Goed nieuws, slecht nieuws!

In het Catharina Ziekenhuis wordt gelukkig vaak goed nieuws gebracht, maar helaas worden ook gesprekken gevoerd waarin een vervelende boodschap moet worden overgebracht. Hoe doen de artsen dat? En wat doet dit met hen?

Ik gooi de boodschap meteen op tafel”

Ben van den Borne long-oncoloog

“Bijna elke dag vertel ik mensen dat ze kanker hebben, vaak moet ik erbij zeggen dat er geen behandeling meer mogelijk is die tot genezing leidt.” Vervelend? “Voor mij valt dat wel mee.  Als ik er last van zou hebben, zou ik dit werk niet kunnen doen. Weet je, het geeft me juist ontzettend veel voldoening als zo’n gesprek goed loopt. Een slecht-nieuwsgesprek kan namelijk ook iets moois hebben. Vergeet niet, ik breng mensen vaak de belangrijkste boodschap van hun leven. Ze gaan een nieuwe, laatste fase in. De start van die periode is enorm belangrijk en dat begint met het gesprek. Is het gesprek goed, dan kan er een mooie band ontstaan waarin de patiënt en ik samen aan het roer staan van de laatste levensfase van de patiënt. En ja, natuurlijk raakt het mij om deze boodschap te vertellen. Ik ben geen machine. Vooral bij jonge patiënten die in dezelfde levensfase zitten als ik,  doet het mij emotioneel veel. Ik zit weleens met natte ogen tegenover een patiënt. Daar schaam ik me totaal niet voor. Maar ik blijf wel altijd professioneel en draag op basis van de medische feiten opties aan, zodat ik de patiënt kan bieden wat die het liefste wil.”

Voorbeelden

“Ik denk dat ik het voeren van zo’n gesprek wel aardig in de vingers heb. Dat is deels aanleg, maar gesprektechnieken zijn aan te leren. En ik heb tijdens mijn opleiding veel voorbeelden gezien, goede en slechte. Ik zag mijn supervisor ooit de boodschap heel voorzichtig brengen. Hij deed er wel een minuut over om tot de kern te komen: u hebt kanker. Terwijl ik de patiënt alleen maar zenuwachtiger zag worden. Sindsdien gooi ik de boodschap, goed of slecht, altijd meteen op tafel. En vervolgens begint er een soort spel waarin ik probeer in te schatten wat voor patiënt ik tegenover me heb en welke afslag ik tijdens het gesprek moet nemen om het zo prettig mogelijk te laten verlopen én om te zorgen dat alles duidelijk is. Zodat we samen deze belangrijke fase in kunnen gaan. Ieder gesprek loopt anders. De ene patiënt begrijpt wat meer dan de ander, en dan zijn er ook nog verschillen in de emotionele bagage van een patiënt. Of hoe reageert iemand op slecht nieuws? Zo ben ik constant aan het ‘lezen’ wat voor persoon er tegenover me zit. Als het me lukt om deze gesprekken goed te laten verlopen, geeft dat voldoening. Dus zelfs als ik drie slechtnieuwsgesprekken op een dag heb, maar ik weet dat het goed gegaan is, ga ik tevreden naar huis.”


Je raakt echt betrokken”

Majorie de Werd verpleegkundig specialist mammacentrum

“Vanaf de diagnose tot en met het follow-up traject ben ik er voor vrouwen met borstkanker. Je raakt echt betrokken bij elkaar, leeft mee in goede en slechte momenten. De ‘goed nieuwsmomenten’ zijn natuurlijk heel erg fijn. En die zijn er, zelfs als de patiënt kanker blijkt te hebben. Het is heel prettig als je kunt mededelen dat er toch nog behandelmogelijkheden zijn, dat de operatie goed is verlopen of als je kunt vertellen dat er geen uitzaaiingen gezien worden op de radiologische beelden. Geweldig goed nieuws is het als vrouwen één jaar na de behandeling voor de eerste keer terugkomen voor een mammografie en ik mag vertellen dat de ziekte niet terug is gekomen.” Goed nieuws voor mijzelf? “Als de patiënt weer controle heeft over haar eigen leven en een positief zelfbeeld heeft. Als ze niet meer leeft met angst voor terugkeer van ziekte, maar alleen nog nerveus is in tijden van de controle. Dat is goed nieuws.”


Uitbehandeld, dat kennen we niet”

Geert-Jan Creemers internist-oncoloog

“De term slecht-nieuwsgesprek vind ik niet helemaal passen. Want het is niet één gesprek, het is een heel proces. Vertellen dat iemand niet meer te genezen is, is direct de start van een nieuw, ander traject. Want uitbehandeld, dat kennen we niet. We behandelen altijd door. Dan gaat het alleen niet meer om te genezen, maar om klachten te verminderen of kwaliteit van leven te verbeteren. Maar het begint natuurlijk wel met die ene boodschap die ik moet overbrengen. Ik ben altijd heel duidelijk, want mensen die bij mij komen willen de uitslag horen. Ik draai er dus niet omheen, maar gooi de boodschap kort en bondig op tafel. Daarna probeer ik de situatie uit te leggen door bijvoorbeeld een scan te laten zien of een tekening te maken. Maar vaak merk je dat iemand na die eerste boodschap weinig meer oppikt omdat de emoties de boventoon voeren. Begrijpelijk. Daarom stuur ik soms mensen weg. Zeg ik: ‘Gaat u maar even naar huis, we praten morgen verder.’ Dat werkt. Want ik wil goede opties aandragen en samen met de patiënt nadenken over de vervolgstappen. Dat zijn belangrijke beslissingen die een patiënt niet kan maken als die heel geëmotioneerd is.” 

Acceptatie

“Ik vind het mooi om een patiënt tot het einde toe goed te begeleiden. Natuurlijk is het treurnis: het verhaal loopt niet goed af. Maar het is wel mijn taak om alle betrokkenen goed door het hele proces te leiden. Van het goed overbrengen van de boodschap, tot de acceptatie van de situatie en zoeken naar oplossingen en mogelijkheden voor de laatste maanden, of soms zelfs jaren. Het klinkt raar, maar vaak word ik een deel van het gezin. In dit moeilijke en roerige proces ben ik degene die overzicht heeft. Want gedurende het proces gebeurt er van alles. Slaat de chemo aan of niet, bijvoorbeeld. Zo veranderen de spelregels, en daarmee ook de doelen, regelmatig. Het is belangrijk dat mensen vertrouwen in mij hebben en dat ik degene ben die overzicht houdt.”


Van goed nieuws word ik ook vrolijk”

Birgit Vriens internist-oncoloog

“Goed nieuwsgesprekken zijn ontzettend leuk. Van goed nieuws worden patiënten blij en daar word ik vanzelf ook vrolijker van. Ik voer verschillende soorten goed-nieuwsgesprekken. Sommige patiënten hopen van mij te horen dat er geen uitzaaiingen gevonden zijn. Anderen zijn benieuwd of de chemotherapie is aangeslagen, zodat we, in het geval van borstkanker, borstsparend kunnen opereren. En ik spreek ook mensen die we niet meer kunnen genezen. Maar als ik hen kan vertellen dat het traject dat we gestart zijn om klachten te verminderen en betere kwaliteit van leven te geven succesvol is, is dat ook iets moois. Als ik die goede boodschap mag overbrengen, begint in mijn kamer gelijk de zon te schijnen. Soms ken ik een patiënt al langer en weet ik bijvoorbeeld dat zij altijd uit eten gaat na weer een goed bericht van de artsen. Dan is het leuk om alleen maar te hoeven zeggen: ‘Reserveer voor vanavond maar weer een tafel in dat leuke restaurant.’ Die blijdschap van patiënten steunt mij zelf ook in mijn werk. Dat zijn de momenten waarop ik weet waar ik het voor doe.”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden