Borstvoeding en prematuriteit (Folder)

Couveuse afdeling
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Borstvoeding en prematuriteit (Folder)

U bent recentelijk ouder geworden van een prematuur geboren baby die u moedermelk en zodra mogelijk borstvoeding wil gaan geven. In deze folder vindt u meer informatie over het geven van moedermelk en borstvoeding aan uw premature baby.

Belang van moedermelk bij premature baby’s

Moedermelk is de beste zuigelingenvoeding. Premature moedermelk is uniek en speciaal aangepast aan de behoeften uw te vroeg geboren baby. Borstvoeding geven aan uw prematuur geboren baby gaat meestal niet direct en vanzelf, dit komt omdat de premature baby het zuigen, slikken en ademen nog moet leren coördineren en de baby nog minder energie en kracht heeft om te drinken. Daarom zal in eerste instantie de moedermelkproductie door middel van kolven op gang gebracht moeten worden. De gekolfde moedermelk wordt dan gegeven via de sonde. Zo krijgt uw premature baby wel de gezondheidsvoordelen mee die moedermelk te bieden heeft.

Door de kortere zwangerschapsduur heeft uw premature baby minder afweerstoffen via de placenta meegekregen en is het eigen afweersysteem nog onvoldoende ontwikkeld. Colostrum (de eerste moedermelk na de geboorte) bevat veel antistoffen, die uw baby bescherming biedt tegen infecties. Colostrum beschermt de darmen van uw baby tegen infecties en bevat groeifactoren, deze zorgen voor rijping van het spijsverteringstelsel . Hierdoor is er minder kans op een necrotische enterocolitis (NEC). Moedermelk bevat de juiste vetzuren die nodig zijn voor een goede hersenontwikkeling en gezichtsvermogen. Moedermelk is licht verteerbaar waardoor het minder energie kost om te verteren en baby’s minder last hebben van spugen, krampjes en minder moeite hebben met poepen.

Rooming in

Op de couveuse-afdeling van het Catharina ziekenhuis zijn couveuse suites. Dit zijn eenpersoonskamers met eigen badkamer waar uw premature baby verpleegd wordt en de mogelijkheid bestaat voor zowel moeder als vader om 24 uur bij hun baby te verblijven. Op deze manier leert u uw baby en de voedingssignalen het beste kennen en herkennen, wat de borstvoeding ten goede komt.

Kolven

Wanneer er de wens is om uw premature baby moedermelk en in een latere fase borstvoeding te geven, is het van belang om zo snel mogelijk na de geboorte het kolven op de starten, bij voorkeur binnen 1-6 uur na geboorte, omdat dit op zowel de korte als lange termijn zorgt voor een goede basis en succesvolle borstvoedingsperiode. Er zal de eerste dag worden gestart met handmatig kolven en vanaf de tweede dag ook elektrisch, 8x per dag waarvan 1x ’s nachts. Alle benodigdheden voor het kolven zijn in het ziekenhuis aanwezig. Verdere informatie over het kolven is terug te lezen in de folder ‘Informatie over kolven’ (zie onderstaande QR code).

Stappenplan borstvoeding bij prematuren

Het stappenplan borstvoeding voor een prematuur is een hulpmiddel om inzichtelijk te maken in welke fase van ontwikkeling uw baby is ten aanzien van het zelf drinken aan de borst. Elke baby neemt de stappen in dezelfde volgorde, maar in zijn eigen tempo. Niet alleen de leeftijd, maar ook de conditie van uw baby heeft invloed op de ontwikkeling en vaardigheden van de borstvoeding.
Wanneer uw baby de eerste vroege voedingssignalen laat zien, bijvoorbeeld tijdens het buidelen, zoals de lipjes bewegen, het tongetje uitsteken, naar de borst kruipen of handjes naar de mond brengen, kan er gestart worden met het oefenen aan de borst. Gemiddeld is dit bij een termijn tussen de 32 en 34 weken zwangerschapsduur. Het kost vaak tijd en geduld voordat een premature baby goed in staat is om aan de borst drinken. Het is belangrijk om het tempo van uw baby te respecteren, zodat het een positieve ervaring voor zowel u als moeder als uw baby is.

Stap 1 Huid op huid contact

Hier kan direct na de geboorte mee gestart worden. Buidelen huid op huid draagt bij aan een goede hechting tussen moeder en kind. Uw baby hoort uw stem en voelt uw hartslag, waardoor uw baby minder stress ervaart. Uw baby ruikt uw huid en de geur van moedermelk. De aangeboren voedingsreflexen reageren op huid op huid contact, daardoor zal uw baby beter aanhappen in een later stadium. Buidelen versterkt de toeschietreflex en werkt moedermelkproductieverhogend.

Stap 2 Mond en neus tegen tepel

Tijdens het buidelen kan uw baby met het mondje en neusje ter hoogte van de tepel worden gelegd. Zo kan uw baby de moedermelk ruiken.

Stap 3 Melk laten proeven

Als uw baby ter hoogte van de tepel ligt kan er een druppeltje moedermelk uit de borst worden gedrukt, zodat uw baby deze op kan likken.

Stap 4 Ruiken en sabbelen

De eerste pogingen tot aanhappen worden genomen en soms wordt er al een zuigbeweging gemaakt. Als de melk toeschiet en uit de borst gaat lekken, kan uw baby dit oplikken.

Stap 5 Zoekreflexen stimuleren

In deze fase gaat uw baby aanhappen. Wanneer uw baby met het neusje ter hoogte van de tepel ligt en er met de tepel over de lipjes wordt gestreeld, zal uw baby het mondje wijd openen en de tong over de onderlip naar buiten steken. Als uw baby op dit moment dichter naar de borst wordt gebracht, kan de tepel ver genoeg in het mondje worden genomen. Tijdens deze stap is het nog een oefening en zal uw baby nog gemakkelijk loslaten.

Stap 6 Wakker en alert, voor het eerst drinken

Tijdens deze stap zal uw baby aanhappen en niet meer loslaten. Vervolgens zal uw baby korte, snelle zuigbewegingen maken om de melk te doen toeschieten. Het is belangrijk dat de tepel ver genoeg in het mondje komt om het gehemelte en de zuigreflex te prikkelen. Soms is het nodig om tijdelijk een tepelhoedje te gebruiken om uw te vroeg geboren baby hierbij te helpen. Het tepelhoedje zorgt ervoor dat de tepel voldoende ver in het mondje komt, het gehemelte en de zuigreflex prikkelt en de tepel gemakkelijker kon worden vastgehouden, waardoor het de baby minder energie kost.
Soms kan het nodig zijn om bij de eerste keren drinken, afhankelijk van de termijn van uw baby en uw moedermelkproductie, vooraf voor te kolven, zodat uw baby aan een legere borst drinkt. Zo krijgt uw baby niet ineens veel melk binnen en krijgt het de kans de melk te verwerken zonder zich te verslikken.

Stap 7 Vasthouden van de tepel, zuigen en slikken

In deze fase drinkt uw baby aan de borst. Vaak nog niet meer dan een paar slokjes, dus kolven is in dit stadium zeker nog nodig.

Stap 8 Borstvoeding wegen, minderen van sondevoeding

Als uw baby steeds vaker en meer aan de borst drinkt, kan er voor en na de voeding gewogen worden om te kijken hoe veel uw baby aan de borst heeft gedronken, zodat de sondevoeding afgebouwd kan worden.

Stap 9 Borstvoeding deels op aanvraag

Uw baby kan vaak aan de borst drinken, maar het lukt nog niet helemaal om altijd alles zelf uit de borst te drinken. Sondevoeding nageven is soms nog nodig. Wanneer uw baby een volledige voeding uit de borst kan drinken, kan er in deze fase een begin gemaakt worden met het afbouwen van nakolven.

Stap 10 Dag en nacht samen en frequent borstvoeding

Uw baby drinkt volledig aan de borst en is klaar om naar huis te gaan!

Voedingshouding

Er zijn verschillende houdingen om uw baby borstvoeding te geven. In de doorgeschoven madonnahouding en de rugbyhouding wordt uw premature baby optimaal ondersteund in met name het nekje, zodat de ademhaling het beste kan worden gereguleerd en uw baby zijn energie kan richten op het drinken.

Doorgeschoven Madonnahouding

Rugby houding

Tepelhoedje

Het is voor uw premature baby soms lastig om de borst goed vast te houden in de mond en ook is de zuigreflex soms zwakker omdat de kracht nog ontbreekt. In zulke situaties kan een tepelhoedje een bruikbaar hulpmiddel zijn om de borst stabiel in de mond te houden, waardoor het drinken wat minder energie kost en uw premature baby beter grip houdt.

Omdat het tepelhoedje de zenuwuiteinden in de tepel afdekt, wordt de melkproductie minder gestimuleerd en zal nakolven nodig zijn. Verdere informatie hierover is te vinden in het informatieblad ‘Gebruik Tepelhoedje’.

Met sondevoeding naar huis

Wanneer uw premature baby de techniek van het drinken aan de borst goed beheerst, maar nog niet de energie heeft om alles zelf te kunnen drinken (stap 9 van het stappenplan), is het mogelijk om in deze fase met sondevoeding naar huis te gaan. Zo kan in de thuissituatie uw baby de tijd gebruiken die het nodig heeft om volledig aan te borst te gaan drinken. Aan u als ouders wordt in het ziekenhuis de techniek van het geven van sondevoeding geleerd en eenmaal thuis is er regelmatig contact met het ziekenhuis om te evalueren hoe het thuis gaat en of sondevoeding nog nodig is.
De arts of lactatiekundige zal dit traject met u bespreken en vragen hierover kunt u aan hen stellen.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een coassistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de lactatiekundigen werkzaam op de kraam- en couveuse afdeling van het Catharina Ziekenhuis. Zij zijn op wisselende dagen en tijden werkzaam en zijn bereikbaar via telefoon en mail.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Telefoon Lactatiekundigen: (040) 239 81 21
lactatiekundige@catharinaziekenhuis.nl

Routenummer(s) en overige informatie over de kraam- en couveuse afdeling kunt u vinden op Couveuse afdeling – Catharina Ziekenhuis

 

 

 


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden