Behandeling met radioactief jodium bij schildklierkanker

Schildklierkanker is door een operatie en behandeling met radioactief jodium goed te behandelen en meestal volledig te genezen. Nacontrole is altijd nodig, omdat de ziekte kan terugkomen. Op deze pagina vindt u meer informatie over de behandeling met radioactief jodium. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Behandeling met radioactief jodium (jodium-131)

Schildkliercellen (en meestal ook de papillaire en folliculaire schildklierkankercellen) nemen zeer selectief jodium, ook jodium-131, uit het bloed op. De rest van het lichaam neemt vrijwel geen jodium op, dus ook geen jodium-131. Daarom kan jodium-131 als een inwendige bestralingsbehandeling voor schildklierkanker gebruikt worden. Jodium wordt vanuit de maag in het bloed en daarna vanuit het bloed snel in schildkliercellen opgenomen (na 2 à 3 uur is het grootste deel al opgenomen).

Het gedeelte van het jodium, dat niet in de schildkliercellen wordt opgenomen, verlaat het lichaam voor het grootste deel met de urine, vooral in de eerste dagen. Een klein gedeelte komt in de eerste dagen na de behandeling in speeksel, transpiratievocht en ontlasting terecht.

In de folder ‘Behandeling met radioactief jodium bij schildklierkanker’ leest u alle informatie over deze behandeling. 


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden