Artrose (slijtage) van de pols

Artrose is een langzaam verergerende aandoening waardoor het kraakbeen van een gewricht langzaam verdwijnt. Dankzij het kraakbeen kunnen gezonde gewrichten bewegen. Wanneer dit kraakbeen verdwijnt (wegslijt), schuren de kale botuiteinden over elkaar met als gevolg pijn en bewegingsbeperking. Artrose in de pols heeft grote invloed op het dagelijks functioneren.

Oorzaken

Artrose kan verschillende oorzaken hebben:

  • Ouderdom (slijtage).
  • Familiaire aanleg; waardoor sommige mensen deze slijtage al op vrij jonge leeftijd ontwikkelen.
  • Een ongeval, zoals een breuk (fractuur) van de pols, kan de aanleiding zijn om vele jaren later (vervroegde) slijtage te krijgen. Dit heet posttraumatische artrose.
  • Een chronische ontsteking kan tot artrose leiden, zoals bij reumatoïde artritis (RA). RA treft vaak het kleine gewricht tussen de twee onderarmbotten in de pols: spaakbeen en ellepijp (radius en ulna). De pezen die langs dit gewricht lopen, kunnen scheuren met als gevolg misvorming van de hand en bewegingsbeperking van de vingers. 
  • Tenslotte kan artrose ook ontstaan als laat gevolg van meer zeldzame ziekten, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Kienböck. Hierbij is de doorbloeding van één van de handwortelbeentjes sterk verminderd. Wanneer de bloedtoevoer naar een bot vermindert, kan het bot afsterven. Daarna ontstaat dan slijtage van het gewricht.

Symptomen

Artrose van de pols veroorzaakt zwelling, pijn, bewegingsbeperking en zwakte. Dit beperkt zich meestal tot het polsgewricht zelf. Reumatoïde artritis van de pols veroorzaakt ook zwelling, pijn, bewegingsbeperking en krachtverlies, maar dit breidt uit naar de vingers van de hand.

Diagnostiek

Röntgenfoto’s zijn bij uitstek geschikt om afbeeldingen van botten te maken. Zij kunnen helpen de verschillende oorzaken van artrose van elkaar te onderscheiden. Bloedonderzoek helpt vaak om de diagnose reumatoïde artritis te stellen of juist uit te sluiten.

Behandeling

Niet-operatieve behandeling

In het beginstadium van artrose is de behandeling gericht op het verminderen van pijn en tegengaan van de zwelling. We kiezen in eerste instantie niet voor opereren. Behandelopties zijn:

  • Het beperken of zelfs volledig stoppen van juist die activiteiten die de pijn verergeren is vaak de eerste stap.
  • Om de pols te beschermen wordt vaak een spalk of brace voorgeschreven. Dit heet immobilisatie.
  • Ontstekingsremmende en pijnstillende medicijnen, zoals paracetamol en ibuprofen, kunnen pijn en zwelling flink verminderen.
  • Een speciaal oefenprogramma kan de stijfheid van de pols verminderen. Meestal gaat dit via de fysiotherapeut.
  • Corticosteroïden zijn krachtige medicijnen die we als injectie in het polsgewricht kunnen spuiten. Helaas zijn er ook wel bijwerkingen van dit medicijn, zodat u dit niet oneindig kunt voortzetten.

In geval van reumatoïde artritis kunnen, behalve de hierboven beschreven medicijnen, ook specifieke medicijnen tegen deze ziekte worden gebruikt. Deze worden voorgeschreven door de reumatoloog.

Operatieve behandeling

Wanneer niet-operatieve behandeling niet langer helpt en de functie van uw pols steeds verder achteruitgaat, kunt u een operatie overwegen. Het doel van de operatie is bestrijding van de pijn met zoveel mogelijk behoud van de functie van uw hand. Voorbeelden van deze operaties zijn:

  • Het verwijderen van de versleten botjes
    Bij deze operatie verwijderen we drie handwortelbeentjes. Deze operatie heet ook wel “proximale rij carpectomie”. Met deze operatie lukt het vaak om de pijn aanzienlijk te verminderen, terwijl nog enige beweeglijkheid van de pols blijft behouden. Wel levert u na deze operatie nogal wat kracht in.
  • Vastzetten van de pols (artrodese)
    Met deze operatie maken we de polsbotjes aan elkaar vast, zodat zij aan elkaar vastgroeien. U begrijpt dat er dan geen beweging meer in de pols is. De pijn verdwijnt echter en dit is een oplossing voor het leven. In zeldzame gevallen hoeven we niet de hele pols stijf te zetten, maar slechts een deel. Dan blijft de beweeglijkheid natuurlijk iets behouden, maar het niet-stijve deel kan in de jaren daarna alsnog gaan slijten. Soms is dan een volgende operatie nodig. In alle gevallen kunt u de onderarm wel blijven draaien (bijvoorbeeld om een sleutel om te draaien in het slot).
  • Kunstgewricht (polsprothese)
    Ook bij deze operatie verwijderen we de versleten botjes, waarna we die vervangen door een kunstgewricht. Het doel hiervan is om beweeglijkheid in de pols te houden, hetgeen meestal voor een deel wel lukt. Echter, zo beweeglijk als uw oorspronkelijke gewricht wordt het nooit. Nadeel van deze operatie is het feit dat ook dit kunstgewricht weer kan gaan slijten waardoor u in de loop van de jaren opnieuw moet worden geopereerd. Meestal eindigt het dan toch alsnog met een stijve pols.

© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden