Pijnmedicatie (Folder)
5623 EJ Eindhoven
040 - 239 91 11
Pijnmedicatie (Folder)
In deze folder vindt u informatie over medicatie tegen pijn. Door te begrijpen hoe u de pijnmedicatie het beste kunt innemen, heeft u de best mogelijke pijnstilling met zo min mogelijk medicatiegebruik.
De pijnladder
De pijnladder is een bewezen effectieve richtlijn voor medicamenteuze behandeling van pijn. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op advies van de Wereld Gezondheid organisatie ( WHO).
Door het volgen van de treden, beginnend met trede 1, wordt met een zo laag mogelijke dosis een zo hoog mogelijk effect bereikt. Wanneer het middel uit trede 1 onvoldoende pijnstilling biedt, dan wordt er een middel uit trede 2 (mits dit medisch verantwoord is) voorgeschreven.
Wanneer de middelen uit trede 1 en 2 onvoldoende pijnstilling bieden, of u mag het middel uit trede 2 niet gebruiken dan zal de arts u een middel uit trede 3 voorschrijven.
Belangrijk is dat u de middelen gecombineerd gebruikt, zodat u uiteindelijk minder zware pijnstillers nodig heeft.
Soms zijn er kortwerkende middelen uit trede 4 nodig nodig om de piekpijnen op te vangen. Wanneer er sprake is van zenuwpijn, dan schrijft uw arts hiervoor een specifiek middel voor.
AFBOUWEN begint meestal bij afbouwen van stap 4, de kort werkende opiaten en vervolgens i.o.m. uw arts stap 3, de langwerkende opiaten. Stap 2 en 1 stopt u indien u geen pijnklachten meer heeft EN gestopt bent met stap 4 en stap 3
Met paracetamol uit de eerste trede van de pijnladder krijgt u een goede basis pijnstilling.
Wanneer dit onvoldoende werkt, kunt u naast de paracetamol, ook medicatie uit de tweede trede gebruiken. We noemen dit de NSAID’s; ook wel bekend als ontstekingsremmende pijnstillers.
Enkele voorbeelden van deze pijnstillers zijn:
- Naproxen
- Diclofenac
- Ibuprofen
- Advil
- Celebrex
- Etoricoxib
- Meloxicam
Wanneer u ouder bent dan 70 jaar, nierfunctiestoornissen heeft, maag- darmproblemen heeft, bloedverdunnende middelen gebruikt of hart of vaatproblemen heeft , wordt meestal niet gekozen voor deze medicatie vanwege nadelige risico’s. Gebruik géén 2 pijnstillers uit deze groep van NSAID’s langs elkaar, dat geeft een kans op bijwerkingen.
Wanneer de medicatie uit de eerste en tweede trede onvoldoende werken, kan in overleg met de arts besloten worden dat u daarnaast medicatie uit de derde trede gaat gebruiken: dit noemen we de opioïden pijnstillers ook wel genaamd als opiaten. Opioïden zijn sterke pijnstillers die gebruikt worden om hevige pijn te bestrijden. Ze worden vaak voorgeschreven na een operatie, ernstige verwonding of pijn ten gevolge van kanker.
Voorbeelden:
- Tramadol: wordt voorgeschreven voor matige tot hevige pijn.
- Morfine: Een zeer sterke pijnstiller, vaak gebruikt bij hevige pijn op de eerste hulp of pijn bij kanker (in de palliatieve fase)
- Oxycodon SR (slow release) of MGA (met gereguleerde afgifte) is langwerkende pijnstiller : Evenals morfine een sterke pijnstiller, vaak voorgeschreven voor hevige pijn na ongeval, operatie of bij kanker.
- Fentanyl: Een van de krachtigste opioïden, vaak gebruikt voor pijn bij kanker.
- Tapentadol; een opiaat gecombineerd met een middel wat ook effectief is bij zenuwpijn.
- Buprenorfine: Een opioïd dat gebruikt kan worden voor pijnstillende doeleinden.
- Methadon: Een zeer sterke pijnstiller, vaak gebruikt voor hevige pijn bij kanker.
Wanneer ondanks de langwerkende opioïde pijnstilling , de pijn er te veel doorheen komt, bijvoorbeeld in aanvallen, kunt u in overleg met de arts daarnaast ook snelwerkende opioïde pijnstilling gebruiken.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Oxycodon IR (immidiate release) Dit is een opioïde pijnstiller die na een half uur gaat werken en maximaal 4 uur werkzaam is.
- Fentanyl = abstral, een smelttablet voor onder de tong.
(onder tong = sublinguaal = sl)
Deze werkt zeer snel in, 10 tot 15 minuten en houdt maximaal 4 uur aan. De arts zal dat samen met U bespreken.
Risico’s
- Verslaving: Opioïden kunnen verslavend zijn, met name bij langdurig gebruik.
- Bijwerkingen: Opioïden kunnen bijwerkingen veroorzaken, zoals verstopping, misselijkheid en overgeven, sufheid en een droge mond.
- Risico op respiratoire depressie: Sommige opioïden, zoals fentanyl, kunnen de ademhaling remmen, vooral bij overdosering.
- Door de werking van onze hersenen en zenuwstelsel treedt bij langdurig gebruik, gewenning op waardoor een steeds hogere dosis nodig is om het gewenste effect te bereiken. Dit effect is nog groter bij mensen die gevoelig zijn voor verslaving of depressie.
- In verband met mogelijke sufheid heeft u een verhoogd risico om minder alert te zijn of te vallen.
Gebruik
Opioïden worden meestal alleen gebruikt voor een beperkte periode, bijvoorbeeld na een operatie of ernstige verwonding. Bij langdurige pijn, zoals bij kanker, kan het gebruik van opioïden langer nodig zijn, maar altijd onder strikte controle van een arts.
Belangrijk: Het is belangrijk om altijd met een arts te overleggen over het gebruik van opioïden en om de dosering nauwkeurig te volgen.
Laxeermiddelen
Bij het gebruik van een opioïde pijnstillers moet u een laxerend middel gebruiken. Een laxerend middel zorgt ervoor dat u geen last krijgt van verstopping in de darm. Wanneer u stopt met de opioïde pijnstillers , kunt u ook met het laxerend middel stoppen. Het beste is te stoppen met het laxerend middel als de ontlasting weer normaal is. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als u last heeft van diarree, is een laxerend middel niet nodig.
Afbouwen van pijnstillers
Als uw pijnklachten afnemen, kunt u meestal uw pijnmedicatie afbouwen. U begint met het afbouwen van de sterkste pijnstillers; in de omgekeerde volgorde van de pijnladder. Het afbouwen van morfine kan gepaard gaan met ontwenningsverschijnselen zoals onrust, angst en depressieve klachten, misselijkheid, verminderde eetlust, diarree, zweten, koorts, niezen en slaapproblemen. Wanneer u al langer morfine gebruikt (maanden/jaren) is het verstandig om dit geleidelijk te doen in overleg met uw arts.
Zenuwpijn ( neuropatische pijn)
Wanneer er sprake is van zenuwpijn (neuropathische pijn) kan de arts er voor kiezen om deze te behandelen met zenuwpijnstillers. Deze medicijnen zijn meestal geen gewone pijnstillers, maar komen uit de groep van de anti-epileptica en de antidepressiva. Dit is nodig, omdat gewone pijnstillers soms niet goed werken tegen zenuwpijn. De arts zal bij deze medicatie ook altijd streven naar een zo laag mogelijk effectieve dosis.
In verband met mogelijke sufheid, slaperigheid of duizeligheid heeft u een verhoogd risico om minder alert te zijn of te vallen.
Wat kunt u zelf doen om de pijn te verminderen?
Manieren om natuurlijke pijnstillende stoffen (endorfines) aan te maken en dus zelf iets aan de pijn te doen, is onder andere bewegen. Bewegen zorgt daarnaast voor een goede doorbloeding en herstel van de weefsels waardoor uw gewrichten soepel blijven. Een fysiotherapeut kan u ondersteunen in het vinden van een goede balans in bewegen en rust en herstel.
Daarnaast hebben gezonde leefgewoonten een belangrijke invloed op pijn. Enkele voorbeelden zijn gezonde voeding, een gezond gewicht en een goede slaap. Ook afleiding bijvoorbeeld in de vorm van een hobby, mindfullnessoefeningen of het luisteren naar muziek hebben heeft een positief effect op pijn.
Er is ook een mogelijkheid om een cursus pijneducatie te volgen. De verpleegkundig pijnconsulent verzorgd deze cursus. Informatie hierover vindt U op de website van het Catharinaziekenhuis bij de folder ‘cursus pijneducatie’.
Opleidingsziekenhuis
Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.
Vragen?
Als u na het lezen van de folder nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met polikliniek Pijngeneeskunde
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis Eindhoven
Polikliniek Pijngeneeskunde
040 – 239 85 00
Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Pijngeneeskunde kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/pijngeneeskunde