Behandeling van spataderen

Spataderen zijn verwijde bloedvaten, vooral in de onderbenen. Er zijn een aantal groepen mensen die hiervoor vatbaar zijn, bijvoorbeeld: vrouwen die in verwachting zijn, mensen die vanwege hun beroep veel moeten staan en mensen die in het verleden trombose hadden.

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk.

  • Scleroseren is een behandeling waarbij de spatader wordt ingespoten met een vloeistof of schuim. De vloeistof of het schuim zorgt ervoor dat de ader, in de dagen na de behandeling, dicht gaat plakken en verschrompelt. Om de ader goed te laten verkleven draagt u de steunkous na het wegspuiten een week lang.
  • Endoveneuze ablatie is een behandeling met laserlicht of radiofrequentie golven. Via een klein sneetje wordt, onder plaatselijke verdoving, een speciale katheter in de spatader gebracht. Als de katheter op zijn plaats zit, wordt via deze katheter een laser- of radiofrequentie draad opgevoerd tot in de lies. Daarna wordt in het traject van de spatader een verdovingsvloeistof ingespoten door middel van verdovingsprikjes op meerdere plaatsen. Een draad die wordt verhit, gaat door de katheter heen. Door het directe contact met de vaatwand gaat de ader vervolgens dicht.
  • Muller operatie. Voor kronkelige, forse spataderen die dicht aan het oppervlak liggen, is de Mullertechniek ideaal. Eerst wordt de spatader afgetekend op het been, daarna worden er minuscule sneetjes in de huid boven de ader gemaakt. Met kleine ‘haaknaaldjes’ wordt de ader stukje voor stukje verwijderd. De sneetjes zijn zó klein dat hechten niet nodig is; een steristrip of ‘zwaluwstaartje’ is voldoende. Groot voordeel van deze snelle techniek is dat de littekens minimaal en na een half jaar nauwelijks nog zichtbaar zijn. Voor deze operatie wordt u plaatselijk verdoofd.

© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden