Epilepsie (Folder)

Neurologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Epilepsie (Folder)

U, of iemand in uw omgeving, heeft klachten die kunnen passen bij epilepsie. In deze folder leest u
meer over epilepsie en de behandeling hiervan.

Wat is epilepsie?

Bij epilepsie is er een tijdelijke verstoring in de hersenen, een soort kortsluiting. Dat noemen we een epileptische aanval. Iedereen kan op iedere leeftijd epilepsie krijgen. Epilepsie kan ontstaan door een beschadiging in de hersenen of een erfelijke aanleg. Maar soms is de oorzaak niet bekend.

Wanneer heeft iemand epilepsie?

Eén epileptische aanval betekent nog niet dat iemand epilepsie heeft. Soms is er een duidelijke aanleiding voor de aanval en komt er nooit meer een volgende.

 We spreken over epilepsie als :

  • Iemand meerdere epileptische aanvallen heeft gehad;
  • Iemand één epileptische aanval heeft gehad en er afwijkingen te zien zijn op het EEG (hersenfilmpje) of een CT- of MRI-scan.

Welke soorten epileptische aanvallen zijn er?

Er zijn verschillende soorten aanvallen. De één valt op de grond, is bewusteloos en gaat schokken. De ander voelt een vreemde tinteling, kan niet uit zijn of haar woorden komen of staart voor zich uit. Aanvallen met vreemd verward gedrag komen ook voor. Soms kan iemand in een aanval gewoon reageren, maar vaak ook niet. Hoe een aanval eruitziet, ligt aan de plek in de hersenen waar de kortsluiting plaatsvindt en hoe de storing zich over de hersenen verspreidt. Meestal duren aanvallen maar kort, een paar seconden of minuten. Soms duren ze langer. Dat verschilt per persoon en per aanval. Ook het herstel na een aanval is niet altijd hetzelfde. De één is na een aanval vrijwel meteen de oude, de ander heeft tijd nodig om zich weer goed te voelen.

Er bestaan focale en gegeneraliseerde epileptische aanvallen. Bij een focale aanval start de aanval op één plek in de hersenen. Bij deze aanvallen kun je wel of niet bij bewustzijn zijn.  De rest van de hersenen functioneert op dat moment normaal. Bij gegeneraliseerde aanvallen start de epileptische activiteit in beide hersenhelften tegelijk. Deze aanval gebeurt vaak plotseling zonder waarschuwing. De meest bekende en meest voorkomende gegeneraliseerde aanval bij volwassenen is een tonisch clonische aanval: deze aanval begint met het verstijven van de spieren. Na het verstijven van de spieren zullen er geleidelijk aan schokken ontstaan in de armen en benen  Tijdens de aanval is de persoon niet bij bewustzijn. Er bestaan ook niet-epileptische aanvallen. Soms lijkt een aanval op epilepsie, maar is het toch iets anders. Wanneer er geen sprake is van een aanval, werken de hersenen van iemand met epilepsie meestal net zoals die van ieder ander. Er is dan niets aan hem of haar te merken.

Hoe wordt de diagnose gesteld? 

Allereerst bespreekt een arts met u wat uw klachten zijn en wat uw ziektegeschiedenis is. Aan de hand van het gesprek met de neuroloog en onderzoek stellen we vast of u epilepsie heeft. Om te kijken om wat voor type epilepsie het gaat, maken we een EEG (hersenfilmpje)  . Tijdens een EEG meten we de elektrische activiteiten van de hersenen. Daarnaast onderzoeken we wat de oorzaak is van de aanvallen, hierbij gebruiken we verschillende onderzoeksmethoden, zoals een MRI van de hersenen.  Een door omstanders gemaakt filmpje van de aanval kan ook veel informatie geven.

Een epileptische aanval kan ook uitgelokt worden door acute schade aan de hersenen. Mensen kunnen bijvoorbeeld direct na een acuut letsel aan de schedel en hersenen bij een val of ongeluk, beroerte of hersenvliesontsteking een epileptische aanval krijgen. Deze uitgelokte aanvallen onderscheiden we van de chronische ziekte epilepsie.

Welke behandelingen zijn er bij epilepsie?

Er worden verschillende methoden gebruikt om epilepsie te behandelen. De meeste patiënten worden behandeld met medicijnen. Bij epilepsie proberen we de aanvallen te voorkomen door de hersencellen minder gevoelig te maken voor prikkels. Dit kan met medicijnen, de zogenaamde anti-epileptica. De keuze voor een bepaald medicijn hangt af van het type aanvallen, het soort epilepsie en de onderliggende oorzaak. Wanneer medicatie niet goed aanslaat, spreken we van refractaire epilepsie.

Bij refractaire epilepsie bekijken we of andere vormen van behandeling geschikt zijn zoals epilepsie chirurgie, nervus vagus stimulatie of een koolhydraat arm (ketogeen) dieet. Nervus vagus stimulatie is het kunstmatig prikkelen van een zenuw die (mogelijk) effect heeft op de epilepsie.

Wat kunt u doen als u bij iemand bent met een epileptische aanval?

Bij een tonisch-clonische aanval

Een tonisch-clonische aanval ziet er vervelend uit. Wat kunt u wel en wat kunt u beter niet doen?

  • Blijf kalm, blijf erbij en houd de tijd bij.
  • Bescherm het hoofd en zorg dat iemand zich niet kan bezeren.
  • Houd de verkramping of schokken niet tegen.
  • Stop niets tussen de tanden en geef geen water.
  • Wacht tot de persoon weer ontspannen is en leg hem of haar daarna in de zijligging.
  • Duurt de aanval langer dan 3-5 minuten of volgt de ene aanval de ander op, geef noodmedicatie of bel  112
Bij een focale aanval
  • Blijf erbij en stel degene gerust door op een rustige toon te praten.
  • Wacht rustig af tot de aanval vanzelf weer overgaat.
  • Zorg dat iemand zich nergens aan kan bezeren, maar pak de persoon zo min mogelijk vast, want dat kan hij/zij verkeerd opvatten.
  • Na de aanval kan de persoon nog verward zijn of moe.
  • Blijf bij de persoon totdat deze weer normaal reageert

Medicatie voor als een epileptische aanval niet vanzelf stopt

Bij 95% van de mensen stopt een epileptische aanval spontaan binnen 2 minuten na het begin van de aanval. Sommige mensen hebben aanvallen die niet spontaan stoppen. Dan kan de neuroloog noodmedicatie voorschrijven om de aanval te laten stoppen, zoals Midazolam neusspray.  Zie hiervoor de folder over Midazolam neusspray. 

Wat kunt u zelf doen om een aanval te voorkomen?

Meestal kunt u naast het slikken van medicijnen niet veel doen om een epileptische aanval te voorkomen. Slaapgebrek, stress en drinken van teveel alcohol kunnen uitlokkende factoren zijn bij epilepsie. Probeer, voor zover dit kan, deze uitlokkende factoren te vermijden. Per epilepsiesoort en per persoon zullen de uitlokkende factoren verschillen. Daarbij is het belangrijk om de medicatie trouw in te nemen en nooit zelf te stoppen met de voorgeschreven medicatie.

Wat is er bekend over pilgebruik en medicijnen tegen epilepsie?

  • De anti-epileptica carbamazepine, fenytoïne, oxcarbazepine en topiramaat zorgen ervoor dat de anticonceptiepil minder goed werkt. De neuroloog kan dan een andere, sterkere anticonceptiepil voorschrijven of een ander voorbehoedsmiddel zoals een spiraaltje adviseren.
  • Lamotrigine heeft geen invloed op de anticonceptiepil, maar het heeft wel invloed op de hoeveelheid lamotrigine in het bloed (bloedspiegel). Hierdoor kan na het starten met de anticonceptiepil de bloedspiegel van lamotrigine dalen. De neuroloog kan dit voorkomen door de dosering lamotrigine aan te passen tegelijk met het starten van de anticonceptiepil. Overleg altijd met uw neuroloog als u een anticonceptiemiddel slikt of wilt gaan slikken.

Wat is bekend over medicijnen tegen epilepsie en botontkalking (osteoporose)?

Langdurig gebruik van de anti-epileptica carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, of natriumvalproaat kan een grotere kans geven op botontkalking. Deze middelen hebben namelijk invloed op vitamine D en mogelijk ook op het calcium in het bloed. Beide zijn belangrijk bij de botaanmaak.

Welke leefregels  zijn er bij epilepsie?

Met epilepsie valt goed te leven. Het is wel van belang dat u zich ervan bewust bent dat u epilepsie heeft. Laat de epilepsie uw leven niet beheersen maar maak keuzes en vindt een goed evenwicht. Voor mensen die nog regelmatig aanvallen hebben, is het leven met epilepsie niet altijd gemakkelijk. Dé epilepsie bestaat niet, er zijn namelijk vele soorten epileptische aanvallen. Algemene regels zijn daarom moeilijk te geven. Maar voor iedereen met epilepsie zijn de volgende punten belangrijk: regelmaat, voldoende nachtrust en medicatietrouw.

Baden

Het nemen van een bad kan voor mensen met epilepsie een risico zijn. Als een persoon meer dan 2 jaar geen aanvallen heeft gehad, is er geen bezwaar tegen het nemen van een bad. Als iemand nog wel aanvallen heeft, ook al zijn dat er maar weinig, raden we het nemen van een bad af. Het risico bestaat namelijk dat iemand verdrinkt. Door het optrekken van de benen bij een grote aanval kan men zelfs in een klein bad onder water glijden en verdrinken. Tijdens een aanval kan iemand zich verbranden door het draaien aan de warmwaterkraan. Een thermostatisch beveiligde mengkraan, die water van een maximale tempratuur van 40 afgeeft, kan dit voorkomen. Als u gebruikmaakt van het toilet of badkamer doe dan de deur niet op slot.

Sauna of zonnebank

Mensen met epilepsie kunnen gewoon gebruikmaken van een sauna. Als u nog last heeft van aanvallen is het beter om niet alleen te gaan. Of u ook gebruik kunt maken van een zonnebank hangt af van uw vorm van epilepsie. We raden u aan dit te overleggen met uw neuroloog.

Autorijden

Een epileptische aanval tijdens het autorijden kan ernstige gevolgen hebben. Of mensen met epilepsie mogen deelnemen aan het gemotoriseerde verkeer kan alleen door deskundigen worden vastgesteld aan de hand van officiële keuringseisen. Die zijn gebaseerd op het type aanval en de kans op herhaling van een aanval binnen een bepaalde tijd. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft een Regeling Eisen Geschiktheid opgesteld over autorijden en epilepsie. Het Centraal Bureau voor Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) geeft een verklaring van geschiktheid af. Voor het groot rijbewijs zijn de regels strenger. Of autorijden voor u al dan niet verantwoord is, kunt u het beste eerst bespreken met de behandelend neuroloog. Voor uitgebreidere informatie over de gang van zaken rondom epilepsie en autorijden kunt u de website van de EpilepsieNL of de website van het CBR raadplegen:

Rijden met auto, motor, trekker, vrachtwagen of bus — EpilepsieNL

Hoe kan ik rijden met epilepsie? – CBR

Fietsen

Voor mensen die nog aanvallen hebben, kan fietsen gevaarlijk zijn. Toch gebeuren er maar weinig ongelukken op deze manier. Het meeste risico geeft fietsen langs het water. Tijdens een relatief lichte aanval zou men gemakkelijk kunnen verdrinken. Toch wordt fietsen niet snel achterwege gelaten, omdat het veel bewegingsvrijheid geeft. Maar mensen met veel aanvallen kunnen beter geen lange fietstochten maken zonder begeleiding.

Sporten

Sport beoefenen is toegestaan. Zorg er voor dat de mensen met wie u sport (bijvoorbeeld trainer of medesporters) op de hoogte zijn van uw epilepsie, zodat ze kunnen handelen als u een aanval krijgt. Het is bij alle sporten van belang de beweging na het sporten langzaam af te bouwen en niet in één keer van grote inspanning naar rust te gaan. Als iemand ontspannen is na (sport)inspanning, is de kans op aanvallen groter. Alertheid en concentratie maken de kans op aanvallen kleiner. Vandaar het belang van een cooling – down.

Zwemmen

Een aanval in het water is altijd gevaarlijk. Dat betekent niet dat mensen met epilepsie niet mogen zwemmen. Wanneer iemand nog geregeld aanvallen heeft, is een-op-een begeleiding in het water noodzakelijk. Wanneer iemand weinig aanvallen heeft, maar het niet zeker is dat er nooit meer een aanval komt, blijft het verstandig te gaan zwemmen met iemand die dit weet. Na het zwemmen is het goed niet op de rand te gaan zitten, maar nog even wat rond te lopen bij het water vandaan.

Stress

Sterke emoties kunnen bij sommige mensen aanvallen uitlokken. Vaak komen de aanvallen niet tijdens emotionele of stressvolle periodes, maar daarna.

Uitgaan

Ongeveer 3 tot 5 procent van de mensen met epilepsie heeft last van lichtgevoelige epilepsie. Hoewel deze vorm goed te behandelen is, kunnen deze mensen toch last hebben van het licht in de discotheek. EEG-onderzoek kan heel nauwkeurig uitwijzen voor welke frequenties iemand gevoelig is. Als deze frequenties buiten het bereik vallen van de lichtflitsfrequenties die de discolampen geven (stroboscooplicht geeft bijvoorbeeld tussen de 15 en 25 flitsen per seconde), kan iemand zonder extra risico uitgaan.

Alcohol/drugs

Tegen het gebruik van enkele glazen alcoholhoudende drank (sociaal alcoholgebruik) bestaat geen bezwaar.  De kans op aanvallen neemt daardoor bij vrijwel niemand toe. Eén vergeten tablet veroorzaakt eerder een aanval dan één drankje. Wel kan het drinken van alcohol extra risico´s geven. Het is daarom verstandig op een aantal zaken te letten:

  • Bij het gebruik van anti-epileptica is de gevoeligheid voor alcohol groter en de werking ervan sterker. U kunt dus sneller dronken worden. Véél drinken wordt sterk afgeraden. Veel drinken gaat vaak samen met lange nachten, ongecontroleerdheid en een onregelmatig leven. Sommige mensen met epilepsie kunnen daardoor een aanval krijgen. Een ander nadeel van alcoholgebruik kan zijn dat u de medicijnen vergeet in te nemen op het gebruikelijke tijdstip.
  • Autorijden in combinatie met alcohol en medicijnen wordt sterk afgeraden.
  • Bij het gebruik van drugs hoeft iemand niet per se meer aanvallen te krijgen, dat verschilt van persoon tot persoon. Bij veel en vaak gebruik van soft- en harddrugs, maar ook van alcohol, raken mensen ontregeld. Een overmatig gebruik van drugs gaat samen met onregelmatig leven en vergeetachtigheid (het innemen van medicijnen bijvoorbeeld). Ook dan is het risico van een aanval groter. Op een feest waar meer mensen drugs gebruiken, is de kans groot dan anderen een eventuele aanval niet opmerken en geen hulp kunnen bieden als dit nodig is.
Roken

Het roken van sigaretten of sigaren vergroot de kans op een aanval niet. Wel is er een risico dat tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit iemands handen glijdt en brand veroorzaakt.

Vakantie

Hoewel voor de meeste mensen met epilepsie meestal geen bijzondere maatregelen nodig zijn als ze op vakantie willen gaan, is het goed om met een aantal zaken rekening te houden. Bekijk of uw vakantie past bij de aard van uw epilepsie. De een kan alles, de ander moet al oppassen na een stevige wandeling. Sommige mensen raken in de vakantie door veel uitgaan, weinig slaap en dergelijke oververmoeid. Dat kan een uitlokker zijn voor een aanval. Tijdens vakantie worden medicijnen soms vergeten of onregelmatiger ingenomen. Ook dat kan een aanval bevorderen.

Kinderwens

Mensen met epilepsie die een kinderwens hebben doen er verstandig aan dit ruim van te voren te bespreken met hun neuroloog. Soms moeten de medicijnen tegen epilepsie vooraf worden aangepast. Gebruik van foliumzuur wordt aanbevolen.

Borstvoeding

Meestal is borstvoeding geen probleem bij medicijnen tegen epilepsie. Dit dient wel altijd te worden overlegd met de neuroloog.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen of verhinderd voor een afspraak?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen over het polikliniekbezoek? U kunt uw vraag digitaal stellen via een e-consult in MijnCatharina of neem telefonisch contact op met de polikliniek (Neurologie).

Voor meer informatie over het e-consult ga naar www.catharinaziekenhuis.nl of bekijk of uw vraag hiertussen staat: FAQ Hoe MijnCatharina werkt – Catharina Ziekenhuis.

Bent u verhinderd voor uw afspraak? Meld dit dan zo snel mogelijk bij de polikliniek. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen.

Meer weten? Kijk op epilepsie.nl, bel de Epilepsie Infolijn 030-634 40 64 of raadpleeg uw neuroloog.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Neurologie
040 – 239 94 00

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Neurologie kunt u vinden op www.catharinaziekenhuis.nl/neurologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden