Diagnostische hysteroscopie (Folder)

Gynaecologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Diagnostische hysteroscopie (Folder)

Deze folder geeft informatie over de diagnostische hysteroscopie, een onderzoek waarbij de gynaecoloog in de baarmoeder kijkt en eventueel kleine ingrepen doet. We beschrijven hoe het onderzoek gebeurt, wat u ervan voelt, en welke klachten u na afloop kunt hebben. De gynaecoloog legt uit waarom het onderzoek gedaan wordt en bespreekt achteraf de bevindingen met u.

Wat is een diagnostische hysteroscopie?

Bij een diagnostische hysteroscopie kijkt de gynaecoloog met een kijkbuis (hysteroscoop) via de schede (vagina) naar de binnenkant van de baarmoeder. Tijdens dit onderzoek zijn kleine ingrepen mogelijk, zoals het verwijderen van een (kleine) poliep of een spiraal waarvan de touwtjes niet meer zichtbaar zijn. Voor grotere ingrepen, zoals het weghalen van een vleesboom in de baarmoederholte, is meestal een therapeutische hysteroscopie nodig. De hysteroscoop is een dunne holle buis waar een lichtbundel doorheen gaat. Om de binnenkant van de baarmoeder goed zichtbaar te maken, brengt de gynaecoloog tijdens de hysteroscopie vloeistof naar binnen, waardoor het zicht helder blijft. Vaak sluit men de hysteroscoop aan op een camera. Het beeld is dan op een beeldscherm te zien en u kunt in de meeste ziekenhuizen zelf meekijken (zie figuur 1).

Figuur 1: De hysteroscoop wordt via de schede in de baarmoederholte gebracht.

 

Redenen voor een diagnostische hysteroscopie

Er zijn verschillende redenen voor een diagnostische hysteroscopie:

  • abnormaal bloedverlies tijdens of tussen de menstruaties
  • aanhoudende menstruatiepijn
  • bloedverlies langer dan een jaar na de laatste menstruatie
  • het uitblijven van de menstruatie na een curettage
  • verminderde vruchtbaarheid
  • herhaalde vroeggeboorten of miskramen
  • afwijkende bevindingen bij echoscopie, watercontrastechoscopie (SIS) of ander onderzoek van de baarmoederholte

Waar wordt een diagnostische hysteroscopie uitgevoerd?

De hysteroscopie vindt plaats op de polikliniek. Het onderzoek gebeurt zonder verdoving.

Op welk moment?

De hysteroscopie vindt bij voorkeur plaats als u niet ongesteld bent. Als abnormaal bloedverlies de reden is voor het onderzoek, is bloedverlies vaak niet te vermijden en meestal niet bezwaarlijk. Bij gebruik van de pil is onderzoek mogelijk op alle dagen dat u een pil inneemt. Als u geen pil gebruikt, kan het onderzoek het beste gebeuren in de eerste helft van de cyclus, vóór de eisprong. Dit is zeker belangrijk als u zwanger wilt worden: dan kan er nog geen bevruchte eicel zijn die zich eventueel gaat innestelen.

Voor het onderzoek

Voor een hysteroscopie hoeft u niet nuchter te zijn. U kunt lichte mensturatie-achtige krampen hebben. Om deze pijn te verminderen krijgt u meestal een recept voor pijnstillers.

Hoe verloopt het onderzoek?

U neemt plaats op een onderzoekstoel met uw benen in de beensteunen. De gynaecoloog doet meestal eerst een inwendig onderzoek om de grootte en de stand van de baarmoeder te beoordelen. De arts brengt vervolgens de kijkbuis (hysteroscoop) in de baarmoederholte. Door de kijkbuis komt de vloeistof om de baarmoederholte te kunnen bekijken, wat menstruatie-achtige pijn kan veroorzaken. Het hele onderzoek duurt ongeveer een kwartier; bij kleine ingrepen kan het wat langer duren.

Kleine ingrepen tijdens de hysteroscopie

Het is mogelijk om langs of door de hysteroscoop met een tangetje kleine ingrepen in de baarmoederholte te verrichten.

Verwijderen van een poliep of een klein myoom

Een poliep is een bijna altijd goedaardige uitstulping van het baarmoederslijmvlies (zie figuur 2). Een myoom (vleesboom) is een goedaardige uitstulping van de spierlaag van de baarmoeder in de holte van de baarmoeder. Beide kunnen abnormaal bloedverlies veroorzaken. Een poliep en een klein myoom kunnen doorgaans verwijderd worden met een schaartje of een ander instrument. Een uitgebreidere ingreep is nodig als de poliep of het myoom groter is of gedeeltelijk in de wand van de baarmoeder ligt.

Figuur 2: Een poliep in de baarmoederholte kan door middel van hysteroscopie worden gezien en verwijderd worden.
Figuur 3: Een myoom in de baarmoederholte kan door middel van een hysteroscopie worden gezien en verwijderd worden.

 
Opheffen van geringe verklevingen in de baarmoederholte

Dunne verklevingen tussen de voor- en achterwand zijn eenvoudig door te knippen. Voor dikkere en uitgebreide verklevingen (syndroom van Asherman) is een grotere operatie nodig (zie figuur 4).

Figuur 4: Een verkleving in de eileiderhoek
Verwijderen van een spiraal (IUD) waarvan het touwtje niet te vinden is

Het spiraal kan meestal gemakkelijk worden gezien en met een tangetje worden verwijderd. Heel zelden zit het spiraaltje vast in de wand van de baarmoeder en is een grotere operatie (therapeutische hysteroscopie) nodig (zie figuur 5).

Figuur 5: Het verwijderen van een spiraaltje
 
Het afnemen van een biopt, weefselstukje

Tijdens de hysteroscopie kan met een tangetje een stukje weefsel (biopt) van de baarmoederwand worden weggenomen voor weefselonderzoek.

(Micro)curettage

Dit is onderzoek van het slijmvlies van de baarmoeder, dat soms plaatsvindt na de hysteroscopie. Via de schede brengt de gynaecoloog een dun buisje (curette) in de baarmoeder zodat het slijmvlies van de baarmoederholte kan worden weggezogen of geschraapt voor verder onderzoek.

Mogelijke complicaties

Een diagnostische hysteroscopie veroorzaakt zelden complicaties. Het kan gaan om:

  • ruim bloedverlies
  • een ontsteking
  • overgevoeligheid of een klein gaatje in de baarmoederwand.
Ruim bloedverlies

Een diagnostische hysteroscopie geeft meestal wat bloedverlies, dat binnen een paar dagen stopt. Zeer zelden is het bloedverlies meer dan een flinke menstruatie. Neem dan contact op met de gynaecoloog.

Ontsteking

Koorts en toenemende buikpijn kunnen wijzen op een ontsteking van de baarmoederholte en/of de eileiders. Behandeling met antibiotica is dan noodzakelijk. Ook deze complicatie is zeldzaam. Neem bij deze verschijnselen contact op met de gynaecoloog.

Overgevoeligheid

Als u weet dat u ergens overgevoelig voor bent, vertel dit dan voor het onderzoek. Een overgevoeligheidsreactie treedt zeer zelden op. Klachten zijn duizeligheid, hartkloppingen en een ziek gevoel. Soms treden de verschijnselen pas later op als u weer thuis bent. Neem bij deze klachten contact op met de gynaecoloog.

Een gaatje in de wand van de baarmoeder

In zeldzame gevallen ontstaat tijdens de hysteroscopie een gaatje in de wand van de baarmoeder (perforatie). Omdat de baarmoederwand een spier is die samentrekt, geneest zo’n klein gaatje vanzelf.

Alternatieven

In plaats van een diagnostische hysteroscopie kan de gynaecoloog ook besluiten tot een waterecho (SIS). Hierbij wordt met een dun slangetje een beetje steriel water in de baarmoeder gebracht en vervolgens een inwendige gynaecologisch echo gemaakt. Met dit echo onderzoek kunnen eveneens afwijkingen in de baarmoeder in beeld worden gebracht maar kan geen behandeling plaatsvinden.

Na het onderzoek

Naar huis

Na afloop kunt u snel weer naar huis. Het merendeel van de vrouwen heeft na afloop weinig klachten, maar enkelen hebben wel pijn of voelen zich niet zo lekker. Het is dan ook verstandig dat iemand u thuisbrengt.

Leefregels

Buikpijn

U kunt na de ingreep last hebben van pijnklachten. Hiervoor mag u thuis maximaal 3 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg innemen.

Baden/douchen

Douchen mag elke dag, in bad pas weer als het bloedverlies een paar dagen gestopt is.

Geslachtsgemeenschap

Als het vaginaal bloedverlies is gestopt, moet u nog één week wachten. Na die week mag u weer geslachtsgemeenschap hebben. 

Koorts

In geval van koorts van meer dan 38 graden langer dan 24 uur moet u contact opnemen met de polikliniek.

Wanneer neemt u contact op?

  • Bij aanhoudende of toenemende buikpijn;
  • Bij aanhoudend en toenemend bloedverlies;
  • Bij plotseling optredende koorts boven de 38,5ºC.

Zijn er problemen of vertrouwt u iets niet? Op werkdagen kunt u tussen 08.30 en 16.30 uur contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie.
Bij spoed ’s avonds en/of in het weekeind neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp of de verpleegafdeling.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.

Vragen

Hebt u nog vragen? Aarzel niet ze met de gynaecoloog te bespreken.

Contactgegevens

Polikliniek Gynaecologie
040 – 239 93 00

Verpleegafdeling Chirurgie
040 – 239 75 50

Spoedeisende Hulp (SEH)
040 – 239 96 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Gynacologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/gynaecologie

Een deel van de tekst in deze folder is (na toestemming) overgenomen van de NVOG-website. De inhoud is aangepast aan de situatie zoals deze zich voordoet in het Catharina Ziekenhuis.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden