Onderzoek: Is elke echo na een hartinfarct wel nodig?
Bij alle patiënten die met een hartinfarct in het Catharina Ziekenhuis terechtkomen, wordt bij de nacontrole een echo van het hart gemaakt. Daarop kan de cardioloog zien of er sprake is van blijvende schade. Bij patiënten die een licht hartinfarct hebben doorgemaakt, lijkt zo’n echo vaak niet nodig. In het Catharina Ziekenhuis start daarom een onderzoek om te bepalen bij welke patiënten de controle-echo achterwege gelaten kan worden.
Het onderzoek richt zich op patiënten met een NON-STEMI hartinfarct. Bij deze vorm van een hartinfarct ontstaat schade door een disbalans tussen de zuurstofvraag en het zuurstofaanbod, zonder dat er sprake is van volledige afsluiting van een kransslagader. Patiënten worden behandeld met medicijnen en binnen vierentwintig uur vindt er een hartkatheterisatie plaats om de oorzaak van het infarct in beeld te brengen.
“Deze hartinfarcten zijn er in verschillende gradaties: van heel licht tot heel zwaar”, zegt onderzoekster Miriam Scheurwater. Standaard wordt na zes weken een echo uitgevoerd om mogelijke hartspierschade te beoordelen. Veel hartspierschade leidt namelijk tot een verminderde pompfunctie van het hart. Bij patiënten met een licht infarct maken we die echo ook, maar weten we eigenlijk al op voorhand dat we daar geen vermindering van de pompfunctie gaan vinden.”
Troponine, een eiwit dat vrijkomt bij zuurstofgebrek in het hart, speelt een sleutelrol in dit onderzoek. “Die waardes kun je meten in het bloed. Dat doe je al op het moment dat de patiënt met klachten in het ziekenhuis terecht komt. Hoe hoger de waarde, hoe zwaarder het infarct.” Door troponinewaarden van patiënten sinds eind 2019 in een database te koppelen aan de echobeelden, wil Scheurwater een ondergrens bepalen waaronder geen schade aan de hartspier is opgetreden.
Als we een waarde hebben waaronder nooit schade ontstaat, weten we dat een echo overbodig is
“Als we een waarde hebben waaronder nooit schade ontstaat, weten we dat een echo overbodig is. Die patiënten hoeven dan minder vaak naar het ziekenhuis te komen voor controle. Bovendien is een echo belastend voor de patiënt én vinden patiënten het niet altijd even prettig. Daarnaast moet het de druk verlichten voor verpleegkundigen en de zorg toegankelijk houden. En een echo maken kost natuurlijk ook geld voor de patiënt. Als we zorg leveren moet dat doelmatige zorg zijn.”
Scheurwater verwacht begin 2025 de eerste onderzoeksresultaten.
Dit onderzoek maakt deel uit van het Waardegedreven zorg-programma van het Catharina Ziekenhuis. Binnen dit programma worden 20 verschillende aandoeningen onder de loep genomen om te onderzoeken waar we de zorg voor patiënten echt kunnen verbeteren. Waardegedreven zorg is een benadering die de kwaliteit van zorg meet aan de hand van de uitkomsten die er écht toe doen voor onze patiënten. We meten en streven naar verbeteringen op belangrijke gebieden, zoals kwaliteit van leven, overleving, opnameduur, pijnervaring, complicaties en heropnames.
