‘Taboe op stoma berust op onwetendheid’
Een stoma betekent niet het einde van de wereld. Frans de Koning uit Son wordt geboren in 1953 in een gezin van tien kinderen. Bij zijn geboorte blijkt Frans geen sluitspier te hebben; hij wordt direct naar het ziekenhuis in Rotterdam gebracht voor een stoma. Ondanks vele ziekenhuisbezoekjes en operaties, heeft hij altijd midden in het leven gestaan, maakte plezier, ging uit eten, deed vrijwilligerswerk. “Ik weet niet beter of ik heb een zakje op mijn buik. Ik ben het gewend, het hoort bij mij.”
Op 7-jarige leeftijd komt Frans vanuit opvanglocatie Moederheil in Breda op Zonhove in Son terecht. Dit is de plek die hem heeft gevormd en die voor hem twaalf jaar lang een thuis is geweest. “Daar heb ik geleerd om met mensen om te gaan. Zonhove is mijn hoeksteen, hier is mijn leven begonnen. Hoewel het leren op school moeizaam ging, heb ik wel een vak geleerd. De jaren erna heb ik pakjes kauwgom ingepakt op de sociale werkplaats, zeiltjes gespannen op klompen boten en leerde ik zelfs lassen.” Maar werk vinden zonder diploma’s bleek niet altijd gemakkelijk. “Ik heb altijd geweigerd mijn hand op te houden en wilde geen WAO-uitkering. Er zijn mensen die veel harder geld nodig hebben dan ik.” Deze mentaliteit heeft hem door de jaren heen geen windeieren gelegd.
Taboe
Een stoma is nog altijd een onderwerp waar mensen moeite mee hebben. Er zijn veel vooroordelen. Het zou vies ruiken, voor oudjes zijn en bij darmkanker horen. “Er rust nog altijd een taboe op, wat vooral berust op onwetendheid. En dat vind ik heel jammer. Ik vind het daarom ontzettend belangrijk om mijn verhaal te delen, want het is niet allemaal kommer en kwel. Integendeel, de stoma heeft mij nooit belemmerd in mijn keuzes.” Ondanks zijn leven met een stoma, de ruim 55 operaties die hij heeft ondergaan en het niet kunnen lezen, neemt Frans voor de volle honderd procent deel aan de maatschappij. Hij is getrouwd geweest, heeft twee volwassen zoons en heeft jaren als imitator van Vader Abraham in diverse zaaltjes gestaan. “Van ‘kan ik niet’ heb ik nog nooit gehoord”, zegt hij. En deze lijfspreuk loopt als een rode draad door heel zijn leven. “Dat is de boodschap die ik zoveel mogelijk probeer uit te dragen, om wellicht een steun te zijn voor meer mensen met een stoma. Het leven houdt zeker niet op. Ik probeer er juist zoveel mogelijk uit te halen.”
Eigenwijs
Ook in het Catharina Ziekenhuis is Frans een opvallende bezoeker. “Ik kom er al meer dan 30 jaar. Alle technieken op stomagebied heb ik inmiddels wel doorlopen. Ik wil niet zeggen dat ik het allemaal beter weet, maar ik denk dat ze me af en toe wel eigenwijs vinden”, zegt hij lachend. Maar zijn band met dr. Harm Rutte en de stomaverpleegkundigen roemt hij. “Het contact is open, alles is bespreekbaar en ik voel me geen patiënt. Ze denken met je mee en staan open voor mijn mening”, benadrukt Frans. Dat het Catharina Ziekenhuis in de Stoma Zorgwijzer van de Stomavereniging het groene vinkje heeft gekregen voor goede stomazorg verbaast hem niet. “De zorg is er fantastisch, de kleur van het vinkje is groen maar voor mij is het goud!”
Een stoma is een gaatje in de buik dat is gemaakt van darmweefsel. Er komt ontlasting of urine uit, dat wordt opgevangen in een zakje dat met een speciale huidplaat op de buik zit geplakt. Een stoma wordt aangelegd als de ontlasting of urine het lichaam niet meer via de natuurlijke weg kan of mag verlaten. In het geval van Frans dus vanwege een aangeboren afwijking. In Nederland zijn ongeveer 32.000 stomadragers. Jaarlijks worden 6000 tot 9000 mensen geconfronteerd met de aanleg van een (tijdelijk) stoma op de darm of urinewegen. Tien procent van de stomadragers is jonger dan 40 jaar.