Zorg voor en na een rugoperatie (Folder)
5623 EJ Eindhoven
040 - 239 91 11
Zorg voor en na een rugoperatie (Folder)
U wordt binnenkort in het Catharina Ziekenhuis opgenomen voor een operatie aan de wervelkolom. In deze folder kunt u de informatie over de zorg die u voor en na de operatie krijgt nogmaals rustig doorlezen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.
Belangrijke gegevens voor uw opname
Medicijngebruik
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen:
¤ Nee.
¤ Ja, namelijk: ____________________________________________
¤ Stopdatum, indien van toepassing: __________________________
Nuchter
Voor uw eigen veiligheid is het belangrijk dat u voor de operatie niks heeft gegeten of gedronken. Ook is het raadzaam om 24 uur voor de operatie niet meer te roken.
Voor u van toepassing:
¤ Nuchter vanaf 00:00 uur (de avond voor de ingreep).
¤ Licht ontbijt, nuchter vanaf ________________________________
Operatieve ingreep
U bent ingepland voor de volgende operatie: ____________________________
Datum en tijdstip opname
U kunt zich melden op de 4e etage, verpleegafdeling 4 Oost Neurologie.
U wordt verwacht op: ________________ om: __________________
Datum en tijdstip operatie
Het tijdstip van de operatie kan eerder of later zijn. Dit is afhankelijk van het operatieprogramma.
Uw operatie is gepland op: ________________ om: ________________
Voorlopige ontslagdatum
Indien de operatie probleemloos verloopt, verlaat u het ziekenhuis op: ___________________________________________________________
In principe zal uw ontslag tussen 11:00 en 12:00 uur plaatsvinden.
Voorbereiding thuis
Nuchter
U moet tijdens de operatie nuchter zijn. Dit betekent dat u voor de operatie niet mag eten of drinken. Het is van belang dat uw maag leeg is, omdat anders de kans groot is dat er tijdens de operatie eten of drinken uit uw maag in de longen terechtkomt. Dit kan leiden tot een longontsteking. Het is van belang dat u zich aan de voorschriften houdt die zijn beschreven in de folder ‘Anesthesie’.
Medicatie
- Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan heeft de neurochirurg of anesthesioloog met u afgesproken of u hiermee (tijdelijk) moet stoppen. Bloedverdunnende medicijnen kunnen tijdens en na de operatie meer bloedverlies geven. Het is daarom belangrijk om de voorschriften van de neurochirurg of anesthesioloog op te volgen;
- Hebt u diabetes (suikerziekte)? Dan kan het zijn dat u uw medicijnen of insuline anders moet innemen op de avond voor de operatie en op de operatiedag moet toedienen. De verpleegkundige informeert u hierover;
- Neem medicatie die u gebruikt in de originele verpakking mee naar het ziekenhuis;
- Neem een actueel medicatieoverzicht mee naar het ziekenhuis. Deze kunt u opvragen bij uw eigen apotheek.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
In de folder ‘Informatie over uw opname’ leest u wat u meeneemt naar het ziekenhuis. Neemt u daarnaast het volgende mee:
- Gemakkelijke kleding. Het is de bedoeling dat u na de operatie uw eigen kleding (en schoenen) draagt;
- Goede schoenen die u gemakkelijk aan kunt trekken (zie afbeelding);
- Eventueel een loophulpmiddel dat u thuis gebruikt;
- Wij adviseren u waardevolle bezittingen thuis te laten. Het ziekenhuis kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor vermissing, beschadiging of diefstal van persoonlijke bezittingen. De afdeling beschikt over kleine kluisjes in de kamer.
Wat regelt u thuis voordat u wordt opgenomen?
- Regel hulp van een mantelzorger (mensen die, als dat nodig is, tijdelijk voor u kunnen zorgen wanneer u weer thuis bent) om bijvoorbeeld huishoudelijke taken over te nemen;
- U mag niet zelf naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand anders u komt ophalen wanneer u weer naar huis mag.
Overige voorbereidingen
- In verband met de hygiëne dient u zich te wassen of douchen voor de operatie;
- Draag geen make-up of dagcrème;
- Verwijder eventuele gel- of acrylnagels van uw wijsvinger;
- Verwijder al uw sieraden en piercings.
Uw opname
Algemene informatie over een opname in het Catharina Ziekenhuis, vindt u in de folder ‘Informatie over uw opname’.
Meestal wordt u op de dag van de operatie opgenomen op de verpleegafdeling Neurologie. Wanneer uw behandelend arts of anesthesioloog u uitgebreider wil voorbereiden, kan een eerdere opname nodig zijn. Als u diabetes mellitus (suikerziekte) hebt, wordt u standaard de avond voor de operatie opgenomen.
Voor de operatie
De verpleegkundige zal aan u vragen of uw gegevens die u hebt ingevuld tijdens het intakegesprek nog kloppen en of uw medicatie overzicht actueel is.
De verpleegkundige zal uw temperatuur, bloeddruk, pols en zuurstofgehalte (saturatie) meten, de gegevens van de Pre-operatieve screening (PPOS) controleren en aan u vragen of u nuchter bent.
U krijgt een operatiehemd aan en een polsbandje om met uw naam en geboortedatum. Uw bril en gehoorapparaten laat u op de verpleegafdeling. Indien dit voor problemen zorgt, kunt u deze afzetten en uitdoen in het operatiecomplex. Het risico bestaat dat uw spullen kunnen kwijtraken als u deze mee wilt nemen naar het operatiecomplex.
U krijgt pijnstilling (paracetamol) ter voorbereiding op de operatie. Eventueel krijgt u rustgevende medicijnen (indien afgesproken).
In het operatiecomplex
De verpleegkundige brengt u met bed naar het operatiecomplex. Hier wordt u ontvangen door een verpleegkundige van de holding (voorbereidingsruimte). Hier worden uw gegevens nog een keer gecontroleerd. Het is van belang dat u zelf kunt vertellen wat uw naam en geboortedatum zijn en welke ingreep gaat plaatsvinden. Als u dit niet zelfstandig kan, zal aan de (eerste) contactpersoon gevraagd worden om mee te gaan naar de voorbereidingsruimte om uw gegevens te controleren. Hierna wordt de contactpersoon verzocht om het operatiecomplex te verlaten.
U krijgt een infuus en ter voorbereiding op de operatie antibiotica om infectiegevaar te verkleinen.
Vervolgens wordt u naar de operatiekamer gebracht. Hier worden uw gegevens de laatste keer gecontroleerd. U heeft de gelegenheid om de neurochirurg en anesthesioloog nog te spreken en u krijgt de narcose via het infuus toegediend.
De operatie duurt naar verwachting 1,5 uur. Dit is afhankelijk van het verloop van de ingreep en kan dus korter of langer duren. Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. Uw temperatuur, bloeddruk, pols, zuurstofgehalte en ademhaling worden gecontroleerd. Ook krijgt u medicijnen om eventuele pijnklachten en misselijkheidsklachten te bestrijden. Wanneer uw controles stabiel blijven, de pijnklachten en misselijkheidsklachten acceptabel zijn, wordt u opgehaald door een verpleegkundige van de verpleegafdeling. Uw verblijf op de uitslaapkamer duurt gemiddeld 1 tot 2 uur.
Na de operatie
Controle vitale functies
De verpleegkundige zal regelmatig uw temperatuur, bloeddruk, pols en zuurstofgehalte meten.
Eten en drinken
De verpleegkundige kan vocht en medicijnen indien noodzakelijk via het infuus toedienen. U mag bij terugkomst op de afdeling, mits u goed wakker bent, eten en drinken. Indien dit zonder problemen gaat zal de verpleegkundige uw infuus verwijderen.
Toiletgang
De verpleegkundige zal nadat u geplast heeft met een echo kijken hoeveel urine er in de blaas achterblijft. Indien u niet goed kunt uitplassen, kan het noodzakelijk zijn dat u tijdelijk een blaaskatheter krijgt. Dit wordt dan met u besproken.
Wondzorg
Het kan zijn dat u een wonddrain in de rug hebt. Hierdoor wordt voorkomen dat er te veel zwelling optreedt in het wondgebied. Doorgaans wordt deze drain 6 uur na de operatie verwijderd. Als de wonddrain te veel afloopt, wordt deze de volgende dag pas verwijderd. De verpleegkundige controleert regelmatig de pleister en vervangt deze op de eerste dag en eventueel de tweede dag na de operatie. De neurochirurg heeft de wond met oplosbare hechtingen gesloten. Deze lossen vanzelf op.
De hechtstrips op de wond mag u de vijfde dag na de operatie zelf verwijderen. Soms treedt een zwelling op van de wond. Dit wordt meestal veroorzaakt door de oplosbare hechtingen onder de huid of wat wondvocht. Deze zwelling verdwijnt binnen 2 tot 3 maanden.
Pijnbeleving
Na de operatie voelt u wondpijn. Het kan voorkomen dat u de eerste twee maanden na de operatie pijn in de benen voelt. Deze pijn kan per dag wisselen en wordt meestal veroorzaakt door irritatie van de zenuw. Het kan gebeuren dat de pijn pas na enkele weken optreedt door verkramping in de spiergroepen van de bil en het been. Deze spierverkrampingen kunnen meestal verholpen worden door de pijnlijke plek een aantal weken intensief te masseren. Uitstralende pijn kan 6 tot 8 weken na de ingreep in mindere mate aanhouden.
De zenuw kan de eerste 3 tot 5 dagen na de operatie zwellen als gevolg van irritatie tijdens de operatie. Dit kan pijn, dove gevoelens of tintelingen veroorzaken die na een week geleidelijk aan minder moete gaan worden.
De verpleegkundige geeft pijnstilling en vraagt u 3 keer per dag naar een pijnscore. Informatie hierover vindt u in de folder ‘Hoe geeft u een pijnscore aan’.
Mobiliseren
Bent u geopereerd aan een rughernia (HNP), dan dient u tot 2 uur na aankomst op de verpleegafdeling plat op de rug te blijven liggen. Bent u geopereerd aan een vernauwing van het wervelkanaal (laminectomie) dan is dit tot 4 uur na aankomst op de verpleegafdeling. Dit is om te voorkomen dat de wond gaat nabloeden.
Na deze periode mag u, onder begeleiding van een verpleegkundige uit bed komen en naar het toilet lopen. U mag dan ook afwisselend op de linker- of rechterzijde liggen in bed. De hoofdsteun mag na de ingreep niet hoger zijn dan 30 graden. Dit is om te voorkomen dat er te veel druk op het wervelkanaal komt. Het is niet toegestaan om meer dan 1 hoofdkussen te gebruiken. De eerste dag na de ingreep mag u zichzelf in de badkamer verzorgen. De verpleegkundige ondersteunt zo nodig of geeft u adviezen.
Op de ontslagdatum komt de fysiotherapeut bij u langs om te oefenen met staan en (trap)lopen. Verder krijgt u instructies over de leefregels na uw opname in het ziekenhuis.
Ontslag
Indien de arts-assistent en fysiotherapeut vinden dat uw toestand goed genoeg is, kunt u naar huis. Voor patiënten met een rughernia (HNP) is dit in de meeste gevallen de eerste dag na de operatie. Voor patiënten met een vernauwing van het wervelkanaal (laminectomie) is dit in de meeste gevallen de tweede dag na de operatie. Als u, de verpleegkundige of fysiotherapeut problemen verwacht na uw ontslag, kan in overleg worden gekeken naar inzet van hulpmiddelen of thuiszorg. Dit laatste gaat dan in overleg met de transferverpleegkundige. Zij kijkt of u hiervoor in aanmerking komt.
U krijgt de volgende papieren mee:
- Afspraak op de polikliniek Neurologie & Neurochirurgie met de neurochirurg 6 a 8 weken na de operatie. Met de neurochirurg bespreekt u de resultaten van de ingreep;
- Een recept voor medicijnen.
Tijdstip ontslag
Wij streven er naar uw ontslag aan het einde van de ochtend (11.00 – 12.00 uur) plaats te laten vinden.
Vervoer
Na een operatie aan een rughernia (HNP) mag u de eerste 2 weken geen auto rijden. Na een operatie bij een vernauwing in het wervelkanaal (laminectomie) mag u de eerste 6 weken geen auto rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand u op komt halen. Het is belangrijk dat u bij het in- en uitstappen van de auto uw rug niet draait. Zorg ervoor dat u maximaal 15 minuten aaneengesloten zit. De fysiotherapeut kan u advies geven over hoe u het beste in en uit de auto kunt stappen.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u die stellen aan de verpleegkundige van de verpleegafdeling Neurologie. Dit kan voor aanvang van uw opname of tijdens uw opname.
Indien u na uw ziekenhuisopname nog vragen heeft of problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met de polikliniek Neurologie of de Spoedpost van het Catharina Ziekenhuis.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Polikliniek Neurologie (tijdens kantooruren)
040 – 239 94 00
Spoedpost (buiten kantooruren en tijdens weekenden of feestdagen)
0900 – 88 61
Verpleegafdeling Neurologie
040 – 239 80 50
Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek en verpleegafdeling Neurologie & Neurochirurgie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/neurologie