Coronaire Functietest (Folder)

Catharina Hart- en Vaatcentrum
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Coronaire Functietest (Folder)

Binnenkort komt u naar het Catharina Ziekenhuis voor een coronaire functietest. Dit is een test om de functie van de kransslagaders van het hart in kaart te brengen. Dit onderzoek wordt gedaan als er wordt gedacht aan hartklachten zonder dat er vernauwingen in de kransslagaders zijn. We bekijken dan of abnormale vaatkrampen de oorzaak van de klachten kunnen zijn, of dat er een verminderde bloedstroom in de allerkleinste vaten van het hart is.

Voor dit onderzoek wordt u opgenomen op de afdeling Hartlounge. In deze folder vindt u algemene informatie over uw opname op de afdeling, het onderzoek en richtlijnen voor thuis. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Video over de Hartlounge

Voor deze behandeling wordt u opgenomen op de Hartlounge van het Catharina Ziekenhuis. Om u goed te kunnen voorbereiden op deze opname is het raadzaam om de video te bekijken over de Hartlounge. U vindt deze video op de website van het Catharina Ziekenhuis: www.catharinaziekenhuis.nl/hartlounge

In deze video ziet u alles wat u moet weten over uw behandeling op de Hartlounge van het Catharina Hart- en Vaatcentrum. Ook vindt u op deze website alle informatie over uw behandeling, onderzoek en het Catharina Hart- en Vaatcentrum.

De informatie die u kunt vinden op overige sites, zoals de Nederlandse Hartstichting, kunt u gebruiken als achtergrondinformatie en heeft een algemeen karakter.

Voorbereiding

De secretaresse geeft u telefonisch of per brief het tijdstip door waarop u op de afdeling Hartlounge wordt verwacht.

U moet voor dit onderzoek nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf middernacht voor het onderzoek niets meer mag eten of drinken. U mag wel water drinken.

Vanaf 1 dag voor de test mag u:

  • Geen koffie en thee (ook geen cafeïnevrije koffie of thee!)
  • Geen banaan en geen chocolade of producten met cacao
  • Geen cola, ijsthee of energiedranken zoals Red Bull of dr. Pepper
  • Vanaf 1 dag voor de test mag u geen medicijnen met coffeïne gebruiken. Dit zit met name in pijnstillers zoals paracetamol met coffeïne (bijvoorbeeld paracof, panadol plus, finimal).
  • Als u rookt mag u vanaf 4 uur voor de coronaire functietest niet meer roken

Het is soms nodig om bepaalde medicijnen te stoppen voor het onderzoek, dit wordt met u besproken per telefoon of per brief voorafgaand aan het onderzoek, lees die brief altijd goed door. Wij verzoeken u om uw medicatie(lijst) mee te nemen.

Instructie over uw  medicijnen

  • Deze medicijnen moet u vanaf 2 dagen voor de test stoppen (als de test op maandag is mag u ze op zaterdag niet meer innemen):
    • Diltiazem (Tildiem) of Verapamil
    • Amlodipine (Norvasc), Barnidipine (Cyress, Vasexten), Nifedipine (Adalat) of Felodipine
    • Ranolazine (Ranexa)
    • Nitroglycerine pleisters (Deponit T, Minitran, Transiderm-Nitro)
  • Deze medicijnen moet u vanaf 1 dag voor de test stoppen (als de test op maandag is mag u ze op zondag niet meer innemen)
    • Isosorbidemononitraat (Mono Cedocard, Promocard)
    • Nicorandil (Ikorel)
  • Deze medicijnen mag u tot 1 uur voor de test blijven gebruiken (bij klachten): de kortwerkende nitroglycerine tabletten voor onder de tong (zoals isordil, cedocard, isosorbidedinitraat) of de kortwerkende spray voor onder de tong (zoals nitrolingual of nitroglycerine spray).
  • Andere medicijnen (die niet hierboven genoemd zijn) mag u gewoon innemen, ook op de dag van het onderzoek.

Dag van de opname

Houdt u er rekening mee dat het tijdstip van de behandeling altijd gewijzigd kan worden in verband met spoedbehandelingen.

De verpleegkundige ontvangt u en uw partner/familielid op de afdeling Hartlounge. In een opnamegesprek krijgt u uitleg over wat er gaat gebeuren. Als u vragen heeft, kunt u die stellen. Heeft u suikerziekte en gebruikt u hiervoor medicijnen? Geef dit dan bij de opname door aan de verpleegkundige. De verpleegkundige geeft u verdere instructies.

Aansluitend aan het opnamegesprek vinden op de opnamedag de voorbereidende onderzoeken voor de coronaire functietest plaats. De verpleegkundige maakt een hartfilmpje en controleert uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en prikt ook een infuusnaald.

Het is toegestaan voor één naaste om zowel het opname- als ontslaggesprek bij te wonen. Het overige deel van de dag dat u bij ons verblijft is bezoek niet toegestaan.

Wanneer het opnamegesprek en bijbehorende onderzoeken afgerond zijn, neemt u plaats in de Hartlounge. Hier wacht u tot u opgeroepen wordt voor de behandeling. Wij houden een ruime tijdsplanning aan om zo eventuele in- en uitloop van procedures te ondervangen. Houd er dus rekening mee dat het een tijdje kan duren voordat u daadwerkelijk opgeroepen wordt voor de behandeling.

Uitleg over het onderzoek: wat is een coronaire functietest?

1. Hartkatheterisatie

We beginnen de test met een hartkatheterisatie. Een hartkatheterisatie is een manier om de kransslagvaten van het hart in beeld te brengen. We gebruiken hiervoor katheters die we via een slagader naar het hart brengen. De katheter wordt meestal via de slagader in de pols, soms via de slagader in de lies in gebracht. Voordat we beginnen krijgt u een verdovende prik op de plek waar de arts de katheter inbrengt. Vervolgens prikt de arts de slagader aan om de katheter in te brengen naar het begin van de kransslagvaten. Met contrastvloeistof kunnen we vervolgens bewegende beelden maken van de kransslagvaten. De arts brengt de kransslagaders vanuit verschillende hoeken in beeld en stelt vast dat er geen belangrijke vernauwingen zijn.

2. Metingen van de functie van de kransslagaders

Hierna starten we met de metingen van de functie van de kransslagaders. We voeren verschillende metingen uit. Hieronder staan de metingen die we meestal doen. Het kan zijn dat de arts die de test bij u uitvoert ervoor kiest om extra metingen te doen of juist om een meting over te slaan.

2a. Metingen met acetylcholine

We doen eerst metingen met de stof acetylcholine. Dit is een middel dat verkrampingen (ook wel: spasmen) kan uitlokken. We starten met een hele lage dosering en geven dit direct in de kransslagader. Vervolgens controleren we hoe u zich voelt, hoe het hartfilmpje er uit ziet en of we verkrampingen van de kransslagaders zien. Als we geen bijzonderheden zien geven we een iets hogere dosering acetylcholine, totdat we een spasme zien of totdat we in totaal 4x acetylcholine hebben gegeven. Een spasme kan herkenbare klachten van bijvoorbeeld pijn op de borst uitlokken. Hier vragen we ook naar. Als we een spasme zien geven we een medicijn dat het spasme tegengaat, hierdoor zakt de pijn op de borst ook weer af. We controleren of de kransslagvaten weer ontspannen zijn voordat we doorgaan met de volgende meting.

2b. Metingen met adenosine

De volgende meting doen we met het medicijn adenosine, dat u via een infuus krijgt. Om de meting te kunnen uitvoeren leggen we een speciale meetdraad in de kransslagvaten. Adenosine kan een warm of beklemmend gevoel op de borst geven, het is ongevaarlijk. Na ongeveer drie minuten wordt het infuus stopgezet en verdwijnen de klachten bijna direct. Soms is het nodig om een tweede keer adenosine te geven.

2c. Bloedstroomsnelheid meten

Tot slot meten we de bloedstroomsnelheid door de kransslagvaten. Hiervoor gebruiken we de speciale meetdraad (die we ook bij de adenosine meting gebruikten), in combinatie met een andere katheter. Omdat we voor deze meting geen medicijnen of contrastvloeistof gebruiken, merkt u hier weinig van.

De arts zal u aan het eind van het onderzoek vertellen wat de uitslag van alle metingen is.

Nazorg

Na afloop van het onderzoek kan de insteekopening in de slagader op verschillende manieren gesloten worden:

  1. Met een plugje (Angio-seal): het plugje wordt via de slagader in de lies ingebracht. Door het plugje voorzichtig terug te trekken, wordt de insteekopening van de slagader gesloten. Daarna brengt de verpleegkundige een sponsje aan en is de wond gesloten. U moet dan bij terugkomst een uur plat blijven liggen. Het plugje lost binnen 90 dagen op; de insteekopening is dan genezen. Het is belangrijk dat deze plek gedurende deze 90 dagen niet aangeprikt wordt. Is dit bij u gebruikt, dan krijgt u een begeleidend kaartje mee, waarop staat dat u de eerste drie maanden na uw katheterisatie – bij voorkeur – niet in deze lies mag worden aangeprikt. Dit is van belang wanneer u onverhoopt in een andere kliniek wordt opgenomen. Draag dit kaartje de eerste drie maanden altijd bij u. Het is verstandig om uw partner of andere directe familie hiervan op de hoogte te brengen.
  2. Met een drukverband om uw lies: indien u een drukverband krijgt, moet u plat op bed blijven liggen met maximaal één hoofdkussen en de hoofdsteun van het bed iets omhoog. Afhankelijk van de dikte van de lieskatheter moet u het drukverband vier tot acht uur dragen. U wordt daarna gevraagd om uit bed te komen en rustig over de afdeling te lopen. Na minimaal één uur controleert de zaalarts/verpleegkundig specialist uw lieswond en wordt er besloten of u met ontslag mag.
  3. Met een drukverbandje om de pols: als het onderzoek via de pols is gedaan, wordt de insteekopening van de slagader op die plek gesloten met een drukbandje met lucht. Dit bandje dient u ongeveer 2,5 uur te dragen. De verpleegkundige zal de druk die dit bandje uitoefent op de pols geleidelijk verminderen door er lucht uit te halen. U krijgt na de behandeling een mitella.

De verpleegkundige meet enkele keren uw bloeddruk en hartslag en controleert het wondje in de lies of pols en de doorbloeding van uw benen/hand. Als u na de behandeling pijnklachten krijgt of houdt, meld dit dan bij de verpleegkundige.

U kunt eventueel uw familie bellen. Tip: draag makkelijk zittende en niet knellende kleding. Het liefst kleding zonder knopen.

Risico’s en complicaties

Het onderzoek verloopt bijna altijd goed, maar er zijn risico’s. De risico’s zijn gelijk aan die van een hartkatheterisatie of dotterbehandeling. De volgende complicaties kunnen optreden:

  • Doordat tijdens de behandeling de slagader wordt aangeprikt in de lies of pols, bestaat na de behandeling het risico op bloedingen en/of blauwe plekken in de lies of pols (5%).
  • De kans bestaat dat u tijdens het onderzoek een hartinfarct krijgt, materiaal dat in het bloedvat wordt gebracht kan de vaatwand beschadigen (<1%). Vaak is deze complicatie snel te verhelpen met bijvoorbeeld een stentplaatsing, zeer zeldzaam is dat er een spoedoperatie door de hartchirurg nodig is om dit op te lossen.
  • De kans bestaat dat u een ritmestoornis krijgt tijdens de behandeling, mede door de medicatie die wordt gebruikt voor de metingen. In bijna alle gevallen is dit snel te verhelpen of trekt het spontaan weer direct weg (<1%).
  • U kunt een allergische reactie krijgen op gebruikte materialen, zoals de stickers die gebruikt worden bij de hartritmebewaking, pleisters, jodium, contrastvloeistof of medicijnen (1%).
  • Een spoedoperatie is soms nodig als er ernstige acute complicaties optreden tijdens het onderzoek (< 1%).
  • Herseninfarct (<1%)
  • Overlijden (<1%)

Ontslag

Bij het ontslag krijgt u de volgende papieren mee:

  • Eventueel een recept voor de medicijnen.
  • Een afspraak bij de cardioloog van het Catharina Ziekenhuis, als u hier patiënt bent. Als u bij een cardioloog uit een ander ziekenhuis onder behandeling bent, moet u zelf een afspraak maken voor over ongeveer vier tot zes weken. Uw cardioloog krijgt een brief van de polikliniek Cardiologie.

Leefregels

Wondverzorging
Tijdens de katheterisatie is een slagader aangeprikt, waardoor een insteekopening is ontstaan; dit is het gaatje waar we tijdens de katheterisatie naar binnen zijn gegaan. Er is een buisje uit de pols of lies verwijderd en de insteekopening is afgedrukt met een drukverband, plug (Angio-Seal) of polsbandje.

De verpleegkundige in het ziekenhuis heeft een pleister op de insteekopening gedaan. Deze mag u er ’s avonds zelf afhalen. Is een pleister vochtig? Vervang deze dan door een nieuwe, droge pleister. Door een vochtige pleister kan infectie van het wondje optreden.

Heeft de katheterisatie via de lies plaatsgevonden, dan kan er een bloeduitstorting op de aanprikplek ontstaan. Deze kan tot het scrotum en de knieën uitzakken. De bloeduitstorting verkleurt langzaam en verdwijnt vanzelf na een week of zes. Als de bloeduitstorting geen pijn doet en beperkt blijft, hoeft u zich daar geen zorgen over te maken.

Autorijden/Fietsen
Geadviseerd wordt om de eerste 48 uur (twee dagen) niet zelf auto te rijden of te fietsen. Tijdens het autorijden of fietsen komt er veel druk op de pols of lies met het risico op een nabloeding.

Lichamelijke activiteit
U mag de arm de eerste 24 uur na de behandeling niet gebruiken. De eerste 48 uur na de katheterisatie via de pols mag u niet duwen, tillen of trekken. U mag de arm 24 uur niet gebruiken.

Bent u gekatheteriseerd via de lies, dan mag u 48 uur niet tillen, persen bij de toiletgang en moet u rustig traplopen.

Voor een goede genezing van het wondje is het belangrijk dat u niet te veel druk op de slagader uitoefent. Na twee dagen mag u uw activiteiten weer rustig aan hervatten. Bouw dit geleidelijk aan op.

Baden en douchen
De eerste vier dagen na het onderzoek mag u niet in bad. Naar de sauna of zwemmen mag na een week weer. Dit heeft te maken met de hygiëne. U mag vanaf de dag na het onderzoek kort douchen, niet langer dan 5 minuten.

Sporten
Na een week kunt u het sporten hervatten.

Wanneer neemt u contact op?

Wanneer moet u meteen alarmnummer 112 waarschuwen? 112 is het alarmnummer voor noodsituaties als direct medische hulp nodig is. U moet onmiddellijk 112 bellen als zich de volgende verschijnselen voordoen:

  • Als het wondje in uw lies of pols hevig gaat bloeden. Hieronder wordt verstaan dat het bloed met krachtige, snelle stoten uit de lies of pols komt. Dit kan betekenen dat u een slagaderlijke bloeding heeft. U heeft dan snel medische hulp nodig.
  • Als er ineens een grote zwelling in de lies of pols ontstaat. Het lijkt dan of er een groot ei op de lies ligt. Dit kan ook betekenen dat een slagader onderhuids is gaan bloeden. Ook hierbij is zo snel mogelijk medische hulp nodig.
  • Rijd niet zelf naar het ziekenhuis! Ambulancepersoneel kan u bij deze verschijnselen het beste helpen. Door bloedverlies kunt u flauwvallen.

Wat moet u zelf doen bij deze verschijnselen?

  • Laat iemand in uw directe omgeving het alarmnummer 112 bellen of bel zelf als er niemand in de buurt is.
  • Ga platliggen, bijvoorbeeld op de grond, een bed of bank.
  • Probeer de bloeding onder controle te krijgen door met twee vingers krachtig te drukken boven de insteekplaats. Laat dit indien mogelijk door iemand anders doen.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u altijd contact opnemen met de verpleegafdeling Cardiologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Hartlounge (maandag t/m vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur)
040 – 239 57 80

Verpleegafdeling Cardiologie
040 – 239 81 50

Routenummer(s) en overige informatie over de verpleegafdeling Cardiologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/cardiologie


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden