Obstetrische Plexus Brachialis Letsel (OPBL) (Folder)

Fysiotherapie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Obstetrische Plexus Brachialis Letsel (OPBL) (Folder)

Na de geboorte van uw kind is geconstateerd dat een armpje minder goed beweegt. Dit is tijdens de geboorte ontstaan door zenuwletsel en wordt een obstetrische plexus brachialis letsel (OPBL) ofwel Erbse parese genoemd.

In deze folder leest u wat een plexusletsel is en welke behandeling de kinderfysiotherapeut uitvoert. Ook krijgt u tips en adviezen over wat belangrijk is om te doen of juist niet te doen.

Plexus brachialis

Zowel aan de linker- als aan de rechterkant bevindt zich een plexus brachialis.

Deze plexus is de verbinding tussen de hersenen en de spieren en huid van een arm. Door een beschadiging aan deze plexus kan de arm minder goed en minder krachtig bewegen en kan ook het gevoel in de arm verminderd zijn.

Oorzaak letsel

Dit letsel kan ontstaan bij een:

  • zware bevalling
  • groot kind
  • baby met verminderde spierspanning (bijvoorbeeld bij een te vroege bevalling)
  • de vorm van het bekken van de moeder
  • stuitbevalling
  • onbekend

Het letsel kan ontstaan wanneer tijdens de bevalling de schouder van het kind achter het schaambeen van de moeder blijft steken. De hoek tussen hoofd en schouder wordt hierbij te groot, waardoor de betreffende zenuwen overrekken of zelfs (gedeeltelijk) scheuren. Bij een stuitbevalling kan dit ook ontstaan, doordat het hoofd achterblijft en dus de hoek tussen hoofd en schouder te groot wordt. Bij een plexus-letsel kan ook een breuk van het sleutelbeen ontstaan, dit hoeft echter niet.

Hoe vaak komt dit voor?

Een obstetrisch plexus brachialis letsel komt bij 2 op de 1000 geboortes voor. Voor de bevalling  kunnen we het ontstaan van een plexus letsel niet voorspellen. De kinderarts stelt de diagnose vast en  verwijst zo nodig door naar de kinderfysiotherapeut.

Van de letsels herstelt 80-90% spontaan binnen 3 tot 6 maanden. Bij een klein deel van de kinderen blijft er een zenuwgeleidingsprobleem bestaan. Deze kinderen worden uiteindelijk doorverwezen naar een gespecialiseerd plexus team. Het plexus team is een multidisciplinair team gecoördineerd door een neurochirurg. Dit team maakt een eventuele keuze voor operatie en verdere therapie.

Na de geboorte

Bij een plexus brachialis letsel wordt uw kind door de kinderfysiotherapeut begeleid. Hij onderzoekt welke zenuwen aangedaan zijn en maakt een overzicht van de spierfunctie. Ook adviseert de therapeut hoe u uw baby op de juiste wijze verzorgt, oppakt en vasthoudt en leert zij/hij u oefeningen aan.

Adviezen voor thuis

Na het ontstaan van een plexus-letsel is het belangrijk dat u de aangedane arm voorzichtig begeleidt en ondersteunt.

Voorkom bij het verzorgen en vasthouden van uw kind dat de arm in een abnormale stand komt of een abnormale beweging maakt. Bescherm de gewrichten van een slappere arm tegen te veel rek op de banden en het kapsel. Een verkeerde houding of beweging heeft geen effect op het zenuwletsel.

De volgende adviezen gelden:
  • U mag het handje en de ellenboog volop bewegen, maar zorg ook voor voorzichtige beweging in de schouder. Spontane bewegingen van de arm door de baby zelf zijn altijd goed.
  • Streel het handje en armpje; dit stimuleert het gevoel
  • U mag het handje heel rustig in de richting van het mondje brengen, zodat uw kindje op het handje of de duim kan zuigen.
Houding van uw baby op schoot
  • Het kindje mag met het bekken tegen uw buik in het gootje van uw twee benen liggen.
  • De baby kan met ondersteuning van beide schouders in het holletje van uw arm liggen/zitten.
 Houding van uw baby in bed
  • Het kindje ligt in bed bij voorkeur met het gezicht naar de goede arm gedraaid. U mag het kind tijdens verzorgingsmomenten stimuleren om naar de andere kant te kijken, door over het wangetje te strijken of zachtjes met uw stem te roepen.
Aan- en uitkleden
  • Het is prettig als u ruim zittende kleding voor het kindje heeft. Gebruik bij voorkeur hemdjes en truitjes met een ruime hals, overslaghemdjes of kleertjes die u helemaal kunt openmaken. U vermijdt dan trekken aan de arm.
  • Het aan- en uitrekken kan als oefenmoment gezien worden voor de arm. Let er wel op dat dit voorzichtig gebeurt.
  • Doe bij het aankleden de aangedane arm het eerste in de mouw.
  • Doe bij het uitkleden de aangedane arm het laatste uit de mouw.
  • Als de plexus brachialis parese gecombineerd is met een breuk van de bovenarm of sleutelbeen mag de arm de eerste 3 weken niet boven de 90 graden bewogen worden. (Dit betekent de arm niet hoger dan de neus brengen)

 Baden

Houd uw kindje bij het baden altijd als volgt vast:

  • Houd bij het in bad doen uw baby vast met de gezonde zijde naar u toe.
  • Laat het hoofdje op uw pols rusten en ondersteun met uw vingers de bovenarm van de aangedane arm. Houd deze arm tegen het lichaam van uw kindje. Zo voorkomt u dat de arm plotseling valt of teveel naar beneden zakt.
  • Met uw andere hand ondersteunt u de billen, of laat de billen op de bodem leunen om te kunnen wassen. U kunt eventueel een antislipmatje op de bodem leggen, zodat u een arm vrij heeft om te wassen
  • In bad mag de arm vrij bewegen
Oppakken en dragen

U mag uw kind NIET onder de aangedane oksel oppakken en niet aan de aangedane arm.

  • Leg eerst de aangedane arm naar voren (b.v. op de buik), draai het kind naar de andere zijde en pak hem/ haar met een hand onder de billen en de andere hand onder de schouders op.
  • Zorg dat tijdens het vasthouden/dragen en tijdens de verzorging, de aangedane arm altijd tegen het lichaam blijft liggen, hierdoor voorkomt u dat de arm plotseling valt
  • Zorg ervoor bij het oppakken en dragen dat u de aangedane schouder goed ondersteunt.
  • Laat het armpje niet los hangen.

Rechter arm van kind wordt vastgehouden, zodat deze niet kan vallen.

Het is belangrijk om de beweeglijkheid van de aangedane schouder en arm optimaal te houden. De fysiotherapeut leert u hoe u dit kunt doen. Hij controleert uw kindje en onderzoekt of er herstel van spierfunctie plaatsvindt. U leert ook hoe u de spierfunctie kunt stimuleren

Oefeningen plexus brachialis letsel (niet uitvoeren bij breuk bovenarm of sleutelbeen):

De kinderfysiotherapeut legt uit hoe u de bewegingsoefeningen exact moet uitvoeren. Deze plaatjes en tekst zijn ter ondersteuning.

De oefeningen rustig uitvoeren en in de eindstand 10 seconden vasthouden.

Oefening 1

  1. Pak de onderarm
  2. Breng de arm rustig boven het hoofd. Houd de arm dicht tegen het oor.

Oefening 2

1. Breng de bovenarm zijwaarts tot halverwege en buig de elleboog 90 graden.

2. Draai de arm naar achteren zodat de arm op de onderlaag komt.

3. Draai de arm weer terug zodat de handpalm op de onderlaag komt.

Oefening 3

1 . Leg de arm tegen de zijkant van het lichaam met de elleboog 90 graden gebogen op de buik.

2. Draai rustig de onderarm naar buiten zodat de handrug de onderlaag raakt.

Oefening 4 (elleboog)

1. Draai de handpalm naar boven en strek de elleboog.

2. Buig de elleboog met de handpalm naar boven.

3. Houd de bovenarm op zijn plaats en draai rustig de onderarm naar achteren en naar voren.

Oefening 5 (pols en vingers)

1.     Buig de pols naar achteren, open de vingers en de duim.

Adviezen t.a.v. kind met botbreuk en een plexus brachialis letsel

Mocht uw kind een plexusletsel met botbreuk hebben, dan gelden de eerste 3 weken na de  geboorte extra adviezen. Doel van deze adviezen is om de pijnlijke breuk te ontzien.

  • De arm met de breuk niet meer dan 90 graden omhoog bewegen (dit betekent de arm niet hoger dan de neus brengen)
  • Niet op de zijde leggen waar de botbreuk zich bevindt.
  • Niet op de buik leggen.
  • Probeer bewegingen die pijn veroorzaken aan te passen of te vermijden, zijwaartse en opwaartse bewegingen zijn vaak pijnlijk.
  • Niet aan de armen trekken bij het optillen of bij kleding aantrekken.
  • Kies kleding die gemakkelijk aan en uitgetrokken kan worden.
  • Bij veel pijn mag de arm onder het rompertje worden gestopt of mag u het mouwtje met een speld of pleister aan de kleding bevestigen.

Na deze 3 weken kunt u de adviezen aanhouden zoals beschreven voor kinderen met een plexus brachialis letsel zonder botbreuk. De arm mag u niet meer vastmaken of onder een rompertje stoppen.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt over de behandeling, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Fysiotherapie en vragen naar de kinderfysiotherapeut.

Meer informatie vindt u op de website van de Erbse Parese Vereniging Nederland, www.epvn.nl. Hier is de folder van EPVN ook te vinden in meer talen.

Contactgegevens

Afdeling Fysiotherapie
Telefoonnummer (040) 239 84 20 (ma t/m vrij tussen 08.30 en 17.00 uur).

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Fysiotherapie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/Fysiotherapie.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden