Zo maken we zorg voor hartritmestoornissen efficiënter én toegankelijk

In Nederland hebben ruim 350.000 mensen te maken met boezemfibrilleren. De wachtlijsten voor behandeling zijn lang en het aantal patiënten groeit. In het Catharina Ziekenhuis wordt nauwkeurig in kaart gebracht hoeveel zorg een patiënt nodig heeft rondom een ablatie. Bij deze behandeling schakelt een cardioloog met elektrische pulsen hartcellen uit die de ritmestoornis veroorzaken. Onderzoeker Mileen van de Kar wil met deze gegevens het zorgpad voor patiënten verbeteren.

“Als je van tevoren kunt inschatten welke patiënt veel zorg nodig heeft en het traject daarop aanpast, profiteren de patiënt, het ziekenhuis én andere patiënten hiervan”, zegt Van de Kar.

Een patiënt met hartritmestoornissen die een ablatie krijgt, doorloopt een intensief zorgtraject. Dat begint bij de diagnose, gevolgd door de behandeling en daarna de nacontroles. Dit zijn geplande momenten. Maar wat als er buiten deze afspraken vragen ontstaan of een spoedbehandeling nodig is? “De vraag naar ongeplande zorg hadden we nog niet volledig in beeld,” legt Van de Kar uit.

“Daarom hebben we onderzocht hoe het gebruik van zorg eruitziet bij patiënten die tussen 2018 en 2023 zijn behandeld. We weten nu hoeveel zorg zij gebruiken vanaf één jaar vóór de behandeling tot een jaar erna. Denk hierbij aan ziekenhuisopnames, polibezoeken, telefonische consulten, spoedeisende hulp of thuismetingen.”

Vooraf selecteren

Niet elke patiënt heeft evenveel zorg nodig. “Er zijn grote verschillen”, zegt Van de Kar. “De hoogconsumeerders moeten we vooraf kunnen herkennen. Dat is de volgende stap in het onderzoek. Kunnen we patiënten met een grotere zorgvraag identificeren op basis van kenmerken zoals BMI, leeftijd en leefstijl? Als dat lukt, kunnen we hen sneller helpen.”

Dat zijn zes maanden waarin patiënten vaker op de spoed terechtkomen, extra polibezoeken afleggen of het ziekenhuis bellen

Dit biedt voordelen voor iedereen. Patiënten hoeven minder vaak naar het ziekenhuis, en het ziekenhuis kan de zorg efficiënter organiseren. Dat is hard nodig, want de wachttijd voor een ablatie is nu ongeveer zes maanden. “Dat zijn zes maanden waarin patiënten vaker op de spoed terechtkomen, extra polibezoeken afleggen of het ziekenhuis bellen,” legt Van de Kar uit. “Als je deze patiënten bijvoorbeeld al na drie maanden kunt helpen, verminder je de druk op de zorg en houd je de wachtlijsten beheersbaar.”

Zorg na de behandeling

Sommige patiënten hebben na de ingreep juist veel zorg nodig. “Niet alle klachten verdwijnen na één behandeling. Het huidige protocol gaat uit van drie maanden herstel voordat je opnieuw behandeld kunt worden. Deze termijn is recent door de Europese toezichthouder verkort naar twee maanden. Wij denken dat je in sommige gevallen nog sneller opnieuw kunt behandelen. Dat zou onnodige zorgvragen voorkomen.”

Door ook deze patiënten met een hoge zorgvraag vooraf te selecteren en sneller te behandelen, kan de zorgconsumptie aanzienlijk dalen. “Zo helpen we meer patiënten in dezelfde tijd én zorgen we dat andere patiënten minder vaak zorg nodig hebben. Dat is winst voor iedereen. Nu hebben we de zorgbehoeften in kaart, en richten we ons op het opzetten van een onderzoek om patiënten met grote zorgvragen vooraf te identificeren.”

Mileen van de Kar

Waardegedreven zorg
Dit project is onderdeel het Waardegedreven zorg-programma van het Catharina Ziekenhuis. Binnen dit programma worden 20 verschillende aandoeningen onder de loep genomen om te onderzoeken waar we de zorg voor patiënten echt kunnen verbeteren. Waardegedreven zorg is een benadering die de kwaliteit van zorg meet aan de hand van de uitkomsten die er écht toe doen voor onze patiënten. We meten en streven naar verbeteringen op belangrijke gebieden, zoals kwaliteit van leven, overleving, opnameduur, pijnervaring, complicaties en heropnames.

 


© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden