Frozen shoulder
Een frozen shoulder (“bevroren schouder”, ook wel capsulitis genoemd) komt bij circa 2% van de bevolking voor en is daarmee dus zeker geen zeldzame aandoening. Meestal ontstaat een frozen shoulder bij mensen tussen de 40 en 60 jaar, en vaker bij vrouwen dan bij mannen.
De schouderkop is relatief groot ten opzichte van de schouderkom. De kom is relatief klein en ondiep. Daarom is er een sterk omhulsel van bindweefsel, genaamd gewrichtskapsel. Hiermee wordt de kop in de kom gehouden. Om de schouder soepel te laten bewegen, wordt het gewricht gesmeerd met een soort vloeistof (synovia). Dit wordt aangemaakt door het slijmvlies (synovium) binnen in het gewricht. In een frozen shoulder is het gewrichtskapsel door chronische ontsteking verdikt en stug. Ook ontstaan er verklevingen (adhesies) in het gewricht en is er vaak minder synovia.
Oorzaak
Bij een frozen shoulder raakt het schouderkapsel verdikt en stug door een chronische ontsteking. De oorzaak hiervan is meestal niet bekend. Er is geen verband met links- of rechtshandigheid of werk. Enkele factoren die het optreden van een frozen shoulder kunnen beïnvloeden zijn:
- Suikerziekte (diabetes). Een frozen shoulder komt veel vaker voor bij mensen met suikerziekte, tot wel 10-20 %. De reden hiervan is niet bekend. Er is geen samenhang met de ernst van de suikerziekte, met het al of niet goed ingesteld zijn of met het gebruik van insuline.
- Een te langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie).
- Een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie).
- Immobilisatie. Een frozen shoulder kan ontstaan nadat een arm langdurig geïmmobiliseerd is in een verband, bijvoorbeeld na een botbreuk (fractuur) of een operatie.
Symptomen
Kenmerkend is de verminderde beweeglijkheid van het gewricht, zowel wanneer u dit zelf probeert te bewegen als wanneer iemand anders het gewricht beweegt. Een frozen shoulder ontwikkelt zich in drie stadia:
- Vastvriezen
In het begin is de pijn opvallend aanwezig bij alle bewegingen en vaak ook ’s nachts. Vooral plotse bewegingen kunnen felle pijn veroorzaken. De pijn bevindt zich vaak in de schouder en aan de buitenzijde van de bovenarm. Geleidelijk aan treedt ook stijfheid op bij bewegen. Dit proces van steeds vaster vriezen kan 6 weken tot 9 maanden duren. - Bevroren zijn
De pijn en de beperking in beweeglijkheid zijn maximaal. Dit stadium duurt meestal 4 tot 6 maanden en levert grote belemmeringen op in de activiteiten van het dagelijks leven. - Ontdooien
De pijn neemt af en de beweeglijkheid van de schouder komt langzaam terug tijdens de ontdooifase. Een volledig (soms bijna volledig) herstel van de beweeglijkheid van de schouder kan tussen de 6 maanden en twee jaar duren.
Onderzoek
Uw orthopedisch chirurg zal de beweeglijkheid van uw schouder onderzoeken en zal de kracht in de spieren testen, voor zover dit mogelijk is. Hij/zij zal uw schouder voorzichtig in alle richtingen bewegen om te zien of er bewegingsbeperking is en in welke richting. Enkele aanvullende onderzoeken kunnen helpen om andere oorzaken van uw klachten uit te sluiten:
- Röntgenfoto’s: bij een frozen shoulder is de röntgenfoto normaal.
- Magnetic resonance imaging (MRI) en echografie: bij een frozen shoulder is op MRI en bij echo geen afwijking te zien.
Behandeling
Een frozen shoulder geneest bijna altijd vanzelf, al kan het lang (soms wel drie jaar!) duren. Zelden is een operatie nodig. De behandeling is in het eerste en tweede stadium erop gericht de pijn zoveel mogelijk te verlichten. Dit kan door middel van pijnstillende medicijnen, injecties in het gewricht of eventueel een zenuwblokkade van de schouderzenuw (nervus suprascapularis). Deze laatste behandeling wordt uitgevoerd via de afdeling pijnbestrijding.
In deze stadia is het niet zinvol om gerichte oefeningen te doen, omdat dit vaak leidt tot toename van pijn. Wel is het raadzaam de schouder binnen de pijngrenzen te blijven bewegen en gebruiken. In het derde stadium, wanneer de pijn afneemt, kan de fysiotherapeut helpen door oefentherapie en mobilisatietechnieken om zo de beweeglijkheid van het gewricht te helpen herstellen.
Wanneer de pijn is afgenomen, maar de beweeglijkheid niet verbetert en ernstige beperkingen blijven bestaan, kan een operatie worden overwogen. Het doel van de operatie is het losmaken van verklevingen in het schoudergewricht en eventueel het losmaken van het kapsel. Bij voorkeur gebeurt dit met een kijkoperatie waarbij de strakke elementen worden losgemaakt. Uw orthopedisch chirurg zal met u de voor- en nadelen van een dergelijke ingreep bespreken.