Gynaecologen geven voorkeur aan ‘vriendelijkere’ kijkoperaties in baarmoeder

Gyneacoloog Tjalina Hamerlynck promoveert vandaag aan de Universiteit van Gent met haar proefschrift over de inzichten rondom hysteroscopische morcellatie bij afwijkingen in de baarmoederholte. Ze deed haar onderzoek in het Catharina Ziekenhuis onder promotor prof. dr. Dick Schoot en in het Universitair Ziekenhuis Gent onder prof. dr. Steven Weyers.

Steeds vaker worden afwijkingen in de baarmoeder hysteroscopisch behandeld. Door een speciale endoscoop (hysteroscoop) in de vagina in te brengen kan gekeken worden in de baarmoeder naar afwijkingen zoals bijvoorbeeld vleesbomen en poliepen. “Het grote voordeel ten opzichte van een curettage, die ‘blind’ uitgevoerd wordt, is dat je nu met de camera zicht hebt in de baarmoeder. In mijn onderzoek heb ik me vooral toegelegd op de hysteroscopische morcellatie. Bij deze minimaal invasieve chirurgische techniek kunnen we met een zogenaamde morcellator, een soort mini-shaver, weefsel uit de baarmoeder versnipperen en afvoeren door het op te zuigen. Het blijkt dat poliepen en vleesbomen kleiner dan 3 centimeter op deze manier veilig, effectief en snel verwijderd kunnen worden zonder dat de patiënt naar de operatiekamer hoeft. Bij de meeste ziekenhuizen gebeurt dit nog altijd operatief op de dagbehandeling, onder narcose of met een ruggenprik, maar in het Catharina Ziekenhuis gebeurt dit al een aantal jaren gewoon op de polikliniek onder sedatie (roesje). Veel patiënten geven de voorkeur aan deze manier van behandelen.”

Meer ervaring

In een enquête heeft Hamerlynck gevraagd aan Nederlandse en Vlaamse gynaecologen hoe zij staan tegenover hysteroscopische behandelingen en hoe vaak deze methode wordt toegepast in de praktijk. “Deze minimaal invasieve methode blijkt sterk in opmars. Het merendeel van de gynaecologen geeft de voorkeur aan hysteroscopie in de diagnose en behandeling van afwijkingen in de baarmoeder. Voor poliepen en vleesbomen wordt deze techniek door veel gynaecologen verkozen boven curettage of een meer ingrijpende operatie. Wat wel uit de enquête bleek, is dat de Nederlandse gynaecologen meer ervaring hebben met de poliklinische behandeling en hysteroscopische morcellatie ten opzichte van hun Vlaamse collega’s. Dit heeft te maken met het verschil in vergoeding door de zorgverzekeraar.”

Placentaresten

Tenslotte heeft Hamerlynck onderzocht of de morcellatie techniek voor meerdere aandoeningen gebruikt kan worden zoals bij placentaresten na een bevalling of miskraam. “Er loopt nu een onderzoek in het Catharina Ziekenhuis, het Universitair Ziekenhuis Gent en het OLVG in Amsterdam dat de hysteroscopische behandeling vergelijkt met de curettage, nu nog de standaard behandeling bij placentaresten. Ik kan me voorstellen dat in de toekomst ook hiervoor de morcellator meer ingezet gaat worden”, aldus Hamerlynck.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden