Vroege puberteit meisjes (Folder)
5623 EJ Eindhoven
040 - 239 91 11
Vroege puberteit meisjes (Folder)
De puberteit is een belangrijke periode in de ontwikkeling van uw dochter, waarin zij op weg gaat naar volwassenheid. Deze fase begint wanneer de hypothalamus, een deel van de hersenen, met pulsen het stofje LHRH gaat afgeven dat vervolgens de hypofyse stimuleert om puberteitshormonen (LH en FSH) aan te maken. Deze hormonen zorgen er onder andere voor dat de eierstokken oestrogenen gaan produceren. Dit leidt tot lichamelijke veranderingen, zoals de groei van borsten en het starten van de menstruatiecyclus. Ook kunnen emoties en interesses veranderen. Deze veranderingen maken deel uit van de normale groei en ontwikkeling van uw dochter.
Vroegtijdige puberteit
Bij sommige meisjes begint de puberteit te vroeg, wat in de medische wereld pubertas praecox wordt genoemd. Dit betekent dat de borstontwikkeling begint vóór de 8ste verjaardag. De hormonen die normaal gesproken later actief worden, beginnen dan eerder te werken, wat vaak als eerste leidt tot borstgroei.
Het is belangrijk om te begrijpen waardoor dit gebeurt, zodat het op de juiste manier behandeld kan worden. Zonder behandeling kan uw dochter bijvoorbeeld een versnelde groeispurt krijgen, wat betekent dat ze eerder stopt met groeien en daardoor kleiner blijft dan verwacht. Daarnaast kunnen de hormonale veranderingen het gedrag negatief beïnvloeden, wat kan leiden tot stemmingswisselingen of gedrag dat voor de leeftijd niet wenselijk is.
Oorzaken van vroegtijdige puberteit
Bij meisjes wordt vaak geen duidelijke oorzaak gevonden voor het vroeg beginnen van de puberteit, soms is dit iets wat in de familie vaker voorkomt (erfelijk). Afhankelijk van het verhaal van uw dochter, haar symptomen en de leeftijd waarop de puberteitskenmerken zijn ontstaan, kan het soms nodig zijn om bloedonderzoek, een LHRH-test of een MRI-scan van de hersenen te maken om te controleren of er onderliggende afwijkingen zijn.
Waarom de puberteit remmen met medicatie?
Met medicijnen kunnen we de puberteit vertragen als deze te vroeg vanuit de hersenen (hypothalamus en hypofyse) is gestart. Dit doen we om te voorkomen dat uw kind te vroeg puberteitskenmerken krijgt, zoals borstontwikkeling en menstruatie. Vroege puberteit kan ervoor zorgen dat uw dochter zich anders gaat voelen dan leeftijdsgenoten, wat kan leiden tot problemen met zelfvertrouwen en sociale interactie.
Wanneer de puberteit te vroeg begint, komt de groeispurt ook eerder waardoor kinderen eerder zijn uitgegroeid. Dit kan een nadelig effect hebben op de uiteindelijke lengte van uw dochter. Door de puberteit te remmen, kunnen we dit effect beperken, afhankelijk van de leeftijd en hoeveel groei er al heeft plaatsgevonden.
Effecten van puberteitsremming
Met medicatie om de puberteit te remmen stopt de groeispurt, maar meestal groeit uw dochter door volgens de snelheid waarmee ze voor de puberteit groeide. Tijdens de behandeling volgen we de lengtegroei nauwlettend op. Uw dochter komt elke 6 maanden op de poli voor controle van haar lengte en gewicht, en er worden regelmatig handfoto’s gemaakt om de skeletleeftijd te beoordelen.
De borstontwikkeling stopt. Dit betekent dat de borsten kunnen stoppen met groeien of zelfs wat kleiner worden, afhankelijk van hoe ver de ontwikkeling was voordat de behandeling begon. Na ongeveer drie maanden behandeling worden de borstklieren meestal zachter en minder opvallend. Ook stopt de groei van de baarmoeder, wat de eerste menstruatie uitstelt. Na de eerste injectie kan er echter een onttrekkingsbloeding optreden, doordat er al wat baarmoederslijmvlies gevormd was voordat de behandeling begon.
Het beharingspatroon kan tijdens puberteitsremming wel nog toenemen, Dit wordt voornamelijk beïnvloed door hormonen uit de bijnieren (androgenen). Deze hormonen kunnen niet worden geremd door de behandeling.
Medicatie bij puberteitsremming
De medicatie die we gebruiken om de puberteit te remmen, is triptoreline (merknaam: Pamoreline). Dit is een ‘LHRH-analoog’, wat betekent dat het lijkt op het natuurlijke stofje LHRH dat uit de hersenen (hypothalamus) komt. Tijdens de puberteit wordt LHRH normaal gesproken in kleine, onregelmatige hoeveelheden door het lichaam afgegeven. Door de Pamoreline-injectie wordt er een constante afgifte van dit stofje vanuit een kleine voorraad in de spier verzorgd. Hierdoor stopt de hypofyse met het aanmaken van de hormonen LH en FSH, en stopt ook de productie van oestrogenen.
De injectie wordt gegeven door een verpleegkundige. Om de injectie minder vervelend te maken, krijgt u een recept voor EMLA-zalf om de huid van uw dochter op de injectie plaats te verdoven. Het advies is om de zalf 2 uur voor de afspraak thuis aan te brengen op het bovenste, buitenste kwart van één van de billen van uw dochter. Als je de bil in vieren verdeelt (een kruis verdeelt de bil in vier gelijke vlakken), is dit het vakje linksboven op de rechterbil of rechtsboven op de linkerbil.
Hoe verloopt de behandeling?
De behandeling wordt uitgevoerd met de injectie Pamoreline, die elke 9 of 12 weken wordt toegediend, afhankelijk van het voorschrift van de kinderarts. Elke zes maanden is er een controle bij de kinderarts. Tijdens deze controles kijken we of het medicijn goed werkt en hoe de groei van uw dochter verloopt. Als de behandeling niet voldoende effect heeft, kunnen we de injecties wat vaker geven door de tijd ertussen te verkorten
Na de behandeling?
Als de behandeling stopt, beginnen de hormonen LH en FSH weer aangemaakt te worden door de hersenen. Er zijn geen aanwijzingen dat de uiteindelijke puberteit of vruchtbaarheid door de behandeling negatief wordt beïnvloed.
Na de behandeling volgen we op de polikliniek of de puberteit spontaan op gang komt. Bij meisjes blijven we dit controleren totdat de eerste menstruatie heeft plaatsgevonden.
Bijwerkingen?
Bij het gebruik van Pamoreline injecties hebben de meeste meisjes geen last van bijwerkingen. Soms kunnen er bij start van de behandeling kortdurende bijwerkingen optreden zoals:
- Hoofdpijn
- Lichte tot matige vaginale bloeding, vooral in de eerste maand
- Reacties op de injectieplek, zoals roodheid of pijn
- Gewichtstoename
- Stemmingswisselingen
Als u bij uw dochter bijwerkingen opmerkt die langer aanblijven, neem dan contact op met de behandelend kinderarts via de polikliniek Kindergeneeskunde.
Langere termijn
In sommige studies is er een mogelijke relatie gevonden tussen het gebruik van Pamoreline-injecties en het ontwikkelen van PCOS (polycysteus-ovariumsyndroom). PCOS kan leiden tot onregelmatige menstruaties, verminderde vruchtbaarheid en verhoogde mannelijke hormoonspiegels. Het is echter niet duidelijk of dit te maken heeft met het vroeg optreden van de puberteit, de medicatie of dat het geheel losstaat van de behandeling.
Hoe lang duurt de behandeling?
Om een goed effect te bereiken op de eindlengte, duurt de behandeling met medicijnen meestal anderhalf tot drie jaar. Hoe jonger het kind is bij het starten van de behandeling, hoe langer de behandeling doorgaans zal duren.
Het stoppen met de medicijnen gebeurt altijd in overleg met uw dochter en u als ouders. Als voor allen acceptabel is dat de puberteit verder gaat, kunnen we samen beslissen om de medicijnen te stoppen. Meestal gebeurt dit rond de leeftijd waarop leeftijdsgenoten ook in de puberteit komen.
Opleidingsziekenhuis
Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.
Heeft u nog vragen?
Voor vragen over het gebruik en toediening van puberteitsremming kunt u contact opnemen met de polikliniek Kindergeneeskunde via telefoonnummer 040-239 92 00. Vraag hierbij dan naar uw behandeld arts.