Blaasdrukmeting met video-opname (Folder)

Urologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Blaasdrukmeting met video-opname (Folder)

U heeft een afspraak voor een blaasdrukmeting bij het Urologisch Behandel Centrum. De uroloog heeft u hierover al informatie gegeven. In deze folder kunt u de informatie nog eens op uw gemak nalezen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Tijdens een blaasdrukmeting worden de druk in de blaas, de werking van de sluitspier en de kracht waarmee de blaasspier zich tijdens het plassen kan samentrekken onderzocht. Deze me­tingen geven de arts informatie over uw blaasfunctie (vasthouden en lozen van urine) en mogelijke andere stoor­nissen in de werking van uw blaas. Tijdens dit onderzoek wordt de blaas gevuld met contrastmiddel. Hiervan worden röntgenopnames gemaakt die worden vastgelegd op video. Een speciaal hiervoor opgeleide verpleeg­kundige voert dit onderzoek uit. Soms is hierbij ook de uroloog aanwezig.

Voorbereidingen

Als u weet dat u overgevoelig bent voor contrastmiddelen, wilt u dit dan melden vóór het onderzoek? Als u overgevoelig bent voor een contrastmiddel, wordt naar een ander middel gezocht.

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich bij het Urologisch Behandel Centrum. Het is belangrijk dat uw blaas zo leeg moge­lijk is. Maak daarom voordat u naar binnen wordt geroepen gebruik van het toilet en probeer zo goed mogelijk leeg te plassen.

Wat houdt het onderzoek in?

Voor het onderzoek neemt u plaats op een onderzoekstafel. Eerst ont­smet de verpleegkundige met een vloeistof de omgeving rondom de urinebuis. Dit voelt even koud aan. Bij mannen wordt glijmiddel aangebracht waarin in kleine hoeveelheid verdo­ving zit. Bij vrouwen is dit meestal niet nodig, maar kan worden gedaan als u dit wenst.
Daarna wordt een dun slangetje (doorsnede ongeveer 4 mil­limeter) via de urinebuis in uw blaas geschoven. Dit kan even gevoelig zijn.

Via dit slangetje kan de urine uit uw blaas weglopen en wordt tevens gecontroleerd of u veel urine achter­houdt in de blaas. U kunt hierdoor even aandrang voelen tot plassen. Als uw blaas leeg is wordt het slangetje verwijderd.

Vervolgens wordt een dun slangetje (doorsnede ongeveer 6 millimeter) in de anus ingebracht. Hier merkt u weinig van. Daarna worden drie plak­kers met draadjes eraan aangebracht: twee rond de anus en één op het bovenbeen. Via deze plakkers wordt de werking van de bekkenbodemspie­ren gemeten. Hierna wordt opnieuw een dun slangetje in de plasbuis ingebracht, dat gedurende de rest van het onderzoek blijft zitten. Er wordt een smalle band om uw bovenbeen gedaan waaraan stickertjes worden bevestigd die nodig zijn voor het con­tact met de computer.

Na deze voorbereidingen verzoeken wij u om van de onderzoekstafel over te stappen en te gaan zitten op de röntgenstoel. Dan wordt de positie van de röntgenstoel inge­steld. Hiervoor is het nodig dat een röntgenlaborant (medewerker van de röntgenafdeling) aanwezig is. Het is begrijpelijk dat u zich enigszins onge­makkelijk voelt wanneer u moet plas­sen in het bijzijn van andere mensen. Daar zijn wij ons terdege van bewust en wij zullen dan ook alles in het werk stellen om het u zo makkelijk mogelijk te maken. Vervolgens wordt de blaas gevuld met contrastvloeistof via het slangetje.

Wanneer u aandrang tot plassen krijgt, moet u waarschuwen en probe­ren om de plas zo lang mogelijk op te houden. De metingen moeten name­lijk zowel vóór als tijdens het plas­sen worden gedaan. Nu kunnen de röntgenopnames worden gemaakt. De verpleegkundige en de röntgenla­borant bekijken de röntgenbeelden terwijl u plast. Het totale onderzoek duurt ongeveer 45 tot 60 minuten.

Na het onderzoek

Na het onderzoek kunnen de volgen­de klachten optreden:

  • irritatie bij het plassen;
  • lichte verkleuring van de urine doordat er wat druppeltjes bloed meekomen;
  • infectie van de blaas en/of urinewegen.

Deze klachten kunt u zoveel mogelijk voorkomen door na het onderzoek minimaal 2 liter extra water, thee of frisdrank (geen koffie) te drinken. Ook is het belangrijk om gewoon te plassen als u aandrang voelt. Verder kunt u een warm bad of douche nemen om de blaas tot rust te brengen.

Wanneer moet u contact opnemen?

In de onderstaande gevallen moet u telefonisch contact opnemen met het Urologisch Behandel Centrum:

  • bij koorts boven de 38 °C;
  • als u na drie dagen nog steeds irritaties bij het plassen heeft.

Uitslag

U krijgt de uitslag van het onderzoek van uw behandelend uroloog bij het volgende polikliniekbezoek.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan tijdens kantoor­uren contact op met de polikliniek Urologie of met het Urologisch Behandel Centrum.

Als u om dringende redenen uw afspraak niet kunt nakomen, wilt u dit dan doorgeven aan de polikliniek Uro­logie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Urologie
040 – 239 70 40

Urologisch Behandelcentrum
040 – 239 70 40

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden