‘Kanker hoorde helemaal niet bij mij’

Wanneer je als ouder te horen krijgt dat je kanker hebt, denk je als eerste aan je kinderen. Hoe treft dit ons gezin? Eline Buchrnhornen (40) kreeg begin 2017 de diagnose non-Hodgkin. “Ik hoorde alleen het woord kanker. De rest heb ik niet onthouden.”

Vage klachten, daar begon het allemaal mee. “Na de zomervakantie was ik wat vermoeid, had wat klachten die ik niet direct kon plaatsen. Maar in het najaar was de batterij helemaal leeg. In een paar maanden tijd ging het in plaats van beter, alleen maar slechter”, vertelt Eline. “Mijn huisarts dacht in eerste instantie dat het allemaal een beetje te druk was geweest. Maar ik voelde iets achter mijn borstbeen. Ik kon het niet helemaal omschrijven, maar er zat wat. Mijn bloed liet echter geen  bijzondere afwijkingen zien. De huisarts liet opnieuw bloed prikken en ontdekte een hele grote lymfeklier in mijn hals. Ik werd doorgestuurd voor een echo. Ja, mijn lymfeklieren waren wat vergroot, maar er was geen reden tot paniek. Dus ik heb nog een tijdje doorgesukkeld. In december bereikte ik mijn dieptepunt. Ik voelde me zo slecht, was afgevallen, werkte inmiddels niet meer en kon letterlijk alleen nog maar op de bank liggen. Ook was ik erg benauwd. Opnieuw werd er bloed geprikt. De waardes in mijn bloed bleken hard achteruit te zijn gegaan. Ik werd direct doorgestuurd naar een internist.”

Je hebt kanker

De afspraak met de internist was in het Catharina Kanker Instituut. “Ik dacht dat ik verkeerd zat. Tot dat moment was het woord kanker nog nooit gevallen. Dat kwam als een mokerslag binnen. De weken erna zijn in een waas aan me voorbij gegaan. Diverse onderzoeken volgden elkaar op. Ze dachten in eerste instantie aan Hodgkin. Maar het bleek Non-Hodgkin, een vorm van lymfeklierkanker met een iets minder goede prognose. Ik mocht direct langskomen bij de specialist. Niet veel later stond ik buiten met een stapel afspraken, folders en adressen voor haarwerken. Zo onwerkelijk, kanker hoorde helemaal niet bij mij, ik was nooit ziek.”

Kuren

Daarna startte een traject van zware chemobehandelingen. “In totaal heb ik zes kuren gehad van telkens 96 uur. Ik kreeg non-stop chemo. Elke kuur betekende 5 dagen in het ziekenhuis, twee weken rust en weer naar het ziekenhuis voor de volgende kuur. Misselijk ben ik nauwelijks geweest, maar ik had totaal geen energie, was steeds ontzettend duizelig, mijn slijmvliezen waren helemaal kapot, mijn mond was van binnen kapot waardoor eten pijnlijk was. Mijn enige doel was overleven. En uiteindelijk blijven leven voor mijn gezin. Ik Mocht Niet Doodgaan.”

Impact

De kanker had en heeft nog altijd een grote impact op haar gezin. “Beau was destijds 11 jaar en Mees 9. Ze beseften heel goed dat ik ziek was. Ze schoten direct in de zorgmodus. Dat was natuurlijk de omgekeerde wereld, ik was hun moeder en moest voor hun zorgen. Dat is iets waar ik me heel schuldig over heb gevoeld en soms nog steeds schuldig over voel. Samen met Mark probeerde ik de ziekte voor mijn kinderen tastbaar te maken. Ze betrekken bij alle stappen die mama moest nemen. Wanneer ik voor een kuur weer in het ziekenhuis lag, schreef ik vooraf kaartjes voor de jongens met een lieve boodschap. Voor elke dag een, zodat ze af konden tellen. Vaak deed ik er een cadeautje bij en verstopte deze in huis of op mijn ziekenhuiskamer. Ook had ik mijn pruik al klaarliggen bij de kapper. Samen met Mark en de jongens hebben we gekeken naar mijn kale hoofd. Dat was een emotioneel moment en voor iedereen ook heel confronterend. De ziekte was ineens heel zichtbaar.”

Dankbaar

Maar Eline is de kanker ook dankbaar. “Dat klinkt heel raar, maar de kanker heeft me ook veel gebracht. Zo heb ik tijdens mijn ziekte zoveel liefde gevoeld. Het web rondom mijn gezin sloot zich letterlijk. Familie en vrienden stonden dag en nacht klaar. Ze waren hier in huis, zorgden voor mijn kinderen, namen ze een dagje mee naar een pretpark of er werd gekookt. Militaristisch werden de schema’s iedere week in elkaar gedraaid. Want het allerbelangrijkste vond ik dat het goed ging met mijn kinderen. Daar ben ik iedereen zo dankbaar voor. Ik herinner me een heleboel dagen met een gouden randje. Zo gingen we bijvoorbeeld standaard de zaterdag voor elke nieuwe kuur uit eten en bestelden we cocktails voor iedereen. Alles kon en mocht die avond, dat was ons momentje van genieten met elkaar als gezin.”

Ruimte voor verschillen

Mark en Eline bewandelden niet hetzelfde pad. “Hij was er op alle belangrijke momenten in mijn ziekteproces! Maar waar mijn leven even totaal stil stond, draaide dat van hem gewoon door. Hij moest gewoon werken. Hij heeft zelfs promotie gekregen tijdens mijn ziekteproces. Daar moet ruimte voor zijn. Het gaf hem ook de ruimte voor zijn verdriet, even een andere omgeving. Hij wilde mij en anderen er niet mee belasten. Het is voor ons heel belangrijk geweest dat hier ruimte voor was in onze relatie. Het allerbelangrijkste is dat je blijft praten met elkaar. En tegelijkertijd accepteren dat iedereen anders omgaat met emoties. Probeer begrip voor elkaar te kweken en begrijp dat daar verschillen in mogen zijn. Ergens op de weg, vind je elkaar weer. Dat proces is heel bijzonder. Ons gezin is nog hechter geworden, mijn relatie met Mark nog intenser. Wij kunnen heel de wereld aan, met elkaar en met een hele dierbare persoonlijke ring van familie en vrienden.”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden