De specialist spreekt. Alles wat je wil weten over… boezemfibrilleren

Ruim 80.000 mensen in Nederland weten zelf niet dat ze te maken hebben met boezemfibrilleren, de meest voorkomende hartritmestoornis. In het Catharina Ziekenhuis ondergaan jaarlijks ruim 700 nieuwe patiënten een katheter-behandeling om van de bijbehorende klachten af te komen. Cardioloog Lukas Dekker ziet de wachtlijst steeds verder oplopen. “Dat overgewicht, roken, hoge bloeddruk en een te hoog cholesterol slecht zijn voor je bloedvaten is wel bekend. Dat het ook slecht is voor je hartritme zouden meer mensen mogen beseffen.”

Wat is boezemfibrilleren precies?

Boezemfibrilleren is een veelvoorkomende hartritmestoornis, vooral bij oudere mensen. Patiënten met de aandoening hebben een onregelmatige hartslag die vaak te hoog is. “In principe is het niet levensbedreigend, maar het moet wel behandeld worden”, zegt Dekker. “Als je dat niet doet, loop je risico op een beroerte en hartfalen.”

Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop in de rechterboezem. Deze prikkel verspreidt zich daarna over de rechter- en linkerboezem. Bij boezemfibrilleren, ook wel bekend onder de naam atriumfibrilleren, ontstaan continu vele prikkels op meerdere plekken in die boezem, waardoor het hart onregelmatig en vaak te snel klopt.

Hoogleraar en cardioloog Lukas Dekker

“Klachten variëren. Van hartkloppingen en kortademigheid die ervoor zorgen dat patiënten bijna niks meer kunnen, tot mensen die jarenlang met de aandoening rondlopen zonder dat ze iets weten of merken”, zegt Dekker. “Voor die laatste groep kan het eerste symptoom een beroerte zijn, dat is natuurlijk heel treurig.”

De aandoening komt voor bij ongeveer twee procent van de bevolking. Hoe ouder, hoe meer mensen met de aandoening: ruim zes procent van de mannen en vrouwen van 75 jaar oud heeft het.

Hoe stel je een diagnose?

De diagnose stel je via een hartfilmpje. Daarop is eenvoudig te zien of je met de aandoening te maken hebt. “Het enige nadeel is dat je het alleen kunt zien op het moment dat iemand de ritmestoornissen heeft. Zeker als het boezemfibrilleren nog niet zo lang bestaat, komt het in aanvallen voor. Heb je het alleen ’s nachts, dan kan het zijn dat we het missen. Je kunt iemand wel tijdelijk een apparaatje meegeven om een week lang hartritmes te meten. Als het echt op onregelmatige momenten voorkomt, kun je zelfs een chip onder de huid zetten om iemand maximaal drie jaar lang te kunnen monitoren.”

Hoe kun je het behandelen?

Patiënten krijgen vaak bloedverdunners voorgeschreven. “Daarmee heb je het risico op een beroerte goed afgedekt”, zegt Dekker. “Door die bloedverdunners is de kans dat een bloedstolsel vanuit het hart naar het hoofd schiet vrijwel verdwenen. Vroeger moest je met regelmaat naar de trombosedienst om je bloed te laten controleren, maar met de kwaliteit van de bloedverdunners van nu is dat niet meer nodig. Sommige patiënten, zoals gezonde mannen jonger dan 65 jaar, hebben geen bloedverdunners nodig; we weten goed wie er risico’s lopen.”

Bij patiënten met flinke klachten, zoals vermoeidheid, veel transpireren of hartkloppingen kun je de ritmestoornissen van het hart aanpakken via een hartkatheterisatie. “Een Franse cardioloog uit Bordeaux ontdekte in 1998 dat de ritmestoornissen ontstaan bij de inmonding in de linkerboezem van de aderen die het zuurstofrijke bloed uit de longen terugbrengen naar het hart. Op die plek zitten hartspiercellen die het boezemfibrilleren veroorzaken. Die cellen kunnen we uitschakelen.”

Nu gebruiken we een elektrische puls. Die laatste behandeling voerden wij als eerste ziekenhuis in Nederland uit. Met die techniek is de kans op schade aan omliggende organen vrijwel uitgesloten.

Die ingreep gaat via een katheter in de lies. “Door de aderen gaan we naar het hart. De eerste jaren schakelden we die uit door ze te verwarmen en later door bevriezen. Nu gebruiken we een elektrische puls. Die laatste behandeling voerden wij als eerste ziekenhuis in Nederland uit. Met die techniek is de kans op schade aan omliggende organen vrijwel uitgesloten.”

Na een behandeling van de ritmestoornissen kunnen patiënten in sommige gevallen stoppen met de bloedverdunners. “Alleen bij patiënten met een héél hoog risico op een beroerte schrijven we die dan toch nog voor. In een aantal andere gevallen kan het ook zonder die medicatie, maar dan moet de operatie uiteraard wel slagen. Dat is niet bij iedereen zo. Zelfs in de handen van de meest ervaren mensen en bij de meest ideale patiënt is de kans op succesvolle ingreep 80 procent.”

De kans op een succesvolle ingreep hangt onder meer af van het aantal jaren dat een patiënt al aan boezemfibrilleren lijdt. “Hoe langer je het hebt, hoe kleiner de kans op herstel. Het hart past zich in de loop der jaren namelijk aan en er ontstaan kleine littekens in het hartspierweefsel in de boezem. Dat zorgt ervoor dat de kans op een geslaagde behandeling weer afneemt.”

Ontstaan van de ziekte

Een ongezonde leefstijl is een van de grootste oorzaken van boezemfibrilleren, net als bij veel andere hart- en vaatziekten. “We weten steeds beter dat overgewicht, hoge bloeddruk, roken, hoog cholesterol en te veel of te weinig fysieke inspanning boezemfibrilleren kunnen uitlokken. Slaapapneu is ook een belangrijke oorzaak die we ons eerder nog niet bewust waren.”

Aanpakken leefstijl

Onderzoeken richten zich de laatste jaren steeds vaker op leefstijl, zegt Dekker. “Verbeteren daarvan helpt enorm. Als we patiënten begeleiden bij gewichtsverlies, raken ze soms al van hun klachten af. We doen ook volop onderzoek naar slaapapneu en boezemfibrilleren, samen met Kempenhaege.”

“Slaapapneu is een onderschatte oorzaak van de aandoening”, zegt Dekker. “Dat is inmiddels aangetoond. We gaan nu bij iedereen die zich meldt met boezemfibrilleren actief op zoek naar slaapapneu. Als we dat aantreffen, dan kunnen we met een masker of slaapbeugel mensen van de apneu afhelpen en in sommige gevallen zijn patiënten ook van hun boezemfibrilleren af en is katheter-ablatie niet meer nodig.”

We gaan nu bij iedereen die zich meldt met boezemfibrilleren actief op zoek naar slaapapneu.

Omdat leefstijl zo belangrijk is bij het voorkomen van de aandoening én het kan helpen bij verminderen van klachten, wil Dekker een poli opzetten die zich nog meer richt op leefstijl en het verbeteren van slaap. “We hebben gezien dat de kans op een mislukte ingreep halveert als de slaap van patiënten verbetert”, zegt Dekker, die begin volgend jaar zijn definitieve onderzoeksresultaten verwacht te presenteren. 

Verbeteringen in behandeling

In het Catharina Ziekenhuis worden er per jaar ongeveer zevenhonderd nieuwe patiënten met deze aandoening behandeld. “Voor 1998 was het advies: leer er maar mee leven. Nu verbeteren de methoden en kunnen we steeds meer mensen helpen. Aan de andere kant groeit de wachtlijst nog altijd stevig.”

De overstap naar de behandeltechniek met de stroompulsen is de meest recente grote verbetering. “Die techniek zijn we nog verder aan het ontwikkelen. Nu krijgt iedereen in principe dezelfde behandeling, maar we willen die meer gepersonaliseerd maken. Daarnaast gaan we actiever helpen met het aanpassen van iemand zijn levensstijl voordat we behandelen. Dus met een multidisciplinair team rondom de patiënt ook werken aan gewichtsverlies, stoppen met roken, meer bewegen en dan pas opereren als dat nog nodig is.”

Preventie

Dat leefstijl een van de grote oorzaken is, is misschien nog te veel onbekend in de maatschappij”, zegt Dekker. “Iedereen weet wel dat vet eten, roken, veel alcohol en weinig bewegen slecht is voor je bloedvaten, maar dat het ook slecht is voor het ritme van je hart is minder bekend.”

Tot slot heeft Dekker nog een goede tip voor duursporters. “Ik zie best veel mannen van zestig jaar en ouder die fanatiek aan duursporten doen: marathonlopers, wielrenners en marathonschaatsers. Die hebben ook een verhoogd risico. Door langdurige gelijkmatige inspanning gaat het hart trager kloppen en moet het per slag meer bloed rondpompen. Daardoor rekt de boezem veel verder uit en ontstaat er meer kans op boezemfibrilleren. Gevarieerde trainingsschema’s kunnen helpen om hun hart gezond te houden.”

Lukas Dekker

© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden