Als eerste in Europa: nieuwe hartklep via lies biedt hoop voor patiënten zonder alternatief
Het Catharina Ziekenhuis heeft een Europese primeur: de eerste plaatsing van een nieuwe mitralisklep via de lies. Het zorgt voor patiënten die nu wel uitzicht hebben op een toekomst terwijl ze eerst uitbehandeld waren.
Het Hart- en Vaatcentrum van het Catharina Ziekenhuis heeft opnieuw een belangrijke stap gezet in de behandeling van hartklepproblemen. Voor het eerst in Europa is een nieuwe, kleinere mitralisklep (een van de vier hartkleppen) via een dun slangetje (katheter) geplaatst bij een kwetsbare patiënt voor wie een klassieke openhartoperatie geen optie was. De ingreep maakt deel uit van een internationale studie.
De mitralisklep zit tussen de linkerboezem en de linkerkamer van het hart. Als die klep lekt, stroomt er bloed terug in plaats van vooruit. Dat leidt tot klachten zoals vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden. Voor sommige patiënten is een operatie te belastend. Zij vielen tot voor kort tussen wal en schip. “Met deze techniek kunnen we een nieuwe klep plaatsen via de lies. Dat is minder ingrijpend dan een openhartoperatie, en biedt nieuwe hoop voor kwetsbare patiënten”, vertelt Pim Tonino, interventiecardioloog en hoogleraar aan de TU/e waar hij zich richt op zogeheten minimaal invasieve – minder ingrijpende dus – hartingrepen met katheters.

Ik zie fitte tachtigers van wie ik weet: als we die een behandeling aanbieden, hebben ze nog tien mooie jaren
Amerikaanse collega
De nieuwe klep is een technische innovatie: kleiner van formaat, waardoor hij via een dunne katheter geplaatst kan worden. De klep wordt in het hart gebracht en daar vastgezet. Het Catharina Ziekenhuis is het eerste centrum in Europa dat deze klep heeft gebruikt. Tijdens de allereerste ingreep in juli werkte het team samen met een Amerikaanse collega die speciaal naar Eindhoven was gekomen om te assisteren.
De eerste patiënte, mevrouw Corbeek (78), had eerder te horen gekregen dat er voor haar geen behandelmogelijkheden meer waren. In het Catharina Ziekenhuis kreeg zij als eerste deze nieuwe klep. “Dat was echt een mijlpaal”, zegt cardioloog Sjoerd Bouwmeester. “We hebben in het Catharina al veel ervaring met het repareren van lekkende mitraliskleppen met clips. Daarbij plaatsen we via de lies een soort nietje op de klep, zodat die beter sluit en er minder bloed terugstroomt. Maar als zo’n clip niet goed blijft zitten of technisch niet mogelijk is, hadden we tot dat moment geen alternatief. Nu kunnen we in bepaalde gevallen de hele klep vervangen. Daarmee vergroten we onze behandelopties aanzienlijk. Ik zie fitte tachtigers van wie ik weet: als we die een behandeling aanbieden, hebben ze nog tien mooie jaren.”
Mevrouw Corbeek, die zonder deze ingreep uitbehandeld was, is erg dankbaar: “Ik ben gewoon herboren, ik heb echt mijn leven te danken aan deze artsen. Voor deze operatie was ik altijd heel moe, doelloos. Ik kon alleen nog maar televisie kijken, puzzelen, kon ook bijna niet lopen. Nu heb ik weer een leven voor me”, zo zei ze maandag tegen Hart van Nederland.

Niet wachten tot deze procedures (verzekerde) standaardzorg zijn, maar nú al kijken naar hoe we patiënten kunnen helpen. Dat maakt het voor mij zo bijzonder om hier te werken
Eigen innovatiebudget
Het hartteam werkt tijdens deze procedures intensief samen. Tonino en collega-interventiecardioloog Koen Teeuwen brengen de klep in via de katheter. Bouwmeester is verantwoordelijk voor de beeldvorming en begeleidt het team als de ogen van de operatiekamer. In het team zit verder onder meer hartchirurg Ka Yan Lam. Bouwmeester: “Die samenwerking is cruciaal. Door onze jarenlange ervaring met clipbehandelingen zijn we perfect op elkaar ingespeeld. Dat maakt het mogelijk om nieuwe technieken veilig en effectief in te voeren.”
De mitraliskleppen die nu in het Catharina Ziekenhuis worden geplaatst, maken deel uit van een internationale studie die wordt gefinancierd door de fabrikant. Voor andere innovaties, zoals de vervanging van de tricuspidalisklep (een andere hartklep) via een katheter, gebruikt het ziekenhuis zijn eigen innovatiebudget. “Ik vind het bewonderenswaardig dat het Catharina Ziekenhuis bereid is hierin te investeren”, zegt Bouwmeester. “Niet wachten tot deze procedures (verzekerde) standaardzorg zijn, maar nú al kijken naar hoe we patiënten kunnen helpen. Dat maakt het voor mij zo bijzonder om hier te werken. We durven te innoveren.”
De ontwikkelingen gaan snel. Waar het vervangen van de aortaklep via katheter (de zogenoemde TAVI) inmiddels gangbaar is, staat de techniek bij de mitralis- en tricuspidaliskleppen nog in de kinderschoenen. De anatomie is complexer en de kleppen zijn moeilijker vast te zetten. “Maar juist daarom willen we nu al ervaring opdoen”, zegt Teeuwen. “Het stelt ons in staat om steeds meer patiënten een passende behandeling te bieden, ook als ze voorheen geen optie hadden.”
We zien het als onze verantwoordelijkheid om deze innovatieve zorg beschikbaar te maken, ook voor mensen buiten onze regio. Iedereen moet kunnen profiteren van deze vooruitgang
Snelle groei in zekere zin goed nieuws
Kortom, deze stappen zijn pas het begin. De verwachting is dat in de komende jaren meer typen katheterkleppen beschikbaar komen, in meer maten, en met nog minder belasting voor de patiënt. Het Catharina Ziekenhuis is een van de weinige centra in Nederland die deelneemt aan dit soort studies. Bouwmeester: “Het allermooiste is dat je patiënten kunt helpen die anders nergens terecht konden. Als je die mensen ziet opknappen, dan weet je waarom je dit werk doet.”
Het aantal patiënten dat zich meldt bij het Hart- en Vaatcentrum van het Catharina Ziekenhuis groeit snel. En dat is in zekere zin goed nieuws: steeds meer mensen komen in aanmerking voor een behandeling die minder belastend is, maar wél effectief. “Katheterbehandelingen ontwikkelen zich razendsnel”, zegt Sjoerd Bouwmeester. “Het palet aan mogelijkheden wordt groter, waardoor we steeds specifieker kunnen kijken: wat is voor déze patiënt de beste aanpak?”
Tonino vult aan en sluit af: “We zien het als onze verantwoordelijkheid om deze innovatieve zorg beschikbaar te maken, ook voor mensen buiten onze regio. Iedereen moet kunnen profiteren van deze vooruitgang.”
Ook het Eindhovens Dagblad schreef een artikel over dit nieuwe type hartklep (achter een betaalmuur).