Zelfkatheterisatie (Folder)

Urologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Zelfkatheterisatie (Folder)

Zelfkatheterisatie is het zelf leeg maken van de blaas met een katheter. Zelfkatheterisatie wordt toegepast als u uw blaas niet meer spontaan kunt legen (retentie*) of niet meer volledig kunt legen (residu*). Hierdoor blijft er teveel urine in uw blaas waardoor u vaak kleine beetjes moet plassen en/of heftige aandrang heeft. Deze folder is bestemd voor mensen die zichzelf gaan katheteriseren.

Zelfkatheterisatie is een regelmatig terugkerende handeling die de nodige oefening vereist. Deze handeling is door bijna iedereen aan te leren, met de nodige begeleiding en aanpassing. Het is belangrijk dat u deze handeling leert in te passen in uw dagelijkse leven, zodat u kunt blijven genieten van uw dagelijkse bezigheden en vrije tijd zowel binnen- als buitenshuis.

In deze folder wordt beschreven wat zelfkatheterisatie is en wat het voor u in de dagelijkse praktijk betekent. Ook wordt in het kort de procedure van het aanleren beschreven. De verpleegkundige geeft u hierover aanvullende informatie tijdens een persoonlijk gesprek. De informatie in deze brochure is afkomstig van mensen die zichzelf katheteriseren, ervaringsdeskundigen dus en hulpverleners, en is gebaseerd op veel gestelde vragen.

U kunt uw vragen en opmerkingen in deze folder opschrijven, en deze folder meenemen naar de eerstvolgende afspraak met de verpleegkundige. Ook de verpleegkundige kan aantekeningen in uw boekje maken. Hierdoor bevat dit boekje uiteindelijk die informatie die voor u persoonlijk van belang is. Neem het daarom telkens mee als u een afspraak heeft met de uroloog of verpleegkundige van de afdeling Urologie. Uitleg over de begrippen waar een sterretje achter staat vindt u op pagina 17.

Achter in dit boekje is ruimte waar u en de verpleegkundige aantekeningen kunnen maken die voor u persoonlijk belangrijk zijn. Ook kunt u hier vragen noteren ter voorbereiding van uw volgende bezoek.

Wat is zelfkatheterisatie?

Katheterisatie is het leeg maken van de blaas met een katheter. Als u het zelf doet, noemen we dit ‘zelfkatheterisatie’. Een katheter is een dun plastic slangetje, dat speciaal voor dit doel is gemaakt. Er zijn veel verschillende soorten katheters. U maakt samen met een verpleegkundige een keuze voor een katheter, die bij uw lichaam, ziektebeeld en levensstijl past. Deze verpleegkundige leert u ook de techniek van het zelf katheteriseren aan. Zelfkatheteriseren wordt ook wel Clean Intermittent self Catheterisation ( CIC*) genoemd.

Zelfdilatatie

Wanneer u last hebt van regelmatig terugkerende vernauwingen in de plasbuis door littekenweefsel, kunt dit voorkomen door zelfdilatatietoe te passen (dilatatie betekent verwijding). Zelfdilatatie is eigenlijk dezelfde handeling als zelfkatheterisatie, alleen gebruikt u een iets dikkere katheter. Zelfdilatatie kan tijdelijk of blijvend zijn. Als het zelfdilateren blijvend is, moet u dit over het algemeen minimaal 1 à 2 keer per week toepassen. Omdat de instructie, begeleiding en nazorg hetzelfde is, ontvangt u dit boekje ook als u moet leren zelfdilateren.

Wie moeten zelfkatheteriseren?

Per jaar passen ongeveer 11.000 mensen zelfkatheterisatie toe. Zelfkatheterisatie komt voor op alle leeftijden. Sommigen moeten dit tijdelijk doen en anderen de rest van hun leven. Dit zijn ongeveer evenveel vrouwen als mannen.

Veel MS-patiënten*, patiënten met Spina Bifida* en dwarslaesiepatiënten* hebben zodanige problemen met het legen van hun blaas dat zij tot zelfkatheterisatie moeten overgaan. Qua leeftijd zit 8% tussen de 0-25 jaar, 18% tussen de 25 en 45 jaar, 30% tussen de 45 en 65 jaar, 44% is ouder dan 65 jaar.

Bijna iedereen kan zelfkatheterisatie leren. In de praktijk kan het moeilijker zijn voor mensen die slecht zien of hun handen minder goed kunnen gebruiken.

Misverstanden
Lichamelijke beperkingen en leeftijd zijn lang niet altijd een belemmering om zelf te leren katheteriseren. Het is niet zo dat door zelfkatheterisatie de blaas lui wordt of dat u incontinent* wordt. Ook is het niet zo dat u uw huis niet meer uit kunt om boodschappen te doen of uit eten te gaan. Ook op vakantie gaan is meestal gewoon mogelijk.

Hoe is het om uzelf te katheteriseren?

Voor velen is het een enorme schok als ze te horen krijgen dat ze zichzelf moeten katheteriseren. Velen zien op tegen het feit dat ze ‘iets in hun lijf moeten steken’. Of men heeft angst voor pijn en mogelijke afhankelijkheid van partner of zorgverlener. Dit kan een angstige gedachte zijn. Veel mensen met een lichamelijke beperking krijgen er weer een handeling bij en zien daar tegenop. Soms schaamt men zich en heeft men moeite erover te praten met vrienden en familieleden. En dan zijn er ook nog de verhalen van familie, vrienden en buren. Wat moet je geloven en wat niet? Het is belangrijk dat u bij uw bezoek aan de verpleegkundige uw twijfels en vragen bespreekt.

De verpleegkundige kan uw vragen beantwoorden en u helpen met het vinden van oplossingen.

Natuurlijk is het zo dat u de handeling moet aanleren en moet leren inplannen in uw dagelijks leven. In het begin kost de handeling wat meer tijd, maar naarmate u meer ervaren wordt, zult u merken dat u uiteindelijk ongeveer net zoveel tijd kwijt met naar het toilet gaan, als voorheen. Soms kan het zelfs sneller gaan.

Met de juiste instructie en begeleiding is zelfkatheteriseren goed uit te voeren en vol te houden, zonder dat u daarvoor veel hoeft te laten. Ook als u wat ouder bent of een lichamelijke beperking heeft.

Redenen waarom zelfkatheterisatie nodig kan zijn

Er zijn meerdere oorzaken waarom iemand niet goed kan uitplassen en daarom zelfkatheterisatie nodig kan zijn. De meest voorkomende staan hieronder genoemd. De verpleegkundige kruist aan wat in uw geval het probleem is en bespreekt dit met u.

  • Incomplete blaaslediging door een te slappe blaasspier;
  • Beschadiging van het ruggenmerg zoals bij neurologische aandoeningen zoals Multipele Sclerose, Spina Bifida (‘open ruggetje’) of een dwarslaesie;
  • Vernauwing van de plasbuis zoals bij littekenweefsel;
  • Beschadiging van de zenuwen die de blaas aansturen, bijvoorbeeld na een buik- of darm-operatie;
  • Aandoening van het zenuwstelsel, zoals neuropathie door diabetes (suikerziekte);
  • Na een operatie vanwege een verzakking of na het plaatsen van een ‘bandje’ vanwege stressincontinentie.

Belangrijk bij het aanleren en volhouden van zelfkatheteriseren is dat u gemotiveerd bent en goed begrijpt wat de voordelen zijn. Goede begeleiding en instructie van een arts, verpleegkundige, continentieverpleegkundige of wijkverpleegkundige zijn hierbij nodig. Verder draagt vervolgbegeleiding vanuit de polikliniek, revalidatiecentrum of thuiszorg bij aan het succes van de behandeling.

Het vervolgtraject is per instelling verschillend en wordt door uw verpleegkundige toegelicht.

Doel van zelfkatheterisatie

Het doel van zelfkatheterisatie is dat uw blaas regelmatig volledig wordt geleegd. Hierdoor kunnen complicaties zoals een blaasontsteking, incontinentie (urineverlies), of in het ergste geval een nierlijden, worden voorkomen.

Bij zelfdilatatie wordt de plasbuis opengehouden, waardoor vernauwingen in de plasbuis worden voorkomen. Bovendien kunt u door zelf te katheteriseren een zo onafhankelijk mogelijk en normaal leven leiden, ondanks uw blaasproblemen.

Uitleg urinewegen

Om goed te begrijpen waarom u moet gaan katheteriseren, is het belangrijk dat u weet hoe de blaas en de rest van het urinewegstelsel werkt. Het urinewegstelsel bestaat uit twee nieren, de urineleiders, de blaas en de plasbuis. De nieren zorgen ervoor dat het overtollige vocht en de in het bloed aanwezige afvalstoffen worden uitgescheiden. Deze worden in de vorm van urine via de urineleiders afgevoerd naar de blaas. De blaas heeft een opslagfunctie en geeft als deze vol is een seintje aan de hersenen wat we herkennen als aandrang om te plassen. Normaal gesproken trekt de blaas dan samen en ontspannen de sluitspier en bekkenbodemspieren zich, waarna de blaas in zijn geheel ledigt. Dit is een ingewikkeld proces waarbij de zenuwbanen en hersenfuncties een belangrijke rol spelen.

Zoals u op de onderstaande tekeningen van het onderlichaam van de man en de vrouw kunt zien, is er een groot verschil in de lengte van de plasbuis van de man en van de vrouw De plasbuis van de man is gemiddeld ongeveer 20 centimeter lang, van de vrouw gemiddeld 3 centimeter. Dit betekent dat een katheter voor de vrouw een stuk korter is dan die voor de man. Een katheter voor een man is ongeveer 40 centimeter lang, voor een vrouw kan deze variëren van 7-20 cm.

URO044 A.jpg
Dwarsdoorsnede bij de man (links) en dwarsdoorsnede bij de vrouw (rechts)

Hoe vaak katheteriseren?

Het aantal keren per dag dat u moet katheteriseren, is afhankelijk van uw aandoening. Uw arts of de verpleegkundige bespreekt dit met u en kruist hieronder aan wat van bij u van toepassing is.

Over het algemeen geldt:
  • Dat u minimaal 1-2 keer per week moet katheteriseren, om ervoor te zorgen dat het littekenweefsel niet meer terugkomt.
  • Als u nog wel kunt plassen, maar niet meer volledig, dan hangt het af van de hoeveelheid urine die u per keer achterhoudt. Dit kan van 1-4 keer per dag zijn. De verpleegkundige bespreekt dit met u.
  • Als u helemaal niet meer kunt plassen, moet u 4-6 keer per dag katheteriseren. De hoeveelheden per keer mogen niet groter zijn dan 500 ml. U zult zelf moeten ervaren wat voor u het juiste aantal keren is, dit in overleg met uw verpleegkundige of arts.

Waar

Katheteriseren kunt u in principe overal waar water en zeep in de buurt is en waar u enige privacy heeft. Dit kan zijn thuis, bij familie en vrienden of op het toilet in openbare gelegenheden waar een fonteintje binnen uw handbereik is. Vooral invalidentoiletten zijn hiervoor uitermate geschikt. In de grote steden zijn in de filialen van onder andere de HEMA, V&D en Mac Donalds openbare toiletten aanwezig. Helaas zijn deze nog niet allemaal toegankelijk voor rolstoelgebruikers.

Techniek en instructie

Uit jarenlang onderzoek is gebleken dat als u ‘schoon’ katheteriseert u geen problemen hoeft te krijgen, zoals bijvoorbeeld infecties. In enkele gevallen worden handschoenen geadviseerd, bijvoorbeeld als u een grote kans heeft om een urineweginfectie op te lopen. Schoon betekent dat u van tevoren uw handen goed moet wassen met water en zeep en het gebied rondom uw plasbuis goed reinigt met water. Ook als u geholpen moet worden met katheteriseren is schoon werken voldoende. Ondanks dat u schoon werkt, voldoende drinkt en regelmatig ontlasting hebt, kan het toch voorkomen dat u een urineweginfectie krijgt.

Elke katheter heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing. Deze wordt tijdens het aanleren met u besproken. Hoe u dit allemaal precies moet doen en waar u rekening mee moet houden wordt met u geoefend tijdens de instructie. Tijdens deze instructie krijgt u een brochure waarin stapsgewijs de instructie beschreven staat en een informatiefolder over de specifieke katheter die u gaat gebruiken. De verpleegkundige neemt de instructie dan stap voor stap met u door.

Met de juiste instructie en begeleiding is zelfkatheteriseren goed uit te voeren en vol te houden, zonder dat u daarvoor veel hoeft te laten. Dit geldt ook als u wat ouder bent of een lichamelijke beperking heeft.

Leveranciers en vergoeding van materiaal

Het vergoedingssysteem is onderhevig aan veranderingen. Tot op heden worden katheters in principe vergoed.

Toebehoren als handschoenen en wegwerpdoekjes worden zelden vergoed. Katheters kunt u verkrijgen via uw apotheek, medisch speciaalzaken of thuiszorgwinkels. De verpleegkundige vertelt u waar het materiaal dat u nodig heeft te verkrijgen is en licht u voor over de vergoedingen in uw persoonlijke situatie.

Voor- en nadelen

Als u zelfkatheterisatie toepast, blijven uw blaas en nieren ‘gewoon’ werken. Dit is medisch gezien belangrijk voor het functioneren van uw hele lichaam.

Ervaringsdeskundigen noemen als voordelen:

  • de vrijheid van een aantal uren waarin men geen rekening hoeft te houden met het blaasprobleem;
  • onafhankelijkheid;
  • een ‘normaal’ seksleven doordat er geen of minder urineverlies (meer) is en men meer zelfvertrouwen heeft gekregen.

Daarnaast geven ervaringsdeskundigen aan dat er ook enkele nadelen kunnen zijn (maar deze hoeven niet het geval te zijn):

  • zelfkatheteriseren kan moeilijk zijn;
  • kan soms pijnlijk zijn, bijvoorbeeld als u een blaasontsteking heeft;
  • het leren inpassen in de dagelijkse bezigheden kan lastig zijn;
  • kan vermoeiend zijn.

Belangrijke punten van aandacht

Het is belangrijk om dagelijks voldoende te drinken, minimaal twee liter per dag. De eerste dagen nadat u gestart bent met katheteriseren moet u hier extra op letten, dit ter voorkoming van een urineweginfectie (blaasontsteking).

Ook een regelmatige stoelgang is belangrijk. Zorg er daarom ook voor dat u voldoende vezels binnenkrijgt. Voedingsmiddelen die vezels bevatten zijn groenten, fruit, peulvruchten en granen zoals bruinbrood, zemelen, volkoren-pasta’s, havermout en ontbijtproducten. Uw verpleegkundige kan u hierin adviseren.

Wanneer moet u contact opnemen?

Zelfkatheteriseren kan soms problemen geven. Neem in de onderstaande gevallen contact op met de verpleegkundige die achterin uw boekje staat vermeld of een van andere verpleegkundigen op de afdeling Urologie, telefoonnummer 040-239 8250:

  • Symptomen van een urineweginfectie zoals: koorts, pijn bij het plassen, troebele urine, bloed bij de urine, en moeheid;
  • Als u pijn heeft bij het inbrengen van de katheter;
  • Wanneer het inbrengen van de katheter moeizaam gaat;
  • Als u moeite heeft met het uitvoeren van de handeling;
  • Als u het lastig vindt om de zelfkatheterisatie in te bouwen in uw dagelijkse leven (bijvoorbeeld als u op bezoek of uitgaat, op vakantie gaan, of tijdens uw werk)
  • Wanneer u moeite heeft om zelfkatheterisatie vol te houden.

Evaluatie en controle

Binnen een week na de instructie neemt de verpleegkundige contact met u op om te vragen hoe het met het zelfkatheriseren gaat. Afhankelijk van hoe het met u gaat, is vaker contact mogelijk (telefonisch of persoonlijk). Na deze (telefonische) evaluatie door de verpleegkundige, gaat u voor eventuele verdere poliklinische controle weer naar uw specialist.

Zelfkatheterisatie en leeftijd

Zelfkatheterisatie komt voor op alle leeftijden. De ervaring leert dat oudere mensen er soms moeite mee hebben om dit buiten hun vertrouwde omgeving te doen. Ze zijn bang om in situaties te komen waarin ze niet kunnen katheteriseren of ongewild urine verliezen. Vaak is daar geen reden voor en is het vooral ‘angst voor wat er zou kunnen gebeuren’. Als u dit herkent, bespreek dit dan met uw verpleegkundige. Samen kunt u oplossingen bedenken waardoor u zich ook buitenshuis zekerder voelt.

Zelfkatheterisatie en een lichamelijke beperking

Als u een lichamelijke beperking heeft betekent dit niet dat u niet kunt katheteriseren. Wel is het soms moeilijker, en heeft u wellicht hulpmiddelen nodig. Lichamelijke beperkingen die het zelf katheteriseren kunnen bemoeilijken zijn bijvoorbeeld slechtziendheid, verminderde handfunctie en verlammingen. Hulpmiddelen zijn er in vele soorten en maten. Uw verpleegkundige kan u helpen bij het vinden van de juiste hulpmiddelen in uw situatie .

Veel gestelde vragen

Vragen en problemen kunnen in het begin ontstaan, bij het aanleren, maar ook pas na een aantal maanden. Hieronder staan een aantal vragen die vaak gesteld worden, met de antwoorden hierop. Veel van deze vragen komen in deze folder aan bod en/of in de instructie door de verpleegkundige.

Vragen en antwoorden

Is zelfkatheterisatie pijnlijk en blijft het pijnlijk?
In het begin kan zelfkatherisatie pijnlijk zijn, omdat de plasbuis niet gewend is aan de katheter. Gewoonlijk verdwijnt dit gevoel nadat u vaker katheteriseert.

Hoe lang moet ik blijven katheteriseren?
Dit is afhankelijk van de hoeveelheid urine die achterblijft (het residu genoemd). Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.

Is het echt belangrijk om zelfkatheterisatie regelmatig toe te passen?
Ja! Als urine vaak in de blaas achterblijft ( dit wordt een chronisch residu genoemd) kunnen chronische urineweginfecties ontstaan zowel van de blaas als van de nieren. Ook kan de neerslag die in de urine ontstaat, samenklonteren tot zogeheten blaasstenen.

Mag ik zelfkatheterisatie een keer overslaan?
Dit is afhankelijk van de reden waarom er gekatheteriseerd moet worden. Overleg dit met uw behandelend uroloog of gynaecoloog.

Beschadigt zelfkatheterisatie mijn organen?
Het is mogelijk dat de plasbuis beschadigt door regelmatig katheteriseren. Dit kan bij de meeste mensen worden voorkomen door een katheter te gebruiken met een speciale buitenkant (coating). Voor zover nu bekend is, raakt de blaas zelf niet beschadigd door het katheteriseren.

Hoe weet ik dat de katheter goed zit?
U weet zeker dat de katheter goed zit als na inbrengen van de katheter de urine uit de katheter loopt.

Wordt mijn blaas niet lui als ik me langdurig katheteriseer?
De blaas wordt niet lui door katheteriseren. Hij vult zich tussen de katheterisaties door waardoor de elasticiteit die nog aanwezig is, behouden blijft.

Kan ik incontinent worden als ik zelfkatheterisatie toepas?
Het is niet bekend dat incontinentie verband houdt met zelfkatheterisatie; het afsluitmechanisme blijft immers intact.

Hoeveel druk mag ik uitoefenen als ik weerstand voel aan de katheter?
Een lichte druk is toegestaan. Dit oefent u met de verpleegkundige.

Hoe kan ik infecties voorkomen?
Door schoon te werken zoals in deze folder staat beschreven en voldoende te drinken te drinken (minimaal 2 liter per dag).

Kan ik alleen thuis of ook op andere plekken katheteriseren?
U kunt zowel thuis als buitenshuis katheteriseren. Soms zijn er hulpmiddelen of een andere katheter nodig om ‘buiten de deur’ te katheteriseren. Uw verpleegkundige kan u hierin adviseren.

Kan ik het feit dat ik mezelf katheteriseer beter verstoppen, of maar gewoon vertellen aan andere mensen?
Als u het vertelt aan mensen, kunnen zij begrijpen waarom u soms vaker naar het toilet gaat of wat langer wegblijft. U bepaalt natuurlijk zelf of u dit wil vertellen en aan wie u dit wel of juist niet doet.

Herkent u een vraag en heeft u daar geen antwoord op gekregen, of mist u informatie? Neem dan gerust contact op met de verpleegkundige wiens naam en telefoonnummer achterin deze brochure staat.

Tips voor zelfkatheteriseren

Geen aangepast toilet in de buurt? Verleng de katheter met een losse slang (verkrijgbaar bij de medisch speciaalzaak) zodat de urine rechtstreeks af kan lopen in het gewone toilet of (bijvoorbeeld bij katheteriseren in de auto) rechtstreeks in de goot.

Bij katheteriseren in de stoel is bij gebrek aan een broekklem ook een stevige kledinghanger prima te gebruiken als hulpmiddel om. Als u de haak om de rand van de broek plaatst en de hanger onder de benen of achter de knieën klemt, houdt u zo de (onder)broek weg van de schaamstreek.

Er is een speciale beenspreider verkrijgbaar die ervoor zorgt dat de benen tijdens het katheteriseren uit elkaar blijven staan. Dit kan handig zijn voor mensen met spasmen. In het midden van deze beenspreider kan met klittenband een spiegeltje bevestigd worden zodat er goed zicht is op de opening van de plasbuis. Eventueel is hierop ook zelf een zaklampje te bevestigen voor extra licht.

Katheters zijn er vele soorten en maten. Er zijn bijvoorbeeld speciale kathetersets zodat u onderweg makkelijker kunt katheteriseren.

De continentieverpleegkundige kan u hier meer over vertellen en u eventueel wat proefmateriaal meegeven.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Urologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Urologie
040 – 239 70 40

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie.

Uitleg begrippen

CIC: Clean Intermittent Catheterisation: letterlijk schone intermitterendenkatheterisatie. Het op vaste tijdstippen inbrengen van een katheter in de plasbuis om de blaas te legen.

Dilateren: Het openhouden van de plasbuis door regelmatige katheterisatie, hiervoor wordt een wat dikkere katheter gebruikt.

Dwarslaesie: Schade aan het ruggenmerg door een ongeval, een ontsteking of een bloeding. Hierbij kan een verlamming ontstaan van de spieren of organen doordat de zenuwen die hiernaar toe lopen, zijn uitgevallen.

Katheter: Hol plastic buisje, bedoeld om een vloeistof af te laten lopen, in dit geval urine.

Multiple sclerose (MS): ziekte waarbij het centrale zenuwstelsel wordt aangetast.

Residu: Achtergebleven urine in de blaas. De blaas kan zich nog wel spontaan legen, maar niet meer volledig.

Retentie: De blaas leegt zich niet meer spontaan. U kunt dus helemaal niet meer plassen.

Spina Bifida: Aangeboren afwijking aan de wervelkolom waarbij de wervels niet goed zijn ontwikkeld, ook wel ‘open ruggetje’ genoemd.

Strictuur: Littekenweefsel door een operatie of beschadiging aan de plasbuis.

Urethra: Plasbuis.

Urineren: Plassen.

Incontinent(ie):het onvrijwillig verliezen van urine en/of ontlasting.

Urineweginfectie: ontsteking van blaas en/of hoger gelegen urinewegen.

De tekst in deze brochure is overgenomen van de website van de Vereniging Nederlandse Incontinentie Verpleegkundigen. De inhoud is aangepast aan de situatie zoals die zich voordoet in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden