Sneller een diagnose stellen en eerder behandelen bij longkanker dankzij bloedanalyse

Met een bloedanalyse kan er sneller bepaald worden of een patiënt met klachten die passen bij longkanker, daadwerkelijk de ziekte heeft en of het mogelijk is die met gerichte therapie te behandelen. Twee jaar geleden voerde het Catharina Ziekenhuis dat bloedonderzoek in, in de klinische praktijk. “Voor ons is het routine geworden”, zegt Volkher Scharnhorst, hoofd van het Algemeen Klinische Laboratorium van het Catharina Ziekenhuis en hoogleraar aan de TU/e. “Daarmee maken we impact en dat onderscheidt ons van de rest van Nederland.”

Acht jaar geleden begon Scharnhorst het onderzoek naar het opsporen van longkanker in bloed. Destijds vond een onderzoek naar kanker altijd plaats door een patholoog die een stukje weefsel onderzocht. “Bij een biopsie neemt de longarts via de luchtpijp wat weefsel weg,” legt Scharnhorst uit. “Dit is een tamelijk belastende en onprettige ingreep en niet altijd succesvol. Soms moet de patiënt terugkomen. Onze vraag was of het ook mogelijk is een betrouwbare diagnose te stellen op basis van bloedanalyses.”

Patiënten zijn vaak erg ziek, hoe eerder je kunt beginnen met behandelen hoe beter.

Diagnostiek en behandelplan bij longkanker

Een patiënt van wie een arts vermoedt dat hij longkanker heeft, krijgt beeldvormende onderzoeken en vervolgens wordt er een biopt genomen om de tumorcellen te identificeren en DNA-analyse op te doen. Met al deze informatie wordt een behandelplan vastgesteld. Dat gaat in alle Nederlandse ziekenhuizen zo. Vervolgens zijn er drie behandelingen mogelijk: de patiënt krijgt chemotherapie, immunotherapie óf een gerichte therapie in de vorm van tabletten.

Voordat een arts kan behandelen, moet hij weten welke behandeling het beste past. Om via een biopt vast te stellen of er een mutatie aanwezig is, die met gerichte therapie te behandelen is, moet hij gemiddeld twee weken wachten op de uitslag van de DNA-analyse op de tumor. “Kostbare tijd”, zegt Scharnhorst. “Patiënten zijn vaak erg ziek, hoe eerder je kunt beginnen met behandelen hoe beter.”

Volkher Scharnhorst. Fotograaf: Jeroen Appels/Van Assendelft Fotografie

Binnen drie dagen afgerond

Dankzij de nieuwe bloedanalyse kan dat in veel gevallen veel eerder. Binnen drie dagen zijn alle nodige onderzoeken afgerond en kan een behandelplan worden gemaakt. Uit het onderzoek van Scharnhorst bleek namelijk dat er in 50 procent van de gevallen waarin een mutatie in het biopt van de tumor gevonden werd, deze ook in het bloed werd aangetroffen. Bovendien ontdekte het team onderzoekers dat door invoering van de nieuwe bloedtest extra mutaties gevonden werden.

“Soms is de hoeveelheid DNA van de tumorcellen extreem verdund in het bloed. Als er in onze test geen mutatie is aangetroffen, wil dat niet zeggen dat er geen mutaties aanwezig zijn in de tumor. De patholoog kan dan alsnog DNA-onderzoek doen op het biopt. In de gevallen waar wij wel een mutatie vinden in het bloed, kunnen we sneller met de best passende behandeling starten.”

Het vraagt wel wat aan mankracht, kennis en apparatuur, maar je kunt patiënten beter behandelen en je gaat er meer mutaties mee vinden

Positief effect op behandelmethouden

Het Sint Jans Gasthuis in Weert, het Anna Ziekenhuis in Geldrop en het Máxima Medisch Centrum maken voor de nieuwe bloedtest ook gebruik van het laboratorium van het Catharina Ziekenhuis. Andere Nederlandse ziekenhuizen werken enkel nog met onderzoek op biopten. “Er zijn nu wel een aantal ziekenhuizen die het net als wij als routinezorg aan het opzetten zijn. Het vraagt wel wat aan mankracht, kennis en apparatuur, maar je kunt patiënten beter behandelen en je gaat er meer mutaties mee vinden.”

Het bloedonderzoek wordt nu gedaan met PCR-testen. Met een NGS-test (Next Generation Sequencing), kun je grotere en langere stukken DNA analyseren en kun je nog meer mutaties in het bloed vinden.  Voor die testen ziet Scharnhorst nog een grote rol weggelegd in de toekomst.

“Als je nog meer mutaties kunt vinden, kan dat ook weer een positief effect hebben op de behandelmethoden.” Voor onderzoek daarnaar is Scharnhorst nog op zoek naar financiering. “Met het ultieme doel dat die hinderlijke biopsie voor patiënten helemaal niet meer nodig is.” Ook het toekomstige onderzoek wordt uitgevoerd binnen het Expertise Centrum Klinische Chemie Eindhoven, een samenwerking tussen de TU/e, het Máxima Medisch Centrum en Catharina Ziekenhuis.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden