dan een stoelverkleiner zodat het hoofdje gesteund wordt. Langdurig in een autostoeltje zitten wordt afgeraden; deze stoeltjes geven weinig bewegingsvrijheid en belasten de wervelkolom en heupen.
Voorkeurshouding
Wanneer uw kindje onverhoopt toch een voorkeurshouding ontwikkelt, ga dan naar een deskundige kinderfysiotherapeut.
Belangrijk
Voer alle bewegingen rustig uit, zodat uw baby de kans krijgt zich aan de situatie aan te passen. Het evenwichtsorgaan van jonge kinderen is nog niet zo goed ontwikkeld, zij hebben meer tijd nodig om zich aan te passen
Vragen
Heeft u vragen over de adviezen die in deze folder gegeven worden, dan kunt u bellen met de afdeling Fysiotherapie.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Afdeling Fysiotherapie
040 – 239 84 20
Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Fysiotherapie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/fysiotherapie