Gynaecoloog Carolien Vermeulen wint prestigieuze prijs voor onderzoek naar bekkenbodemproblemen
Carolien Vermeulen, gynaecoloog in het Catharina Ziekenhuis, heeft de Schellekensprijs gewonnen voor het beste proefschrift van de afgelopen twee jaar. Zij promoveerde in december 2024 op haar onderzoek naar bekkenbodemproblemen bij vrouwen na een baarmoederverwijdering.
Het winnen van deze prestigieuze prijs voelt voor Vermeulen als een erkenning van haar werk, dat een waardevolle bijdrage levert aan de zorg voor vrouwen die hun baarmoeder laten verwijderen, bijvoorbeeld vanwege oncologische redenen, endometriose of verzakkingen. “Het was sowieso al een eer dat ik geselecteerd was om op ons landelijke gynaecologencongres mijn proefschrift te mogen presenteren. Al die jaren keek ik naar hoe anderen dat deden. Ik had nooit gedacht daar zelf ooit te mogen staan. En winnen al helemaal niet, ook omdat er dertig proefschriften meedongen. Ik had het oprecht niet verwacht dat de prijs naar mij zou gaan.”
Haar proefschrift richt zich op de gevolgen van een baarmoederverwijdering (hysterectomie) voor de bekkenbodem, waarbij de nadruk ligt op de kans op verzakking van de bekkenorganen. Vermeulen legt uit dat niet alle vrouwen die een hysterectomie ondergaan hetzelfde risico op verzakking lopen. “Het blijkt dat vrouwen die een hysterectomie ondergaan vanwege bijvoorbeeld endometriose, hevig menstrueel bloedverlies of een vleesboom geen verhoogd risico op verzakking hebben. Dit werd altijd gedacht, maar uit ons onderzoek blijkt dus dat dit wel meevalt. Het is belangrijk om te begrijpen dat het niet de operatie zelf is die het risico bepaalt, maar de reden voor de operatie: vrouwen bij wie hun baarmoeder verwijderd moest worden vanwege een verzakking lopen helaas wel een verhoogd risico op – opnieuw – een verzakking.”
Door deze bevindingen kunnen we een groot deel van de vrouwen die een hysterectomie zullen ondergaan geruststellen. Ze hebben hiermee namelijk geen verhoogd risico op een verzakking in de toekomst, iets waar veel vrouwen wel bang voor zijn
Ernst verzakking en klachten komen niet altijd overeen
Vermeulen baseerde haar onderzoek op de gegevens van 247 vrouwen, die gemiddeld 16 jaar na hun hysterectomie opnieuw langskwamen. “Het was enorm waardevol om de gegevens van deze vrouwen te analyseren. We hebben gekeken naar hoe de verzakkingen zich na lange tijd ontwikkelen en welke factoren daarbij een rol spelen. Dit geeft ons niet alleen inzicht in de kans op verzakking, maar ook in de ernst en de bijbehorende symptomen. Door deze bevindingen kunnen we een groot deel van de vrouwen die een hysterectomie zullen ondergaan geruststellen. Ze hebben hiermee namelijk geen verhoogd risico op een verzakking in de toekomst, iets waar veel vrouwen wel bang voor zijn.”
De 247 vrouwen kregen lichamelijk onderzoek en vulden vragenlijsten in over hun klachten, wat cruciaal was voor het begrijpen van de relatie tussen klachten en ernst van verzakking. “Wat verder opviel, is dat de ernst van de verzakking niet altijd overeenkwam met de klachten die de vrouwen ervoeren. Die verschillen konden enorm zijn; sommige vrouwen hadden bij ernstige verzakkingen nauwelijks klachten, terwijl andere vrouwen bij minuscule verzakkingen juist veel ongemak ervoeren. Dit is een belangrijk inzicht voor de klinische praktijk, omdat het aantoont dat we verder moeten kijken dan alleen de fysieke ernst van de verzakking bij het maken van behandelingsbeslissingen. Wees terughoudend om laatstgenoemde groep te opereren, zo is mijn advies, omdat dit de klachten kan verergeren.”

‘Onderwerp nog te veel in de taboesfeer’
Vermeulen hoopt met haar onderzoek artsen te helpen bij het beter informeren van patiënten over de gevolgen van een baarmoederverwijdering op de bekkenbodem. “Het is essentieel dat vrouwen goed voorgelicht worden over de lange termijn gevolgen van een baarmoederverwijdering, hun kans op verzakking en bekkenbodemklachten. Dit onderwerp zit nog veel te veel in de taboesfeer. Goede uitleg kan hen veel stress besparen en helpt hen bij het maken van weloverwogen keuzes”, legt ze uit. “Vrouwspecifieke aandoeningen zijn veel in het nieuws en ons onderzoek past precies binnen de kennishiaten van de vrouwspecifieke aandoeningen. Er komt steeds meer aandacht voor gelukkig.”
De erkenning van haar proefschrift komt op een bijzonder moment. Enkele weken geleden overleed haar mentor en hoogleraar Marlies Bongers onverwachts. “Zij had hierbij moeten zijn. Het was heel emotioneel om deze prijs te ontvangen zonder haar erbij. Marlies was een grote steun en toeverlaat voor mij, en ik wil haar eren door het prijzengeld van 1000 euro te doneren aan haar stichting.”
Vermeulen kijkt uit naar haar nabije toekomst in het Catharina Ziekenhuis. Ze treedt per 1 december toe tot de vakgroep als opvolger van nieuw Raad van Bestuur-lid Viviane Dietz. “Mijn volgende doel is om ervoor te zorgen dat de richtlijnen voor de behandeling van verzakkingen bij vrouwen na een baarmoederverwijdering aangepast worden, zodat de zorg nog beter aansluit bij de behoeften van de patiënt.”
