Uretero(reno)scopie

Met een ureteroscopie kunnen de meeste kleinere afwijkingen in de nierkelken, het nierbekken en de urineleiders worden vastgesteld en behandeld, zoals nierstenen en tumoren.

Urine wordt gemaakt in de nier en eerst verzameld in het nierbekken. Daarna wordt de urine van het nierbekken via de urineleider vervoerd naar de blaas. In deze ruimten kunnen een aantal afwijkingen ontstaan, zoals een tumor of een niersteen. Een tumor kan goed- of kwaadaardig zijn. Om een tumor goed te kunnen onderzoeken, moet deze worden verwijderd. Een niersteen bestaat uit een aantal kleine kristallen die gevormd zijn in de urine en die klachten (kunnen) geven. De urineleider is de afvoerende buis tussen de nier en de blaas. Deze buis is verantwoordelijk voor het transport van urine. De urine gaat daarbij van de nier naar de blaas. Een klein steentje in de urineleider plast u meestal vanzelf uit. Een grotere steen kunt u waarschijnlijk niet zelf uitplassen. De steen moet dan verwijderd worden met een ingreep; de ureteroscopie.

Tijdens de ureteroscopie brengt de arts een dun hol buisje (de ureteroscoop) via de plasbuis en blaas in de urineleider. Wanneer de ureteroscoop bij de steen is, verwijdert en/of vergruist de arts de steen met verschillende instrumenten. Ook een tumor kan zo worden verwijderd. Uretero(reno)scopie is een veilige operatiemethode. Er is na een uretero(reno)scopie geen uitwendige wond zichtbaar, maar het is wel een echte operatie.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden