Het sluiten van Patent Foramen Ovale (PFO) (Folder)

Cardiologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Het sluiten van Patent Foramen Ovale (PFO) (Folder)

U wordt binnenkort opgenomen in het Catharina Ziekenhuis voor het  sluiten van Patent Foramen Ovale (PFO genoemd). In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rondom deze behandeling.

Een Patent Foramen Ovale (PFO) is een aangeboren opening in het tussenschot van de boezems in het hart. Bij de behandeling van een PFO wordt de opening gesloten met een zogenaamd parapluutje dat via een ader in de lies wordt ingebracht.

Bij een PFO vermengt zuurstofrijk bloed uit de linkerboezem zich met zuurstofarm bloed uit de rechterboezem. Daarbij stroomt het bloed van de rechter- naar de linkerboezem.

De zogenaamde PFO-sluiting zorgt er voor dat een gaatje tussen de twee hartboezems dichtgaat. Normaal sluit het gaatje zich vanzelf bij de geboorte, maar bij een derde van de mensen gebeurt dat niet. Dit hoeft geen probleem op te leveren, maar er is ontdekt dat bij sommige mensen die een beroerte krijgen, dit gaatje soms de oorzaak is. Als het bij deze patiënten gedicht wordt, is de kans dat ze nog een keer een beroerte krijgen kleiner.

 Wie een PFO heeft, kan last hebben van:

  • Embolie: soms kan een bloedvat in het hoofd verstopt raken
  • Migraine
  • Kortademigheid en vermoeidheid
  • Verminderd inspanningsvermogen
  • Hartritmestoornissen
  • Hartkloppingen

Behandelmethode PFO

Er zijn verschillende soorten parapluutjes. Welk type bij u wordt gebruikt, is afhankelijk van de grootte van de opening. Uw cardioloog bepaalt welk parapluutje voor u nodig is. Bij de operatie schuift de arts een dun slangetje (sheath) met daarin het parapluutje vanuit een ader in uw lies naar het hart. Het parapluutje bestaat uit 2 delen. De arts opent het eerste deel in de linkerboezem, en plaatst het over het gaatje. Daarna opent hij het 2e deel van het parapluutje in de rechterboezem. De opening is dan afgesloten. Het parapluutje blijft uw hele leven zitten. Er groeit vanzelf weer lichaamsweefsel overheen.

Voorbereiding

Als u bloedverdunners gebruikt, is het belangrijk dat van te voren aan uw arts te vertellen. Om risico op bloedingscomplicaties te verlagen is het volgende van belang:

  • Bij middelen die worden gecontroleerd aan de hand van de INR-waarde (vaak door trombosedienst) is het belangrijk om drie (acenocoumarol) of vijf dagen (fenprocoumon) voor de ingreep met het gebruik te stoppen.
  • Ook bij het gebruik van andere soorten bloedverdunners is het van belang om van tevoren uw arts in te lichten.

Dag van opname

Ongeveer een week voor uw ingreep krijgt u telefonisch bericht over de opname en de behandeldatum. U wordt één dag voor de behandeling opgenomen op de afdeling Cardiologie.

Neem voor uw bezoek niet meer dan 1 tas/ trolley met uw persoonlijke spullen mee omdat de opbergruimte beperkt is. Het is ook raadzaam om iets mee te nemen waardoor u zich niet hoeft te vervelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een boek of puzzel.
Het is raadzaam om zoveel mogelijk waardevolle spullen thuis te laten, Voor uw opname is het raadzaam om ten minste het volgende mee te nemen:

  • Makkelijk zittende kleding
  • Ondergoed en sokken
  • Toiletspullen
  • Indien van toepassing: brillenkoker; bakje voor lenzen
  • Uw eigen medicatie in de originele verpakking

Op de dag van opname krijgt u een kort gesprek met een medewerker van de afdeling. Hier mag één  familielid of naaste bij aanwezig zijn. In dit gesprek wordt alle informatie nog kort herhaald en maakt u kennis met de afdeling. Daarnaast krijgt u de volgende voorbereidende onderzoeken:

  • De verpleegkundige maakt een hartfilmpje (ECG) en controleert uw bloeddruk, polsslag en temperatuur.
  • Er wordt een infuus geplaatst in de arm.
  • Er wordt bloed afgenomen.
  • Mocht u nog niet eerder bij de anesthesioloog zijn geweest dan gaat u naar de afdeling pre-operatieve screening (PPOS). Hier krijgt u een gesprekje met de anesthesioloog om te bespreken of de operatie voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Tevens wordt de soort verdoving en pijnstilling besproken.
  • Ook start u mogelijk met het innemen van Plavix (Clopidogrel) en Acetylsalicylzuur (Ascal). Dit zijn bloed verdunnende medicijnen die ervoor zorgen dat er op het parapluutje minder snel een stolsel ontstaat. Deze medicijnen dient u na de ingreep nog minstens 6 maanden te blijven gebruiken.
  • De arts komt bij u langs voor een kort gesprekje en u wordt lichamelijk onderzocht.
  • U moet vanaf 24.00 uur nuchter blijven en mag niet meer eten, drinken of roken.

De dag van de behandeling

De dag van de behandeling moet u nuchter blijven (meer informatie hierover vindt u in de folder ‘Anesthesie’). U krijgt wel uw eigen ochtendmedicatie eventueel aangevuld met de nieuwe bloedverdunners. Die mag u met een glaasje water innemen. Twee uur voor de ingreep krijgt u een rustgevend tabletje (Oxazepam). Wanneer u aan de beurt bent en naar de behandelkamer mag komen, krijgt u een blauw operatiehemd aan en moet u alles af en uit doen (sierraden, piercings, lenzen, bril, gehoorapparaat, kleding inclusief ondergoed). Via een infuus wordt antibiotica toegediend om het risico op een ontsteking te verlagen.

De behandeling

Op de behandelkamer wordt u aangesloten op bewakingsmonitoren. Het plaatsen van het parapluutje zal onder algehele narcose plaatsvinden, hiervoor is de anesthesioloog aanwezig bij de ingreep. Nadat u in slaap bent gebracht, wordt er door de anesthesioloog een beademingsbuisje in uw keel geplaatst. Hiermee wordt uw ademhaling overgenomen. Via de slokdarm wordt een echoslang ingebracht, hiermee kan het hart van meerdere kanten bekeken worden. De rechter of linker lies wordt gedesinfecteerd en in de ader wordt een buisje (sheath) ingebracht. Door deze sheath kan het parapluutje naar het hart worden geleid. De sheath wordt na de ingreep direct verwijderd. De insteekopening van deze sheath wordt eerst handmatig dichtgedrukt en vervolgens wordt er meestal een hechting geplaatst en tevens een drukverband aangelegd. De beademingsbuis wordt na de behandeling verwijderd zodra u weer zelfstandig ademt.

Na de behandeling

U gaat vanuit de operatiekamer naar de recovery. De meeste patiënten gaan vanuit de recovery terug naar de verpleegafdeling Cardiologie. Sommige patiënten die extra bewaking nodig hebben kunnen naar de hartbewaking (CCU) of Intensive Care (IC) gaan voordat zij terug naar de verpleegafdeling komen. Op zowel de verpleegafdeling als de CCU/ IC wordt uw hartritme, bloeddruk, pols en temperatuur in de gaten gehouden. Omdat u een drukverband om de lies heeft, houdt u minimaal 4 uur volledige (platte) bedrust. Het verband wordt door de verpleegkundige na de verstreken termijn verwijderd. U zult na de operatie nog gedurende 1 nacht geobserveerd worden op de afdeling voordat u van de arts met ontslag mag. Dit ontslag is afhankelijk van een aantal controles die nog uitgevoerd worden, zoals de vitale functies (bloeddruk, hartslag en temperatuur) en de liescontrole.

Mogelijke complicaties

Complicaties zijn gelukkig zeldzaam tijdens deze procedure. Echter, bij het plaatsen van het parapluutje kunnen de volgende complicaties optreden (tussen de 1-10 op de 100 ingrepen):

  • Ritmestoornis vanuit de boezems (boezemfibrilleren)
  • Nabloeding van de liesader

Zeldzame complicaties die minder dan 1 op de 100 ingrepen plaatsvinden, waar wel ernstig kunnen verlopen zijn:

  • Allergische reactie op medicijnen toegediend tijdens de ingreep
  • Beschadiging van de liesader of slagader
  • Beroerte
  • Beschadiging van het hart met als gevolg een bloeding in het hartzakje (harttamponade)
  • Loslaten of infectie van het parapluutje zelf

Uw arts kan u uiteraard nadere toelichting geven.

Leefregels

Na de ingreep dient u zich aan diverse leefregels te houden:

  • Het is belangrijk de medicijnen in te nemen volgens voorschrift van de arts.
  • Indien de wondjes in de lies niet droog zijn, dient u hier een nieuwe pleister op te doen. Thuis een vochtige pleister altijd vervangen door een nieuwe in verband met het risico op een infectie. Een eventuele bloeduitstorting (hematoom) kan naar beneden uitzakken. Deze verkleurt langzaam en verdwijnt na ongeveer zes weken.
  • Bij liesproblemen zoals pijn, nabloeding, roodheid met warmte of zwelling kunt u dit melden bij de huisarts of huisartsenpost of eventueel het ziekenhuis.
  • Vanaf de dag na ontslag mag u kortdurend douchen, maximaal 5 minuten.
  • De eerste 4 dagen mag u niet in bad.
  • De eerste week is gebruik van de sauna of zwemmen niet toegestaan.
  • De eerste 48 uur mag u niet duwen, tillen of trekken. Na deze 48 uur mag u de activiteiten weer rustig hervatten. Bouw dit geleidelijk op.
  • 48 uur mag u niet fietsen of autorijden.
  • Sporten is de eerste week niet toegestaan.

Ontslag

Wanneer u wordt ontslagen uit het ziekenhuis is afhankelijk van hoe voorspoedig het herstel gaat. Normaliter is dit de dag na de operatie.

De verpleegkundige geeft u bij ontslag een aantal papieren mee, waaronder vaak:

  • Een recept voor uw medicijnen of levering van uw medicatie door de poli-apotheek (op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden) en een medicijnoverzicht.
  • Een controle afspraak bij uw cardioloog in het Catharina ziekenhuis na drie maanden.

De verpleegkundige beantwoordt uw laatste vragen en geeft adviezen over leefregels.

 Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij beiden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling , onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd worden door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan en arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de verpleegafdeling Cardiologie.

Wilt u een afspraak maken/ verzetten of heeft u klachten? Neem dan contact op met de polikliniek Cardiologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040- 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Cardiologie

040-239 70 00 (ma t/m vrij van 8.30 tot 17.00 uur)

Verpleegafdeling Cardiologie

040-239 81 50

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Cardiologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/cardiologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden