Niet scherp zien door een refractieafwijking (Folder)

Oogheelkunde
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Niet scherp zien door een refractieafwijking (Folder)

In deze folder staan de verschillende mogelijkheden om een refractieafwijking te behandelen kort beschreven. Uw oogarts kan u hierover verder informeren. Het is goed om u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Bij het normale oog zorgen het hoornvlies en de lens in uw oog ervoor, dat bij zien in de verte op het netvlies een helder beeld ontstaat. Scherp stellen voor dichtbij gebeurt door het instellen van de ooglens. U kunt dit vergelijken met een fotocamera: door de fotolens te verstellen zorgt u ervoor dat de binnenvallende stralen zo door de lens worden gebroken, dat ze precies op de film samenkomen. Uw foto wordt dan scherp.

Wanneer de sterkte van hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het in de verte kijken niet precies samen op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte of zwakte maar van een zogeheten refractieafwijking.

Bijziendheid

Wanneer het hoornvlies te bol is of het oog te lang, dan worden de binnenvallende stralen te veel gebroken. Ze vallen dan samen op een punt dat vóór het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld; men spreekt dan van bijziendheid.

Verziendheid

Is het hoornvlies te vlak of het oog te kort, dan vindt afbeelding van het voorwerp plaats achter het netvlies. Ook dan is het beeld niet scherp. Dit heet verziendheid.

Astigmatisme

Eveneens is het mogelijk dat het hoornvlies niet precies bolvormig is, waardoor de breking in de ene richting anders is dan in de andere richting, ook dit levert een onscherp beeld op. Deze afwijking heet astigmatisme.

De leesbril

Bij het ouder worden vermindert het vermogen om dichtbij scherp te stellen. Ongeveer vanaf het veertigste levensjaar begint dit verschijnsel op te treden.

De meeste mensen die tot dan toe geen bril nodig hadden, zullen nu behoefte krijgen aan een leesbril.

Wil men bij een brekings- of refractieafwijking het beeld toch scherp op het netvlies krijgen, dan heeft men een correctie nodig. De eenvoudigste manier is een bril. Om bijziendheid te verhelpen voorziet men de bril van negatieve glazen; bij verziendheid krijgt men positieve glazen. De bril om astigmatisme te verhelpen heeft cylindrische glazen. Brillen voor dichtbij en veraf tegelijk zijn verkrijgbaar met een zichtbaar, maar ook met een onzichtbaar leesstukje: de varilux/multifocale bril, waarbij men niet ziet dat er een leesdeel inzit.

Contactlenzen

Een tweede mogelijkheid om beter te zien zijn contactlenzen. In principe zijn er twee soorten contactlenzen:

  • vormvaste lenzen, dit zijn kleine lenzen met een doorsnede variërend van 8.00 tot 10.3 mm;
  • zachte lenzen, deze lenzen zijn wat groter: 14 tot 15 mm. Ze zijn zacht omdat ze vocht opnemen. Dit verhoogt het draagcomfort; nadeel is dat er een verhoogd risico op infectie bestaat. Schoonmaken is dus erg belangrijk. Allerlei speciale uitvoeringen zijn mogelijk.

Voor meer informatie over contactlenzen kunt u terecht bij de contactlensafdeling van het Catharina Ziekenhuis of bij een contactlensspecialist ergens anders.

Operatie

Als derde mogelijkheid noemen we een operatie. Tot voor kort werden hierbij sneetjes in het hoornvlies gemaakt waardoor de vorm ervan verandert. Met de komst van een speciale laser, de zogeheten Excimer, is het mogelijk om een laagje van het hoornvlies af te slijpen. Hiervoor wordt meestal één van de volgende methodes gebruikt: de Lasik- of de Lasekmethode. Deze methodes zijn niet voor iedereen geschikt en brengen de nodige kosten met zich mee die u niet vergoed krijgt door uw zorgverzekeraar.

Indien u hier meer over wilt weten, kunt u zich wenden tot uw oogarts. Ook kunt u informatie vinden op de website: www.lasikcentrum.nl

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Oogheelkunde
040 – 239 72 00

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Oogheelkunde kunt u vinden op www.catharinaziekenhuis.nl/oogheelkunde


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden