Inwendige bestraling bij baarmoederhalskanker (Folder)

Catharina Kanker Instituut Radiotherapie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Inwendige bestraling bij baarmoederhalskanker (Folder)

U gaat behandeld worden voor baarmoederhalskanker. Uw arts (radiotherapeut) heeft u uitleg gegeven over de inwendige bestraling die u meestal vier keer krijgt. Het doel van deze behandeling is de overgebleven kankercellen in de baarmoeder en/of baarmoederhals dood te maken. In deze folder kunt u nalezen hoe deze behandeling verloopt.Deze behandeling is maatwerk. Uw behandeling kan daarom anders verlopen dan hieronder is beschreven. 

Wat is brachytherapie bij baarmoederhalskanker?

Brachytherapie is inwendige bestraling. Een radioactieve bron wordt via de schede (vagina) in de baarmoeder gebracht. Er kan een hoge dosis straling gegeven worden op het gebied waar de tumor zit. Het weefsel eromheen krijgt veel minder dosis en wordt daardoor gespaard. U wordt twee dagen na elkaar bestraald en een week later weer twee dagen na elkaar. U wordt iedere week twee nachten opgenomen.

Wat gebeurt er voordat u de eerste inwendige behandeling krijgt?

  • U krijgt uitleg van de radiotherapeut en van een brachylaborant over hoe de behandeling zal verlopen. U krijgt een afspraak mee voor een MRI scan.
  • U gaat langs bij de polikliniek Pre-operatieve screening. Uw behandeling wordt onder verdoving gedaan. U bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek heeft u een gesprek met de anesthesioloog. Samen kijkt u of de behandeling voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.
    Tijdens dit gesprek komt een aantal onderwerpen aan bod:

    • Soort verdoving (anesthesie) en pijnstilling. Dit kan narcose zijn, waarbij u  in een diepe slaap gebracht wordt en niets merkt van de behandeling. Het kan ook een ruggenprik zijn waarbij alleen de onderste helft van uw lichaam verdoofd wordt.
    • Punten waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de behandeling.
    • Afspraken over hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Bespreek het gebruik van bloedverdunners, orale anticonceptie en hormonale medicijnen ook altijd met uw behandelend radiotherapeut.
    • Medicijngebruik. Neem een actueel medicijnoverzicht of medicijnpaspoort mee.
  • MRI scan. Op deze scan bekijkt uw radiotherapeut hoe de baarmoeder precies ligt en hoe we willen bestralen. Deze MRI scan wordt enkele dagen voor de behandeling gemaakt.

Meer informatie over preoperatieve  screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie’.

Wat gebeurt er op de opnamedag?

  • 14.30 uur: bloed prikken; u laat bij het laboratorium bloed prikken.
  • 15.00 uur: u meldt zich op Verpleegafdeling MDO (Multidisciplinaire Oncologie) voor de opname.
  • 24.00 uur: nuchter; u eet of drinkt niets meer vanaf middernacht.

Wat gebeurt er op dag 1 (of dag 3)?

Voorbereiding

U trekt vlak voor de behandeling uw ondergoed uit en doet een operatiejasje aan. Een verpleegkundige brengt u in bed naar de voorbereidingsruimtes van de operatiekamer.

Verdoving

Er wordt bij u een infuus geplaatst in een ader van uw arm of hand. Door het infuus kunnen vocht en medicijnen worden toegediend.

De anesthesioloog brengt u onder narcose of brengt een slangetje aan in uw rug voor de ruggenprik. Hierdoor wordt verdoving toegediend, zodat u niets van de behandeling voelt. Voordat het slangetje in uw rug geplaatst wordt, wordt uw huid verdoofd. Hierdoor voelt u bijna niets van de ruggenprik. Door de ruggenprik wordt het onderste deel van uw lichaam tijdelijk gevoelloos.

Inbrengen van de blaaskatheter en bestralingskatheters

Uw benen worden in beensteunen gelegd. De radiotherapeut begint met het inbrengen van een slangetje (katheter) in uw blaas. Dit zorgt ervoor dat uw blaas niet te vol raakt tijdens de behandeling.

De radiotherapeut maakt met een metalen staafje uw baarmoedermond voorzichtig open. Er wordt één hol buisje (katheter) in uw baarmoeder geplaatst en er worden twee buisjes in de schede (vagina) geplaatst. Deze buisjes samen noemen we de bestralingsapplicator. De radiotherapeut maakt deze buisjes vast met gaas en speciale tape en deze blijven zitten tot na de twee bestralingen.

De brachylaboranten brengen u naar de verkoeverkamer. Daar blijft u tot u naar de MRI kan.

MRI

De brachylaboranten brengen u naar de MRI. Tijdens de MRI is de pomp met pijnstilling tijdelijk afgesloten. Dit heeft geen invloed op de pijn.

Verpleegafdeling

U wordt na de MRI naar de verpleegafdeling gebracht. U blijft plat in bed liggen. U mag een lichte lunch of broodmaaltijd gebruiken.

Bestralingsplan

In de tijd dat u op de verpleegafdeling ligt, bekijkt uw radiotherapeut de MRI. Hij/zij beslist heel precies op welke plaats u bestraald gaat worden. De brachylaboranten en de klinisch fysicus maken samen een bestralingsplan op de computer. Dit duurt enkele uren.

De bestraling

Als het bestralingsplan af is, halen de brachylaboranten u op. Zij brengen u naar de afdeling Radiotherapie. De bestralingskatheters worden aangesloten op het bestralingsapparaat. Dit gebeurt via speciale slangetjes. U ligt tijdens de bestraling alleen in de bestralingsruimte. Via camera’s in de bestralingsruimte wordt u in de gaten gehouden. U kan communiceren met uw arts of de brachylaboranten via een intercom. U voelt niets van de bestraling. De bestraling duurt 5-20 minuten.

De bestraling gebeurt met een afterloader. In dit apparaat zit een radioactieve bron. Deze bron wordt door de bestralingskatheters naar de juiste bestralingsplaats gestuurd. Het apparaat wordt van buitenaf bediend. Het apparaat schakelt zichzelf vanzelf uit als het hele bestralingsplan is uitgevoerd. De bron gaat vanzelf terug in het apparaat en de radioactieve straling is verdwenen.

U bent zelf niet radioactief na de behandeling. Ook uw urine en ontlasting zijn niet besmet. Er zijn geen speciale maatregelen nodig. De bestralingskatheters blijven zitten na de bestraling.

De verpleegafdeling

De brachylaboranten brengen u na de bestraling terug naar de verpleegafdeling. U blijft plat op uw rug in bed liggen. Dit is nodig omdat de bestralingskatheters nog in uw lichaam zitten. U mag een lichte avondmaaltijd gebruiken.

Wat gebeurt er op dag 2 (of dag 4)?

In de ochtend mag u een licht ontbijt gebruiken. De brachylaboranten brengen u naar de MRI.

MRI

Tijdens de MRI is de pomp met pijnstilling tijdelijk afgesloten. Dit heeft geen invloed op de pijn. De brachylaboranten brengen u na de MRI terug naar de verpleegafdeling.

Het bestralingsplan

Het bestralingsplan wordt gecontroleerd met de nieuwe MRI. Als het nodig is, wordt het plan aangepast.

De bestraling

De brachylaboranten brengen u naar de afdeling Radiotherapie. U wordt opnieuw bestraald. Uw radiotherapeut verwijdert de bestralingskatheters. De pijnstillingspomp wordt uitgezet. De brachylaboranten brengen u terug naar de verpleegafdeling.

De verpleegafdeling

De verpleegkundige koppelt de pijnstillingspomp af en ze verwijdert uw infuus. Als het gevoel in uw benen terug is, verwijdert de verpleegkundige de urinekatheter. Ook controleert de verpleegkundige uw hartslag, bloeddruk en temperatuur. U mag naar huis als u zelfstandig heeft geplast.

Wij raden u aan met familie of met een taxi naar huis te gaan, dus niet alleen.

Bijwerkingen

Na de behandeling heeft u geen pijn. U kunt gedurende één of twee dagen last hebben van wat bloed- of vochtverlies via de schede (vagina). Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid. Soms lijkt het, gedurende enkele dagen, op een flinke ongesteldheid. Ook kunt u last hebben van branderigheid bij het plassen.

Een enkele keer krijgt een patiënt koorts na de behandeling. Zo nodig wordt hiervoor een antibioticum voorgeschreven.

Wanneer neemt u direct contact op?

Treden pas na thuiskomst bijwerkingen zoals veel bloedverlies of koorts op? Neem dan tijdens kantooruren contact op met de afdeling Radiotherapie. Buiten kantooruren neemt u contact op het de dienstdoende radiotherapeut via het algemene nummer van het Catharina Ziekenhuis.

Nazorg

Eén van de brachylaboranten belt u enkele dagen nadat u klaar bent met de bestraling. Zij bespreekt dan samen met u hoe u de behandeling heeft ervaren. Als u nog vragen heeft of bijwerkingen van de behandeling kunt u deze bespreken.

Controle afspraak

Zes weken na de behandeling heeft u een controle afspraak bij uw radiotherapeut.

Verhinderd

Als u om dringende redenen uw afspraak niet kunt nakomen, geef dit dan zo snel mogelijk door aan de afdeling Radiotherapie. Wij vragen u vriendelijk om dit alleen op werkdagen en tijdens kantooruren aan ons door te geven.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, aarzel dan niet om deze met uw radiotherapeut te bespreken.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Afdeling Radiotherapie
040 – 239 64 00

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Radiotherapie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/radiotherapie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden