Artrose (slijtage) van de pols
Artrose is een langzaam verergerende aandoening die het kraakbeen van een gewricht langzaam doet verdwijnen. Dankzij het kraakbeen kunnen gezonde gewrichten bewegen. Wanneer dit kraakbeen verdwijnt (wegslijt), schuren de kale botuiteinden over elkaar met als gevolg pijn en bewegingsbeperking. Artrose in de pols heeft grote invloed op het dagelijks functioneren.
Oorzaken
Artrose kan ontstaan door ouderdom (slijtage). Bij sommige mensen is familiair bepaald dat ze deze slijtage al op vrij jonge leeftijd ontwikkelen. Soms is een ongeval, zoals een breuk (fractuur) van de pols, de aanleiding om vele jaren later (vervroegde) slijtage te krijgen. Dit heet posttraumatische artrose. Daarnaast kan chronische ontsteking tot artrose leiden, zoals bij reumatoïde artritis. Reumatoïde artritis (RA) is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het immuunsysteem van het lichaam eigen weefsels aantast. In plaats van een afweer tegen lichaamsvréémde stoffen wordt nu het eígen kraakbeen aangetast. Maar in een later stadium raken ook de omliggende weefsels als kapsel, banden, pezen en zelfs het bot aangedaan. RA treft vaak het kleine gewricht tussen de twee onderarmbotten in de pols: spaakbeen en ellepijp (radius en ulna). De pezen die langs dit gewricht lopen, kunnen scheuren met als gevolg misvorming van de hand en bewegingsbeperking van de vingers. Artrose kan tenslotte ook ontstaan als laat gevolg van meer zeldzame ziekten, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Kienböck. Hierbij is de doorbloeding van één van de handwortelbeentjes sterk verminderd. Wanneer de bloedtoevoer naar een bot vermindert, kan het bot afsterven. Daarna ontstaat dan slijtage van het gewricht.
Symptomen
Artrose van de pols veroorzaakt zwelling, pijn, bewegingsbeperking en zwakte. Dit beperkt zich meestal tot het polsgewricht zelf. Reumatoïde artritis van de pols veroorzaakt ook zwelling, pijn, bewegingsbeperking en krachtverlies, maar dit breidt uit naar de vingers van de hand.
Diagnostiek
Röntgenfoto’s zijn bij uitstek geschikt om afbeeldingen van botten te maken. Zij kunnen helpen de verschillende oorzaken van artrose van elkaar te onderscheiden. Bloedonderzoek helpt vaak om de diagnose reumatoïde artritis te stellen of juist uit te sluiten.
Behandeling
Niet-operatieve behandeling
In het beginstadium van artrose is de behandeling gericht op pijn verminderen en ontzwellen, zonder direct een operatie. Behandelopties zijn:
- Aanpassen van uw activiteiten. Het beperken of zelfs volledig stoppen van juist die activiteiten die de pijn verergeren is vaak de eerste stap.
- Immobilisatie. Om de pols te beschermen wordt vaak een spalk of brace voorgeschreven.
- Medicijnen. Ontstekingsremmende en pijnstillende medicijnen, zoals bijvoorbeeld paracetamol en ibuprofen, kunnen pijn en zwelling flink verminderen.
- Oefeningen. Een speciaal oefenprogramma kan de stijfheid van de pols verminderen. Meestal gaat dit via de fysiotherapeut.
- Injecties. Corticosteroïden zijn krachtige medicijnen die als injectie in het polsgewricht kunnen worden gespoten. Helaas zijn er ook wel bijwerkingen van dit medicijn, zodat u dit niet oneindig kunt voortzetten.
In geval van reumatoïde artritis kunnen, behalve de hierboven beschreven medicijnen, ook specifieke medicijnen tegen deze ziekte worden gebruikt. Deze worden voorgeschreven door de reumatoloog.
Operatieve behandeling
Wanneer niet-operatieve behandeling niet langer helpt en de functie van uw pols steeds verder achteruit gaat, kan een operatie worden overwogen. Het doel van de operatie is bestrijding van de pijn met zoveel als mogelijk behoud van de functie van uw hand. Voorbeelden van deze operaties zijn:
- Het verwijderen van de versleten botjes
Bij deze operatie worden drie handwortelbeentjes operatief verwijderd. Deze operatie wordt ook wel “proximale rij carpectomie” genoemd. Met deze operatie lukt het vaak om de pijn aanzienlijk te verminderen, terwijl nog enige beweeglijkheid van de pols blijft behouden. Wel levert men na deze operatie nogal wat kracht in. - Vastzetten van de pols (artrodese)
Met deze operatie worden de polsbotjes aan elkaar vastgemaakt, zodat zij aan elkaar vastgroeien. U begrijpt dat er dan geen beweging meer in de pols is. De pijn verdwijnt echter en dit is een oplossing voor het leven. In zeldzame gevallen hoeft niet de gehele pols te worden stijfgezet, maar slechts een deel. Dan blijft de beweeglijkheid natuurlijk iets behouden, maar kan het niet-stijve deel in de jaren daarna alsnog gaan slijten, zodat een volgende operatie nodig is. In alle gevallen kunt u de onderarm wel blijven draaien (sleutel omdraaien in het slot). - Kunstgewricht (polsprothese)
Bij deze operatie worden ook de versleten botjes verwijderd, maar dan vervolgens vervangen door een kunstgewricht. Het doel hiervan is om beweeglijkheid in de pols te houden, hetgeen meestal voor een deel wel lukt. Echter, zo beweeglijk als uw oorspronkelijke gewricht wordt het nooit. Nadeel van deze operatie is het feit dat ook dit kunstgewricht weer kan gaan slijten en in de loop van vele jaren wederom moet worden geopereerd. Meestal eindigt het dan toch alsnog met een stijve pols.