Zenuwblokkade bij chronische schouderklachten
Bij chronische schouderklachten kan een zenuwbehandeling worden uitgevoerd om de pijn te verminderen. Pijn vanuit de schouder kan voortkomen uit twee zenuwen: de nervus suprascapularis en de nervus axillaris.
Deze zenuwen kunnen op twee manieren behandeld worden. Door een plaatselijke injectie met een verdovingsmiddel en een ontstekingsremmer of door een behandeling met gepulseerde radiofrequente stroom.
Plaatselijke injectie
Een plaatselijke injectie met een verdovingsmiddel en een ontstekingsremmer (corticosteroïd) wordt gezet aan de achterzijde van de schouder of aan de achterzijde van uw bovenarm. Dit gebeurt door de anesthesioloog/pijnspecialist. Door middel van een echoapparaat worden de zenuwen nauwkeurig opgezocht. Wanneer de naald dicht bij de zenuw is geplaatst, zal met een stroompje de juiste positie van de naald gecontroleerd worden. De spieren rond de schouder zullen dan gaan bewegen. Vervolgens wordt een verdovingsvloeistof en een ontstekingsremmer ingespoten. Daarna wordt de naald verwijderd en is de behandeling klaar. De verdoving kan 2 tot 12 uur verlichting van de pijn geven. De ontstekingsremmer heeft enkele dagen tot weken nodig om optimaal te werken.
Gepulseerde radiofrequente stroom
Wanneer de resultaten niet afdoende zijn, kan de specialist kiezen om de zenuw te behandelen met gepulseerde radiofrequente stroom. De zenuw wordt gedurende 4 minuten verwarmd tot 42°C. Hierbij proberen we de pijngeleiding van de zenuw te beïnvloeden, zodat deze minder pijnprikkels kan doorgeven. Het kan 6 tot 8 weken duren voordat het resultaat beoordeeld kan worden.
