Blog: Maak van dementie geen identiteit

De meeste ziektes en aandoeningen kun je krijgen of hebben. Patiënten vertellen dat ze hartfalen hebben of bang zijn om kanker te krijgen. Sommige ziektes kun je echter ook zijn of worden. Dit is in de Nederlandse taal voorbehouden aan ziektes en aandoeningen die de psyche betreffen; je kunt niet alleen een depressie krijgen maar je kunt ook depressief zijn.

Bij dementie wordt het nog bijzonderder: van deze ziekte wordt in de Nederlandse taal vaak een werkwoord gemaakt: een patiënt is aan het dementeren. Op de vraag waarom men van deze ziekte een werkwoord maakt, volgt meestal het antwoord dat ‘dementie toch een proces is’. Dit argument houdt ons inziens geen stand. Kanker is immers ook een proces, maar mensen die lijden aan kanker zijn niet ‘aan het kankeren’. Wellicht wordt ‘dementeren’ gebruikt om de situatie wat te verzachten, in de trant van: hij is nog onderweg, nog niet heel erg dement. Misschien wordt ‘dementie’ beleefd als een te zware term vanwege het schrikbeeld dat mensen hebben van het eindstadium van de ziekte – terwijl het grootste deel van de mensen met dementie nog goed in staat is om hun wensen, behoeften en verlangens aan te geven.

Als het over de groep mensen met dementie gaat, wordt vaak gesproken over ‘dementerenden’. Hiermee maak je de persoon tot zijn/haar ziekte, zoals dat vroeger ook gebeurde met ‘leprozen’ en ‘zwakzinnigen’, taalgebruik dat inmiddels verlaten is. Juist bij een ziekte die de identiteit zo dreigt aan te tasten als dementie, is het belangrijk ons te realiseren dat mensen met dementie méér zijn dan hun ziekte alleen. Laten we daarom ‘dementeren’ en ‘dementerenden’ vergeten en spreken over ‘mensen met dementie’.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden