‘Ik zag nierpatiënten liggen en dacht: dat is zielig’

Jan van Vugt mag dan 82 jaar zijn, hij tennist, wandelt, fietst en tuiniert nog iedere week. Een gezonde, vitale 80-plusser, zou je denken. Maar dat is helaas niet helemaal waar. Van Vugt is namelijk nierpatiënt en komt drie keer per week naar het Catharina Ziekenhuis om een middag aan een dialyse-apparaat te liggen.

Waar veel nierpatiënten de weg van de geleidelijkheid bewandelen en de nierfunctie beetje bij beetje afneemt, totdat hemodialyse (het zuiveren van het bloed) onafwendbaar is, ging het bij Van Vugt razendsnel. De inwoner van Son en Breugel merkte een jaar of vier geleden plotseling dat hij ontzettend moe werd van een simpel klusje in de tuin. Dat gegeven in combinatie met het feit dat hij dag en nacht moest hoesten, deed van Vugt besluiten om toch maar eens een bezoekje aan de huisarts te brengen. Dat was maar goed ook, want diezelfde avond werd hij met spoed opgenomen in het Catharina Ziekenhuis waar hij direct gedialyseerd werd. Dat was het startpunt van een leven waarin dialyseren een belangrijke rol zou spelen. Want sindsdien laat hij zich drie keer per week aankoppelen aan de machine die zijn bloed zuivert, een taak die de nieren normaal gesproken op zich nemen.  “Maar die werken bij mij niet meer”, zegt Van Vugt. “Gelukkig waren ze er destijds op tijd bij. Want die nierproblemen had ik – zonder dat ik het wist – al langer. Ik was bij wijze van spreken al aan het afsterven. Ik had niet heel veel later naar de dokter moeten gaan. Leuk is natuurlijk anders, maar ach, ik heb het geaccepteerd. Ik zeg vaak voor de grap dat ik drie middagen per week ga werken.”

Dat ‘werken’ bestaat uit drie middagen aan het dialyseapparaat, altijd op dezelfde kamer en altijd met dezelfde kamergenoten. “Ik lig met allemaal vrouwen op de kamer”, zegt Van Vugt grijnzend. “En dat bevalt me best. Eén van de vier slaapt altijd, maar met de andere drie lig ik altijd een tijdje lekker te kleppen. Nee, gelukkig geen vrouwenpraatjes, maar over politiek, het nieuws, hoe het thuis gaat, dat soort dingen. En als we uitgepraat zijn gaat ieder zijn eigen ding doen. Ik lees altijd de krant van voor tot achter helemaal uit, doe graag een sudoku-puzzel en we hebben allemaal een eigen televisie. Vooral als er sport op televisie is, kijk ik daar graag naar.”

Over het personeel op de dialyse-afdeling heeft Van Vugt geen klagen. “Nee, die zijn geweldig. De verpleegkundigen zorgen echt voor een goede sfeer. De meesten noemen me gewoon bij de voornaam, dat zegt volgens mij al genoeg. Het is er erg gemoedelijk en gezellig.“ Wat overigens niet wegneemt dat de middagen dat hij gedialyseerd wordt erg lang duren. “Eerst word ik aangekoppeld, vervolgens wordt mijn bloed vier uur gespoeld en als ik ben afgekoppeld moet ik nog even blijven liggen. Meestal ga ik begin van de middag van huis en ben ik pas om half zeven weer thuis. Dan doe ik ’s avonds ook niet meer zoveel, hoor.”

Thuisdialyse
Een deel van dat probleem zou weggenomen kunnen worden door thuisdialyse, een mogelijkheid die het Catharina Ziekenhuis – het tweede grootste dialysecentrum van Nederland – aanbiedt. Patiënten en hun partner worden dan opgeleid om in hun eigen huis en eigen tijd gedialyseerd te worden. Van Vugt: “Maar daar is ons huis niet op ingericht, dus zouden we wat kleine aanpassingen in het huis moeten doen. En ook voor mijn vrouw, die me zou moeten assisteren, is dat een grote belasting. Nu heeft ze lekker voor haar eigen dingen als ik naar het Cathrien ben. Dus we laten het lekker zo.”

En gelukkig is de Brabander op de dagen dat hij niet gedialyseerd wordt nog erg actief en ondervindt hij weinig hinder van zijn nierziekte. “Ik tennis één keer in de week. Wel dubbelen, hoor, dan hoef ik minder te rennen, haha. Ik fiets ook nog graag, zonder e-bike. Ik doe zelf het werk. Tuinieren doe ik ook nog. Wel wat rustiger aan dan een paar jaar geleden, maar ja, ik word ook ouder hè. Weet je, een jaar voor ik nierpatiënt werd lag ik een weekje in het ziekenhuis. Ik zag toen de nierpatiënten aan het dialyseapparaat liggen en dacht: ach, wat zielig. En een jaar later lag ik er zelf ook… Of ik mezelf nu ook zielig vind? Nee, helemaal niet.”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden