‘Ontwikkeling van nieuwe medicijnen sneller dan de groei van mijn tumoren’

‘Het spijt me meneer Meulenbroeks, u heeft waarschijnlijk nog maar kort te leven’, was de verschrikkelijke boodschap die Peter Meulenbroeks uit Nijnsel in 2009 te horen kreeg. Maar ruim zeven jaar later is de 60-jarige Brabander nog springlevend en kijkt hij uit naar zijn robijnen bruiloft.

Hoewel Meulenbroeks weet dat het waar is, vertelt hij nog steeds vol verbazing en ongeloof over de longfoto’s die hij in mei 2009 onder ogen kreeg. “Ze zaten vol kanker, dat kon zelfs een leek zien”, herinnert Meulenbroeks zich nog goed. “Maar dat moesten de foto’s van iemand anders zijn, dat waren mijn longen niet. Ik voelde me kerngezond, sportte veel en heb in mijn hele leven nooit een sigaret gerookt. En nu vertelde mijn arts dat ik zeer ernstige longkanker had. Dat ik mogelijk nog maar enkele maanden te leven had…”

Het begon allemaal met een vreemd geluidje dat Meulenbroeks hoorde. “Om de minuut was er een soort plop. Ik had verder geen enkele klacht, maar liet de huisarts er toch even naar kijken. Die kon niks vinden, dacht dat de maagklep misschien niet goed sloot. Voor de zekerheid toch maar voor onderzoek naar het Catharina Ziekenhuis. Daar ontstond de verdenking van een longontsteking. Dat vond ik al een zware diagnose. Ik was niet ziek, had echt werkelijk helemaal nergens last van. Maar een paar dagen later – het was vrijdagmiddag om 3 uur – zat ik ineens tegenover een arts die mij vertelde dat ik een zeer vergevorderde vorm van niet-kleincellige longkanker had en dat ze niets meer konden doen wat tot genezing kan lijden. Ja, dan stort je wereld wel even in elkaar.”

De grootse toekomstplannen die de toen 52-jarige Brabander had, veranderde in de hoop dat hij zijn eerste kleinkind nog geboren kon zien worden. In mei kreeg hij de diagnose, zijn dochter was in oktober uitgerekend van haar eerste kind. “Die geboorte wilde ik nog meemaken, dat was mijn nieuwe horizon.”

Patiënt
Om de woekerende tumoren tot stilstand te brengen en tijd te rekken onderging Meulenbroeks een aantal zware chemokuren met een aantal vervelende bijwerkingen. En zo veranderde hij ineens van een man zonder klachten in een kankerpatiënt die zich ontzettend beroerd voelde. “Een heel zware periode”, blikt hij terug. Gelukkig wel een periode waarin hij voor het eerst opa werd. En waarin hij ook de grens van ‘enkele’ maanden passeerde. In december was de chemotherapie afgelopen. Meulenbroeks was er nog, maar de kanker – zoals voorspeld – ook. “Na de chemo zijn er weer scans gemaakt. Ik hoopte dat de tumoren wat geslonken zouden zijn, dat ik nog wat tijd gewonnen had. Maar nee, mijn longen waren nog net zo donker als in mei. Dat was het dan, dacht ik. Ik moest rustig wachten op het onvermijdelijke.”

Maar afwachten hoefde niet, want long-oncoloog dokter Ben van den Borne, de arts die hem vanaf dag één behandelde, weigerde zich neer te leggen bij de situatie. Van den Borne doet net als veel andere medisch specialisten uit het Catharina Ziekenhuis veel onderzoek naar nieuwe behandelingen. En toevallig was er net een nieuwe studie gestart met een geneesmiddel dat mogelijk redding kon brengen bij een bepaalde vorm van longkanker. Van niet-kleincellige longkanker bestaan namelijk verschillende subtypen. Per type kan een andere behandeling nodig zijn. Ook is het belangrijk om te weten of er een mutatie aanwezig is of niet. Mutaties zijn doorgaans beter te behandelen omdat hier heel doelgerichte medicijnen mogelijk zijn. Meulenbroeks: “Garanties kon de dokter mij niet geven, want toentertijd was het nog lastig om te bepalen of er een mutatie aanwezig was. Dus ik mocht meedoen aan de studie, maar het was spannend wat de werking zou zijn.

Uitvaart regelen
Vanaf die dag nam hij iedere dag een pil in combinatie met een nieuwe periode van chemotherapie. Beide medicijnen hadden veel bijwerkingen, waardoor de voormalig treinconducteur er naar eigen zeggen heel slecht aan toe was. “Echt, ik lag boven op bed mijn uitvaart te regelen, zo erg was het met me. Dat was geen leven.” Maar wat bleek toen er na drie weken nieuwe foto’s van de longen werden gemaakt? De tumor was uit één long al bijna helemaal verdwenen. “Fantastisch nieuws natuurlijk. Deze verbetering was echt de stimulans die ik nodig had. Vanaf dat moment kon ik alle ellende een stuk beter doorstaan.” En waar hij zachtjes van begon te dromen was na een paar kuren werkelijkheid: de longen waren weer bijna schoon. “Heel bizar. In korte tijd was het gordijn van tumoren verdwenen en waren mijn longen weer helder.”

Pech en geluk
Was Meulenbroeks dan genezen? Nee, dat niet. Met de chemo mocht hij stoppen, de pillen (en hun bijwerkingen) bleven. “Maar alleen met die pillen was het wel te doen, hoor. Ik bleef last houden van de bijwerkingen, maar kon ook weer genieten. Ik hield mezelf ook voor dat het heel belangrijk is om fit te blijven. Daarom ben ik altijd veel blijven fietsen. Op een gegeven moment had ik echt wel een goede conditie.” Maar toch kwam er weer een kink in de kabel. Hij raakte immuun voor de pillen, die daarom hun werk niet meer deden. In korte tijd zag hij zijn longen weer verkleuren. “Het zag er erg slecht uit, eigenlijk werd ik voor de tweede keer opgegeven. Maar niet door dokter Ben van den Borne, gelukkig. Ik wilde graag geopereerd worden, dat ze die kanker uit mijn lijf zouden halen. Maar dat gebeurt helemaal niet als de tumoren al in beide longen hebben gezeten. Ik zou de eerste in Nederland zijn bij wie dat eventueel zou gebeuren. Dokter van den Borne is toen heel ver voor ons gegaan en heeft zelfs op internationaal niveau overleg gevoerd. En uiteindelijk mocht ik geopereerd worden. Nou, dat was feest, hoor. Spannend? Totaal niet. Die operatie ging gewoon lukken, dat kon niet anders.”

En ja, hoor. Er werden meerdere lymfeklieren en een stuk long verwijderd, waarna de kanker een jaar weg is gebleven. Mijn lijf herstelde zich langzaam, ik heb zelfs een racefiets aangeschaft. Helaas, na een jaar kwam de tumor weer terug en was er een mutatie bijgekomen. Weer terug aan de pillen, inmiddels al de tweede versie. “De ontwikkeling van nieuwe medicijnen gaat elke keer gelukkig nog net wat sneller dan de ontwikkeling van mijn tumoren.” Want kom bij Meulenbroeks niet aan dat zijn verhaal er een is van moed of doorzettingsvermogen. “Ben je gek? Ja, ik heb tijdens mijn ziekte veel aan mijn conditie gewerkt en tijdens de chemo ben ik blijven eten, zelfs als ik misselijk was. Omdat ik dacht dat dit goed voor me was. Maar verder heb ik alles over me heen laten komen. Ik geloof niet dat je kanker kunt overwinnen, zoals Lance Armstrong altijd roept. Ik zit meer op één lijn met die olympisch zwemkampioen, Maarten van der Weijden. Die heeft kanker gehad, maar hij roept altijd dat hij de ziekte niet heeft overwonnen, maar dat hij geluk heeft dat hij het heeft overleefd. Zo sta ik er ook in. Weet je, voor mij is het leven gewoon een kwestie van pech en geluk. Mijn pech is dat ik longkanker kreeg. Mijn geluk is dat dokter Ben van den Borne mijn arts is. En dat meen ik echt. Dankzij hem heb ik het tot nu toe overleefd.”

Robijn
Meulenbroeks gaat elke zes tot acht weken op controle. “Dat is elke keer weer een intense ervaring. Hoe staan de longen ervoor? Dokter van den Borne is meestal gerust, dat worden wij nooit meer. De spanning blijft. Maar goed, dit voorjaar vieren we toch maar mooi onze 40 jarige bruiloft. Robijn hebben we alvast gehaald.”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden