Poliklinische lisexcisie (behandelingen van de baarmoedermond) (Folder)

Gynaecologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Poliklinische lisexcisie (behandelingen van de baarmoedermond) (Folder)

De gynaecoloog of huisarts heeft in uw uitstrijkje afwijkende cellen aangetroffen. Om nader te onderzoeken wat dit betekent, worden aanvullende onderzoeken en of behandelingen gedaan. In deze folder kunt u lezen wat deze onderzoeken en behandelingen inhouden.

Welke behandelingen worden op de polikliniek uitgevoerd?

1. Colposcopie

De baarmoederhals is bekleed met twee soorten cellen: plaveiselcellen en endocervicale of cilindercellen. Het overgangsgebied tussen deze twee soorten cellen heet de overgangs- of transformatiezone. Afwijkende cellen in het uitstrijkje zijn bijna altijd afkomstig van dit gebied. Bij colposcopie wordt dit gebied nauwkeurig bekeken. Als afwijkende plekjes zichtbaar zijn, neemt de arts vaak een stukje weefsel weg voor onderzoek.

2. Colposcopie met biopten

De gynaecoloog vertelt aan u of hij of zij van plan is een weefselstukje (biopt) af te nemen. Met een kleine tang wordt een stukje weefsel weggehapt (biopsie). Vaak gebeurt dit op een paar plaatsen. Het afnemen van een stukje weefsel kan kortdurend een pijnlijk gevoel geven, maar niet zo erg dat plaatselijke verdoving nodig is. De gynaecoloog vraagt of u wilt hoesten: u voelt de pijn dan minder. Door het nemen van een biopt ontstaat er een wondje van de baarmoederhals dat kan bloeden. Als er ruim bloedverlies is, stipt de arts het wondje soms aan met een bijtende stof. Dit geeft een wat krampend gevoel in de onderbuik. De arts vertelt u wanneer u dit kunt doen. In andere gevallen is maandverband voldoende. Meestal stopt het bloedverlies binnen een paar dagen. Zolang er bloedverlies is, is het beter om geen gemeenschap te hebben.

3. Lisexcisie onder lokale verdoving

Tijdens een lisexcisie verwijdert de gynaecoloog een laagje van de baarmoedermond waar onrustige cellen zijn gevonden. Dit gebeurt met een klein dun metalen lisje dat elektrisch wordt verhit. Nadat de onrustige cellen zijn weggehaald, ontwikkelen zich weer nieuwe gezonde cellen op die plek.

4. Lisexcisie onder sedatie

Hoe verloopt de behandeling lisexcisie onder sedatie?

Wat is een lisexcisie?

Tijdens een lisexcisie verwijdert de gynaecoloog een laagje van de baarmoedermond waar de onrustige cellen zijn gevonden. Dit gebeurt met een klein dun metalen lisje dat elektrisch wordt verhit. Nadat de onrustige cellen zijn weggehaald, ontwikkelen zich weer nieuwe, gezonde cellen op die plek. De lisexcisie vindt plaats op de polikliniek.

Planning

De behandeling vindt bij voorkeur plaats als u niet ongesteld bent. Voor u in aanmerking komt voor een lisexcisie in sedatie moet u een vragenlijst invullen. Deze wordt gechekt door een gynaecoloog die de ingreep doet. Het kan zijn de gynaecoloog het nodig vindt dat u een bezoek moet brengen aan de polikliniek Pre-operatieve screening. Dit hangt af of u nog andere aandoeningen heeft of bij bepaald medicijngebruik. Het is altijd belangrijk dat u aangeeft of u allergieën hebt voor jodium of medicijnen.

De behandeling

Op de behandelkamer op de polikliniek neemt u plaats op een behandelstoel. Als u sedatie krijgt, prikt de sedatie praktijk specialist een infuus en sluit de apparatuur aan waarmee uw hartactiviteit, bloeddruk en ademhaling continu worden gemeten. Na aansluiting wordt u gevraagd de benen in de beensteunen te plaatsen. Via het infuus krijgt u de sedatiemiddelen(roesje) toegediend.

Tijdens de behandeling kan er een gynaecoloog in opleiding aanwezig zijn. Ook zijn er één of twee polikliniekmedewerksters aanwezig om te assisteren.

Na de behandeling

Na de behandeling wordt de toediening van sedatiemiddelen gestaakt. Hierna wordt u geholpen om plaats te nemen op een bed en wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier zult u enkele uren verblijven om bij te komen. Het merendeel van de vrouwen heeft na afloop weinig klachten maar enkelen hebben wel pijn of voelen zich niet zo lekker. Wij raden daarom aan dat iemand u thuisbrengt. U mag op de dag van de ingreep niet zelf rijden. Ook adviseren wij u om op de dag van de ingreep geen belangrijke of ingrijpende beslissingen te nemen.

Nazorg

U kunt de eerste dagen een gevoelige onderbuik hebben. U kunt voor deze klachten een pijnstiller innemen. Na de behandeling kunt u nog enige tijd wat bloedverlies en ruimere afscheiding uit uw vagina hebben. Wij raden u aan om voor de zekerheid maandverband of inlegkruisjes te dragen. Het bloedverlies kan enige dagen tot drie weken aanhouden. Om de wondjes goed te laten genezen, wordt u in die periode verzocht geen tampons te gebruiken, niet te zwemmen of in bad te gaan en geen geslachtsgemeenschap te hebben.

Als u na de behandeling nog pijn hebt, kunt u een normale pijnstiller innemen, bijvoorbeeld paracetamol of ibuprofen. Het bloedverlies na de behandeling mag niet veel groter zijn dan tijdens een menstruatie. Is dit wel het geval, neem dan contact op met de polikliniek Gynaecologie (het telefoonnummer vindt u onder ‘Contactgegevens’). Ook als u last krijgt van koorts (38 °C of meer), sterk toenemende buikpijn, duizeligheid, hartkloppingen en een ziek gevoel moet u contact met ons opnemen.

Complicaties

Zoals bij iedere ingreep kunnen ook bij de lisexcisie onder sedatie op de polikliniek complicaties optreden. Gelukkig zijn deze complicaties zeldzaam.

Abnormaal veel bloedverlies

Is het bloedverlies meer dan een flinke menstruatie, neem dan contact op met uw gynaecoloog.

Ontsteking of infectie

Zoals bij veel andere operaties is een ontsteking of infectie een mogelijke complicatie. Bij een lisexcisie komt deze complicatie zelden voor. Koorts en daarbij hevige buikpijn wijzen op een ontsteking. U moet bij deze verschijnselen contact met het ziekenhuis opnemen. Behandeling met antibiotica is dan noodzakelijk. De geur van de afscheiding na lisexcisie altijd sterk en riekend. Dit gaat vanzelf over en wijst niet op een ontsteking.

Overgevoeligheid

U kunt overgevoelig blijken te zijn voor jodium, latex, sedatiemiddel, contrastmiddel, middel waarmee plaatselijk wordt verdoofd of pijnstillers. Als u weet dat u ergens overgevoelig voor bent, vertel dit dan voor de ingreep en op de polikliniek Pre-operatieve screening. De arts kan daar dan rekening mee houden. Een overgevoeligheidsreactie treedt zeer zelden op. Klachten zijn ongebruikelijke duizeligheid, hartkloppingen of een ziek gevoel. Soms treden de klachten pas later op als u weer thuis bent. Neem bij klachten contact op met het ziekenhuis.

Uitslag

Het van pathologisch anatomisch onderzoek van het verwijderde weefsel neemt ongeveer twee weken in beslag. De uitslag hoort u telefonisch of tijdens uw volgende bezoek aan de gynaecoloog op de polikliniek. Voor dit bezoek krijgt u een afspraak mee.

Wanneer neemt u direct contact op?

Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis:

  • bij bloedverlies dat meer is dan een flinke menstruatie;
  • koorts;
  • hevige buikpijn;
  • ongebruikelijke duizeligheid, hartkloppingen of een ziek gevoel.

Vragen

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u op werkdagen tussen 08.30 en 16.30 uur contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. In het weekend, ’s avonds en ’s nachts kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp.

Verhinderd

Kunt u niet naar uw afspraak komen? Meld dit dan zo snel mogelijk bij de polikliniek Gynaecologie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Gynaecologie
040 – 239 93 00

Verpleegafdeling Chirurgie
040 – 239 75 50

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Gynaecologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/gynaecologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden