‘Moeder van de afdeling’ en borstvoedingsgoeroe nemen afscheid van de ‘kraam’

Keetje Sars (65) begon in 1978 als A-verpleegkundige op de afdeling Verloskunde van het Catharina Ziekenhuis. Drie jaar later staat ze als kapitein aan het roer. In 1988 zat Monique Bonné (65) bij haar aan tafel voor een positie op de kraamafdeling van het Eindhovense ziekenhuis. In al die jaren is niet alleen de zorg voor moeder en kind enorm verbeterd, ook maakten de ‘oude rotten’ zeven verbouwingen mee en ontwikkelden ze zich tot ‘borstvoedingsgoeroe met respect voor flesvoeding’ en ‘moeder van de afdeling’.  Beide dames nemen afscheid van hun zo geliefde vak, afdeling en team.

“Er is zoveel veranderd. Vroeger bleef een kraamvrouw tien dagen in het ziekenhuis na een bevalling. Dat kun je je nu bijna niet meer voorstellen”, lacht Keetje. Rust, reinheid en regelmaat, strakke sluitlakens en stoffen luiers. Keetje: “De baby’s lagen vroeger op de kinderkamer, wij noemden het een vissenkom. We hadden vier zalen met in elke zaal zes kraamvrouwen, tussen de zalen lagen de baby’s achter glas. Eén keer per dag was het bezoek en werden de baby’s geshowd. Het bezoek stond dan achter de ruit en hielden het naamkaartje van de baby tegen het glas. Wij pakten dan de juiste baby en hielden hem omhoog. Nu blijven moeder en kind zoveel mogelijk bij elkaar op onze kraam- en couveuse suites.”

Pijnstilling
Pijnstilling tijdens de bevalling was vroeger ook niet iets vanzelfsprekends. “Toen gold nog het bijbelse motto ‘met smart zult gij baren’. Pijn hoorde erbij. Je kon niet kiezen voor een ruggenprik, zoals tegenwoordig. Wij stonden als jonge verpleegkundigen naast zo’n vrouw die lag te puffen. ‘Zuchten, mevrouw, zuchten’, zeiden we dan. Nu werken we met een geboorteplan, bespreken we wat de wensen zijn voor de bevalling. We hebben één op één begeleiding. En vrouwen kunnen kiezen voor pijnstilling. De maatschappij is mondiger geworden en daarmee de patiënten dus ook. Dat vergt een heel andere begeleiding”, legt Monique uit, “er zijn vrouwen die bij de eerste wee al meteen vragen om een ruggenprik. Maar met goede begeleiding, halen heel veel vrouwen zonder pijnstilling de eindstreep.”

Niet alleen vreugde
De kraamafdeling is niet alleen een plaats van vreugde. Keetje: “Natuurlijk gaat niet elke bevalling goed. Dat is iets van alle tijden. Maar de prenatale diagnostiek is door de jaren heen ontzettend verbeterd. Met de komst van onder andere de NIPT, kunnen we al in een vroeg stadium, vrij zeker stellen of het baby’tje gezond is. Vroeger werden heel veel kinderen met afwijkingen geboren. Dat zag je pas bij de geboorte. Dat waren heftige momenten. Ook als we vroeger wisten dat een kindje dood geboren zou worden, dan hielden we er een laken voor bij de bevalling. De moeder zag het kind dan niet, we dachten toen dat het beter was dat er geen binding zou zijn. Het kind werd direct weggehaald, de moeder kon ook geen afscheid nemen. Dat was het protocol toen. Als ik hier nu aan terugdenk dan heb ik wel eens gedacht: hoe hebben we dat kunnen doen. Gelukkig besteden we hier nu veel meer aandacht aan. Zo maken we foto’s, hand- en voetafdrukken en blijft het kindje gewoon bij de ouders.”

Huid-op-huid contact
Monique en Keetje hebben zich als een van de eersten in Nederland hart gemaakt voor huid-op-huid contact direct na een keizersnede. “We zagen hoe belangrijk het contact tussen moeder en kind is in die eerste minuten na de bevalling. Het Catharina Ziekenhuis was het eerste ziekenhuis in Nederland waar we dit zogenaamde huid-op-huid hebben ingevoerd. We leggen de baby’tjes meteen na de geboorte bij de moeder op de borst, ook na een keizersnede. Ze gaan samen terug naar de kamer. Moeder, kind en partner blijven bij elkaar.”

Gentle Sectio
Een ander hoogtepunt is de invoering van de Gentle Sectio, de zogenaamde vriendelijke keizersnede. “Vrouwen die een keizersnede hadden ondergaan, gaven vaak aan, het écht geboren worden van hun kindje te hebben gemist. Dat wilden we verbeteren. Nu zien de vrouwen op de operatiekamer, hoe de gynaecoloog, de baby uit de buik ‘geboren laat worden’. We laten het scherm zakken waardoor ze mee kunnen kijken. Ik ben ontzettend trots dat we dit hier bieden”, benadrukt Keetje, “en onlangs hebben we op het gebied van een keizersnede een volgende stap gezet. In ons ziekenhuis kan de moeder tijdens de keizersnede zelf haar baby uit de buik halen. Een zogenaamde Self assist keizersnede. Hier is zeer enthousiast op gereageerd. Fantastisch dat ik dit nog mee heb kunnen maken”, benadrukt Keetje.

Borstvoeding
Monique vult aan: “Huid-op-huid contact is een groot voordeel voor de hechting en voor het op gang komen van de borstvoeding. In de jaren zeventig was borstvoeding niet heel erg ‘in’. Vrouwen die geen borstvoeding gaven, kregen een borstverband: de borsten werden opgebonden”, lacht ze. “De opleiding tot lactatiekundige beschouw ik toch wel als een van de hoogtepunten in mijn carrière. Ja, ze noemen me hier in het ziekenhuis een borstvoedingsgoeroe, maar altijd met respect voor flesvoeding. Ik vind het fantastisch om vrouwen te kunnen helpen, ondersteunen en adviseren bij, in mijn ogen, het mooiste en beste voor de baby. De zorg in dit ziekenhuis is compleet en van een zeer hoog niveau. Daar ben ik trots op.”

Met een gerust hart dragen beiden het stokje over. Keetje: “Laatst kwam een vader naar ons toe die zei: ‘goh, ik ken jullie. Ik heb nog foto’s van mijn geboorte waar jullie op staan. De cirkel is rond, het is tijd om te stoppen”, lachen beide dames, “de zorg voor moeder en kind is in het Catharina Ziekenhuis van een zeer hoog niveau, er staat een fantastisch team. Ik ga alle meiden ontzettend missen maar de tijd is rijp dat de jongere garde het over gaat nemen. Dat is goed.”


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden