De lumbale of cervicale epidurale analgesie

Deze behandeling krijgt u als de zenuwen, die uit het rugwervelkanaal (= epidurale ruimte) treden, door de ruggenwervels bekneld zijn geraakt. Dan zwelt de beklemde zenuw op, raakt geïrriteerd en veroorzaakt pijn. Van de anesthesioloog krijgt u een injectie in het rugwervelkanaal om een plaatselijke verdoving en een medicijn (om de zwelling te verminderen) toe te dienen.

Hierdoor kunnen de zenuwen de pijnprikkels niet meer verder geleiden. Afhankelijk van uw klachten krijgt u de injectie: laag in de rug (= lumbaal), of in de nek (= cervixaal). Nadat de huid met jodium is gedesinfecteerd, krijgt u een prik met een plaatselijke verdoving. Zodra de verdoving is ingewerkt, zult u merken dat de arts flink op de rug duwt om de naald op de juiste plaats te krijgen. Als de naald goed zit, spuit de arts ter controle nog wat verdovingsvloeistof in (een testinjectie). Op dat moment voelt u de pijnlijke plek niet meer. Daarna dient de arts u een tweede preparaat toe om de zwelling tegen te gaan.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden