Na een bypass-operatie sneller naar huis, met zorg die blijft meekijken

Vroeger bleven patiënten na een bypassoperatie twee weken in het ziekenhuis. Nu gaan ze vaak al na enkele dagen naar huis. Dankzij thuismonitoring en betere zorgprocessen verloopt het herstel steeds meer in eigen omgeving, mét intensieve begeleiding op afstand.

Een kwart eeuw geleden betekende een bypassoperatie automatisch een lange opname: tien tot veertien dagen in het ziekenhuis was normaal. Later werd dat vijf dagen. Nu heeft het Catharina Ziekenhuis deze maand de volgende stap gezet: veel patiënten met een vernauwing van de kransslagader kunnen al drie dagen na de bypass naar huis.

Volgens cardiothoracaal chirurg Thomas van Brakel is dat een grote vooruitgang: “De voorbereiding, operatietechnieken en de nazorg zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd. We werken steeds vaker met voorbereidende oefeningen (de zogeheten prehabilitatie), minimaal ingrijpende ingrepen en begeleiden patiënten sneller bij hun herstel. Daardoor hoeven zij niet meer weken in het ziekenhuis te liggen, maar kunnen ze al na enkele dagen veilig naar huis.”

Ingrijpende en zware behandeling

Jaarlijks voert het Catharina Ziekenhuis als een van de grootste hartcentra van Nederland zo’n 770 bypassoperaties uit. Daarmee gaat het om de grootste groep hartoperaties in dit ziekenhuis. Ter vergelijking: er zijn ongeveer 150 hartklepoperaties per jaar in het ‘Cathrien’. Bij deze ingreep ging het ziekenhuis al eerder over op thuismonitoring. Een bypassoperatie is een ingrijpende en zware behandeling. Juist daarom is het bijzonder dat patiënten dankzij betere zorgprocessen en thuismonitoring nu sneller én veilig naar huis kunnen.

“Waar vroeger een lange opname vanzelfsprekend was, zien we dat patiënten tegenwoordig thuis beter en sneller herstellen”, vult Miriam Scheurwater, onderzoeker en cardioloog in opleiding, aan. “Als je ze thuis goed begeleidt, is het veilig én prettiger.” Die begeleiding vindt plaats via thuismonitoring. Patiënten gebruiken de Luscii-app om dagelijks vragen te beantwoorden over hun herstel. Een slimme pleister registreert de eerste weken automatisch hartslag, ademhaling en activiteit. Het thuismonitoringscentrum volgt de gegevens en krijgt een seintje bij afwijkingen.

“Zo hoeven we niet zelf continu alle data door te nemen”, vertelt Scheurwater. “Als er een alarm afgaat, neemt een verpleegkundige direct contact op met de patiënt. Dat geeft vertrouwen, zonder dat de zorg onnodig belast wordt.”

Ook voor patiënten is het een geruststelling. Ze krijgen herinneringen via de app, kunnen berichten sturen en worden gebeld als dat nodig is. Meer informatie staat in de patiëntenfolder over thuismonitoring.

Veel meer overleg met de patiënt

Waar vroeger vooral de arts bepaalde hoe lang iemand moest blijven, is er nu veel meer overleg met de patiënt. Dat heet shared decision making. Scheurwater: “Wanneer je patiënten vooraf vertelt dat ze na drie dagen waarschijnlijk naar huis kunnen, houden ze daar rekening mee. Veel mensen merken dan dat ze eerder dan verwacht alweer zelfstandig dingen kunnen doen. Dat geeft vertrouwen.”

Gijs van Steenbergen, eveneens arts in opleiding tot cardioloog, weet dat laatste ook. “Veel patiënten voelen zich na een paar dagen alweer behoorlijk zelfstandig. Ze willen graag terug naar hun eigen omgeving. Met digitale zorg en goede begeleiding kan dat veilig en verantwoord.”

Digitalisering speelt een grote rol in het hele traject. Voorafgaand aan de operatie krijgen patiënten videoconsulten en digitale informatie. Dat bereidt hen beter voor en maakt de stap naar thuismonitoring natuurlijker.

Marina van Dorenmalen
Thuismonitoringsverpleegkundige Marina van Dorenmalen aan het werk. Foto: Jarno Verhoef/Catharina Ziekenhuis

Geen doel op zich

Een belangrijke rol ligt bij het thuismonitoringscentrum en de verpleegkundig specialisten. Als er een melding binnenkomt, zijn zij de eersten die meekijken. Alleen als dat nodig is, schakelen ze een arts in. Van Steenbergen benadrukt hun waarde: “Zonder het monitoringscentrum zou dit project niet bestaan. Zij zijn het vangnet dat patiënten continu in de gaten houdt. Dat maakt het mogelijk om de opnameduur te verkorten zonder concessies te doen aan veiligheid.” Maar thuisherstel betekent niet zonder menselijk contact. “Patiënten spreken altijd een verpleegkundig specialist via een videoconsult en krijgen indien gewenst een fysieke afspraak bij hun chirurg.”

De kortere opname is geen doel op zich, maar een gevolg van meerdere verbeteringen: goede voorbereiding voorafgaand aan de operatie, sneller mobiliseren, aangepaste pijnstilling en minimaal ingrijpende technieken. Het resultaat is dubbel gunstig. Patiënten ervaren minder onzekerheid en herstellen sneller in hun eigen omgeving. Tegelijk ontstaat in het ziekenhuis meer capaciteit voor andere patiënten.

Het Catharina Ziekenhuis is een van de weinige ziekenhuizen in Nederland die thuismonitoring standaard inzetten na hartchirurgie. Het Leids Universitair Medisch doet dat bijvoorbeeld ook met The Box. Daarmee zetten onder meer deze twee ziekenhuizen een grote stap in de vernieuwing van zorg: meer thuis, minder ziekenhuis, en meer regie voor de patiënt.

Van Steenbergen vat het samen: “Patiënten vallen niet meer in een gat na ontslag. Ze voelen zich gesteund, terwijl ze sneller herstellen in hun eigen omgeving. Dat is winst voor iedereen.”

Dit project is onderdeel van het Waardegedreven zorg-programma van het Catharina Ziekenhuis. Binnen dit programma worden 20 verschillende aandoeningen onder de loep genomen om te onderzoeken waar we de zorg voor patiënten echt kunnen verbeteren. Waardegedreven zorg is een benadering die de kwaliteit van zorg meet aan de hand van de uitkomsten die er écht toe doen voor onze patiënten. We meten en streven naar verbeteringen op belangrijke gebieden, zoals kwaliteit van leven, overleving, opnameduur, pijnervaring, complicaties en heropnames.



© 2025 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden