Behandeling van een overactieve blaas met Botoxinjecties

De klachten van een overactieve blaas kunnen heel verschillend zijn. Het varieert van meer dan acht keer op een dag – en vaak ook ’s nachts – moeten plassen, een plotselinge aandrang (urge) om te plassen tot geheel onvrijwillig urineverlies (incontinentie). Een overactieve blaas hoeft dus niet altijd te leiden tot urineverlies. Veel mensen met een overactieve blaas moeten regelmatig naar het toilet maar hebben geen of weinig urineverlies.

Er zijn verschillende mogelijkheden om een overactieve blaas te behandelen:

  • gebruik van medicatie
  • bekkenbodemtherapie
  • leefstijladviezen, zoals ander gebruik van koffie, thee en sterk gekruide spijzen.

Hebben deze behandelingen onvoldoende resultaat, dan kan soms gekozen worden voor de toediening van Botoxinjecties.

Botoxbehandeling

Tijdens de Botoxbehandeling ligt u op uw rug met uw benen in beensteunen. Allereerst brengen we een hol buisje via uw plasbuis in tot in de blaas. Op dit buisje zit een speciale camera. Via dit holle buisje bekijkt de uroloog de blaas en brengt de injectienaald tot in de blaas in. Op ongeveer 25 plaatsen in de blaasspier spuit de uroloog een kleine hoeveelheid Botox in. De positieve effecten van de behandeling zijn na ongeveer vier tot tien dagen merkbaar. Het werkt gemiddeld zes tot negen maanden. Als het effect van de injecties na verloop van tijd weg is, kan de behandeling herhaald worden. De ingreep duurt gemiddeld 30 minuten.

De uroloog laat na de operatie een blaaskatheter achter, die ongeveer zes uur na de operatie verwijderd wordt. Als u laat in de middag bent geopereerd, blijft de katheter vaak tot de volgende morgen zitten. Als u heeft geplast, controleert de verpleegkundige met een echoapparaat of er geen urine in de blaas achterblijft. Als het plassen goed gaat, mag u naar huis.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden