Behandeling met radioactief jodium bij hyperthyreoïdie (Folder)
5623 EJ Eindhoven
040 - 239 91 11
Behandeling met radioactief jodium bij hyperthyreoïdie (Folder)
Binnenkort komt u naar de polikliniek Nucleaire geneeskunde van het Catharina Ziekenhuis voor een intakegesprek met de nucleair geneeskundige in verband met een mogelijke behandeling van uw schildklier met radioactief jodium. Lees voorafgaand aan het intakegesprek deze folder goed door.
Uw behandeld arts heeft met u besproken waarom deze behandeling bij u wordt uitgevoerd. In deze folder vindt u meer informatie over de behandeling met radioactief jodium. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan we hier beschrijven. Als dit zo is, dan bespreekt de nucleair geneeskundige dit met u.
Voorafgaand aan het intakegesprek hoeft u NIET te stoppen met de schildkliermedicijnen. Na het intakegesprek worden afspraken gemaakt voor een voorbereidend onderzoek.
Voorbereidend onderzoek
Voorafgaand aan de behandeling wordt een onderzoek op de polikliniek Nucleaire geneeskunde uitgevoerd. Voor dit onderzoek krijgt u een capsule met een kleine hoeveelheid radioactief jodium met een bekertje water. Het is belangrijk dat u de capsule in zijn geheel doorslikt. Voor het onderzoek hoeft u niet nuchter te zijn en u hoeft zich na het innemen van de capsule met radioactief jodium niet aan speciale gedragsregels te houden. De volgende dag wordt er een foto van de schildklier gemaakt. Dit duurt ongeveer 10 minuten.
De meeste patiënten gebruiken voorafgaand aan het onderzoek en de behandeling met radioactief jodium medicijnen voor de schildklier, zoals: Thiamazol, Strumazol, Propylthiouracil, Thyrax, Euthyrox, Eltroxin of Cytomel. Schildkliermedicijnen mogen voor het onderzoek niet meer ingenomen worden. De behandelend arts of een medewerker van de polikliniek Nucleaire geneeskunde bespreekt met u hoe lang u met de schildkliermedicijnen moet stoppen. Alle andere medicijnen mag u gewoon blijven gebruiken.
Voor de meeste behandelingen van goedaardige schildklieraandoeningen is vaak een relatief kleine hoeveelheid radioactief jodium nodig. Deze kleine hoeveelheden kunnen vrijwel altijd poliklinisch gegeven worden. Of dit ook in uw geval mogelijk is, bespreekt uw behandelend nucleair geneeskundige met u. In sommige gevallen is een grotere hoeveelheid radioactief jodium nodig. Dan moet u hiervoor twee nachten worden opgenomen op de verpleegafdeling van de Nucleaire geneeskunde, om de straling voor mensen in uw omgeving te beperken.
De behandeling met radioactief jodium
Voor de behandeling van schildklierziekten wordt radioactief jodium gebruikt. U krijgt dit toegediend in de vorm van een capsule. Het radioactief jodium komt via de maag in het bloed en vanuit het bloed wordt het door de schildklier opgenomen en vastgehouden. De rest van het lichaam neemt geen jodium op, dus ook geen radioactief jodium. Radioactief jodium zendt twee soorten straling uit, bètastraling en gammastraling. De bètastraling zorgt voor vermindering van de overmatige functie van de schildklier. De rest van het lichaam en ook de omgeving ondervinden geen schade van deze straling. Daarnaast wordt een kleine hoeveelheid gammastraling uitgezonden die te vergelijken is met röntgenstraling. Deze straling wordt ook door uw omgeving ontvangen. Jodium wordt snel in de schildklier opgenomen (na twee tot drie uur is het grootste deel al opgenomen). Het gedeelte van het jodium dat niet in de schildklier wordt opgenomen, verlaat het lichaam voor het grootste deel via de urine. Dit gebeurt vooral in de eerste één tot twee dagen. Een klein gedeelte komt in de eerste dagen na de behandeling in het speeksel en transpiratievocht terecht.
Radioactief jodium en zwangerschap
Bent u (mogelijk) zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met de polikliniek Nucleaire geneeskunde.
Radioactief jodium kan schadelijk zijn voor ongeboren kinderen en zuigelingen. Om deze reden mag u niet zwanger zijn bij een onderzoek en behandeling met radioactief jodium. Bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd wordt voorafgaand aan de behandeling een zwangerschapstest middels een bloedonderzoek afgesproken.
Na de behandeling is seksueel contact toegestaan, maar het is belangrijk om goede voorbehoedsmiddelen te gebruiken. Voor vrouwen wordt zwangerschap afgeraden gedurende de eerste 12 maanden na elke behandeling met radioactief jodium. Voor mannen wordt het afgeraden om kinderen te verwekken gedurende de eerste vier maanden na elke behandeling met radioactief jodium. Daarna is er geen verhoogd risico op een miskraam of aangeboren afwijkingen voor uw kind.
Na een behandeling met radioactief jodium mag u geen borstvoeding geven, omdat deze stof in de moedermelk terecht komt.
Poliklinische behandeling
Een poliklinische behandeling met radioactief jodium kan meestal binnen een week na het voorbereidende onderzoek gegeven worden.
Voorbereiding thuis
- Neem de schildkliermedicijnen NIET in op de dagen rondom de behandeling. De behandelend arts of een medewerker van de polikliniek Nucleaire geneeskunde bespreekt met u hoe lang u met de schildkliermedicijnen moet stoppen.
- Alle andere medicijnen mag u gewoon blijven gebruiken.
- U hoeft voor de behandeling niet nuchter te zijn en er zijn geen speciale dieetmaatregelen nodig.
De behandeling
U meldt zich op de afgesproken dag en tijd op de polikliniek Nucleaire geneeskunde. De nucleair geneeskundige geeft u de capsule met radioactief jodium. U moet de capsule in zijn geheel doorslikken met wat water. Wij raden u aan om in de eerste één tot twee dagen veel te drinken, zodat het radioactieve jodium dat niet door de schildklier wordt opgenomen, het lichaam sneller via de urine verlaat.
De toegediende hoeveelheid radioactief jodium is zeer klein, waardoor u na de toediening niet in het ziekenhuis hoeft te blijven. Wij adviseren u om rechtstreeks naar huis te gaan en de gedragsregels die verderop in deze folder staan nauwkeurig op te volgen.
Klinische behandeling
Voor behandelingen met een grotere hoeveelheid radioactief jodium (groter dan poliklinisch gegeven mag worden), wordt u opgenomen op de verpleegafdeling Nucleaire geneeskunde. Deze opname betreft dan een opname van twee nachten (48 uur). Na het voorbereidende onderzoek kan het enkele weken duren totdat u opgenomen kunt worden voor de behandeling.
Tijdens uw verblijf op de verpleegafdeling worden speciale maatregelen in acht genomen, ter bescherming van personeel, bezoekers en milieu. Zo zijn onder andere de sanitaire voorzieningen aangesloten op speciale afvaltanks waarin het uitgescheiden jodium wordt opgeslagen, totdat het ongevaarlijk is geworden voor zowel mens als milieu.
Voorbereiding thuis
- Neem de schildkliermedicijnen NIET in op de dagen rondom de behandeling. De behandelend arts of een medewerker van de polikliniek Nucleaire geneeskunde bespreekt met u hoe lang u met de schildkliermedicijnen moet stoppen.
- Alle andere medicijnen mag u gewoon blijven gebruiken.
- Neem uw eigen medicatie mee in een kleine verpakking.
- U kunt op de dag van opname ontbijten zoals u dat gewend bent te doen. Er zijn geen speciale dieetmaatregelen nodig.
- Neem schoeisel mee voor tijdens uw verblijf, bij voorkeur afwasbaar.
- In het geval van een klinische opname van twee nachten, dient u extra onder- en bovenkleding mee te nemen die u bij uw ontslag uit het ziekenhuis aan kunt doen. Dit heeft er mee te maken dat de kleding die u tijdens de behandeling draagt, tijdelijk radioactief kan worden door besmetting met radioactief jodium.
De behandeling
U meldt zich op de afgesproken dag en tijd op de verpleegafdeling Nucleaire geneeskunde. Een verpleegkundige ontvangt u hier en legt u de gang van zaken uit over de afdeling en uw opname. U hoeft bijvoorbeeld niet in bed te blijven. Daarna krijgt u in de voorruimte van uw kamer het radioactieve jodium toegediend in de vorm van een capsule. U moet de capsule in zijn geheel doorslikken met wat water. Na inname van de capsule vragen wij u 1 liter water te drinken. Verder raden wij u aan om de eerste één tot twee dagen veel te blijven drinken, zodat het radioactieve jodium dat niet door de schildklier wordt opgenomen, het lichaam sneller via de urine verlaat.
Klinische opname
Houd er rekening mee dat u gedurende de opname grotendeels op uzelf bent aangewezen om de stralingsbelasting voor de verpleegkundigen zo laag mogelijk te houden. Bij problemen komen wij natuurlijk bij u. Om uw verblijf toch zo aangenaam mogelijk te maken, beschikt u op uw kamer over telefoon, radio en televisie. Verder is er wifi beschikbaar waarvan u gebruikt kunt maken voor uw eigen tablet of smartphone. Ook is er een gemeenschappelijke voorruimte met een keukenblok, koffiezetapparaat, koelkast en hometrainer. Via deze voorruimte mag u bij uw buurman of -vrouw op bezoek gaan. Het Catharina Ziekenhuis is een rookvrij ziekenhuis, dat geldt ook voor de verpleegafdeling Nucleaire geneeskunde. Tijdens uw opname is bezoek niet toegestaan.
Breng uw eigen toiletartikelen en verzorgingsproducten in kleine of bijna lege verpakkingen mee. Toiletartikelen moeten in het ziekenhuis achterblijven als ze besmet zijn met radioactief jodium.
Voorwerpen die u zeker niet achter wilt laten zoals boeken, handwerkjes of een laptop kunt u tijdens de opname het beste alleen aanraken met plastic handschoenen die op de verpleegafdeling aanwezig zijn. Uw eventuele gehoorapparaat, bril en/of contactlenzen kunt u gewoon meenemen. Deze worden zo nodig schoongemaakt bij ontslag uit het ziekenhuis. Uw sieraden en horloge kunt u het beste thuis laten.
Vóór uw ontslag gaat u eerst onder de douche, u wast uw haren en kleedt zich om. De kleding die u tijdens de opname gedragen heeft (bij voorkeur wat oudere en goed wasbare kleding), neemt u in een plastic zak mee naar huis. U wordt verzocht deze kleding thuis in de wasmachine te wassen, waardoor het radioactieve jodium wordt uitgewassen.
Eigendommen die niet wasbaar zijn zoals schoenen, controleren wij op radioactiviteit. Als deze besmet zijn met radioactief jodium, worden ze in het ziekenhuis bewaard totdat de radioactiviteit er vanzelf uit verdwenen is. Dit duurt ongeveer 3 maanden. Wij nemen contact met u op als u uw spullen kunt komen ophalen.
Wij adviseren u om na uw ontslag uit het ziekenhuis de gedragsregels nauwkeurig op te volgen. Deze staan verderop in deze folder beschreven.
Bijwerkingen van radioactief jodium
Van het radioactieve jodium zijn géén directe bijwerkingen zoals misselijkheid, haaruitval, menstruatiestoornis en dergelijke te verwachten. Enige toename van de klachten van hyperthyreoïdie is rond de behandeling mogelijk, omdat de schildkliermedicijnen tijdelijk gestopt moeten worden. De behandeling kan in de eerste één tot twee weken een lichte ontstekingsreactie in de schildklier veroorzaken. Dit kan klachten geven zoals keelpijn, drukgevoeligheid van de hals en toename van de hyperthyreoïdieklachten door de afgifte van schildklierhormonen in het bloed. Dit komt gelukkig heel weinig voor en geneest spontaan. Als u na de behandeling met radioactief jodium verschijnselen merkt waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw behandelend nucleair geneeskundige.
Afhankelijk van de hoeveelheid radioactief jodium dat u krijgt toegediend, wordt aangeraden om de speekselaanmaak te stimuleren gedurende vijf dagen. Op deze manier wordt de stralingsbelasting van de speekselklieren verminderd. Als dit op u van toepassing is, zal de nucleair geneeskundige of de verpleegkundige dit met u bespreken. Het stimuleren van de speekselvloed gebeurt met behulp van zuurtjes of kauwgom. Zuurtjes zijn op de afdeling aanwezig. Dit start 24 uur na inname van de capsule, gedurende 5 dagen (dus ook thuis na uw ontslag). U neemt elke 2-3 uur een zuurtje in, behalve ’s nachts (hoewel dit wel mag).
U hoeft zich geen zorgen te maken over eventuele langetermijnrisico’s van het radioactieve jodium voor uw lichaam. Sinds het eerste gebruik van radioactief jodium in 1946 zijn er onderzoeken gedaan naar de gevolgen van deze behandeling. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat de behandeling met deze stof leidt tot andere aandoeningen. Er is geen verhoogd risico op leukemie en op kanker in de schildklier of andere organen.
Na de behandeling
Uw behandelend internist controleert regelmatig de schildklier na de behandeling met radioactief jodium. Genezing van de hyperthyreoïdie duurt enkele maanden. Daarom gebruikt u meestal nog voor enkele maanden de schildkliermedicijnen. Wanneer na stoppen van de schildkliermedicijnen de hyperthyreoïdie terugkeert, kunt u zonder problemen opnieuw met radioactief jodium worden behandeld.
Door de behandeling kan de schildklier ook te langzaam gaan werken (hypothyreoïdie). Veelvoorkomende klachten hierbij zijn traagheid, kouwelijkheid, lusteloosheid, een droge huid, slechte haar- en nagelgroei en een lichte gewichtstoename. Door regelmatige controle van het schildklierhormoongehalte in het bloed, wordt de hypothyreoïdie echter meestal al ontdekt, voordat er klachten optreden. Het tekort aan schildklierhormoon kan op eenvoudige wijze worden aangevuld met schildklierhormoontabletten zoals Thyrax, Euthyrox of Eltroxin. Schildklierhormoontabletten hebben geen bijwerkingen en kunnen nauwkeurig gedoseerd worden, maar moeten wel levenslang worden gebruikt.
Voor patiënten met de ziekte van Graves is de kans groot dat de schildklier op lange termijn te langzaam gaat werken na een behandeling met radioactief jodium. Voor patiënten met een multinodulair toxisch struma of een toxische nodus is deze kans slechts klein (ongeveer 10% op langere termijn).
Gedragsregels voor thuis
Omdat u wordt behandeld met een radioactieve stof, is het van belang dat u zich na de behandeling (dus niet na het voorbereidende onderzoek) thuis aan de onderstaande gedragsregels houdt. Deze gedragsregels zijn bedoeld om de straling voor de mensen in uw omgeving zoveel mogelijk te beperken.
Wanneer u na de behandeling het ziekenhuis mag verlaten, betekent dit dat op dat moment de hoeveelheid radioactief jodium in uw lichaam laag is. Voor uw omgeving brengt dit geen direct gevaar met zich mee. Toch dient men de blootstelling van anderen aan straling altijd zo klein mogelijk te houden. Door de hieronder genoemde gedragsregels zo goed mogelijk op te volgen, is de hoeveelheid straling die anderen, en met name uw huisgenoten, ontvangen aanvaardbaar klein. Dit betekent dat deze minder is dan de hoeveelheid die men onder normale omstandigheden in enkele maanden ontvangt vanuit natuurlijke stralingsbronnen.
U hoeft zich ten opzichte van eventueel aanwezige huisdieren niet aan deze gedragsregels te houden.
U kunt de hoeveelheid straling voor anderen beperken door enige afstand te houden. De hoeveelheid straling neemt namelijk af met de afstand. Als iemand tweemaal zo ver weg van u gaat staan, wordt de hoeveelheid straling viermaal zo laag. De hoeveelheid radioactief jodium in de schildklier wordt overigens na verloop van tijd steeds minder. Na ongeveer een week is de hoeveelheid radioactief jodium in de schildklier al gehalveerd. De hoeveelheid straling is dan ook gehalveerd. De gedragsregels voor de eerste weken zijn gebaseerd op deze afname van de hoeveelheid straling met afstand en tijd. Na de genoemde periode gelden geen speciale gedragsregels meer.
Hygiëneregels gedurende de eerste drie dagen na toediening van radioactief jodium (zowel bij opname als thuis)
Gedurende de eerste drie dagen na toediening van het radioactief jodium moet u thuis hygiëneregels volgen om te voorkomen dat anderen in contact komen met het radioactief jodium.
Slechts een gedeelte van het toegediende radioactieve jodium wordt immers in de schildklier opgenomen. De rest plast u gedurende de eerste drie dagen met de urine uit en een klein gedeelte komt in de eerste dagen in speeksel en zweet terecht. Na de eerste drie dagen scheidt u vrijwel geen radioactief jodium meer uit.
(Toilet)hygiëne
Zorg voor een goede (toilet)hygiëne. Dit kunt u doen door:
- Reserveer (indien mogelijk) een eigen toilet.
- Gebruik toiletpapier, ook als u alleen hoeft te plassen.
- Ga zitten op het toilet (ook mannen).
- Spoel het toilet na gebruik twee keer door met de wc-deksel omlaag.
- Was uw handen na het toiletbezoek.
- Ruim besmettingen met lichaamsvloeistoffen en/of uitscheiding zelf op.
Wasvoorschriften van kleding
Was de door u gedragen kleding (vooral het ondergoed) na deze dagen in de wasmachine. Dit hoeft niet apart gewassen te worden. De was kan op iedere temperatuur gewassen worden.
Gedragsregels na poliklinische behandeling of na ontslag
De onderstaande leefregels gelden ten opzichte van iedereen in uw omgeving voor een periode van minimaal één tot maximaal 3 weken na een poliklinische behandeling of na uw ontslag uit het ziekenhuis. Deze periode verschilt per individu en is afhankelijk van uw leeftijd, thuissituatie en van de hoeveelheid radioactief jodium die u heeft gekregen. De behandelend nucleair geneeskundige of een medewerker van de polikliniek Nucleaire geneeskunde bespreekt met u hoe lang deze periode voor u duurt.
Afstand houden
Houd afstand tot huisgenoten en andere personen. U hoeft zich voor huisdieren niet aan deze gedragsregels te houden. U houdt afstand door:
- Slaap op minstens 3 meter afstand van elkaar. Kinderen slapen elders.
- Houd zoveel mogelijk afstand van uw huisgenoten; minimaal 1 meter. Als u langer bij elkaar zit, bijvoorbeeld tijdens het eten of tv kijken, houd dan minimaal 2 meter afstand. De straling gaat ook door de muren, vloer, plafond en ramen.
- Houd minstens 2 meter afstand van bezoekers. Wij vragen u het bezoek van jonge kinderen en zwangeren zoveel mogelijk te vermijden.
- Vermijd situaties waarbij u zich langer dan 1 uur op minder dan 1 meter afstand van dezelfde persoon bevindt. Bezoek geen voorstellingen, sportwedstrijden, horecagelegenheden en dergelijke. Ga niet naar kantoor(werk) of scholing in groepen.
- Maak geen gebruik van het openbaar vervoer, taxi en dergelijke.
Afspraak bij een zorgverlener of onverwachte ziekenhuisopname
Heeft u een afspraak bij een zorgverlener binnen de voor u bepaalde periode van gedragsregels na een poliklinische behandeling of na ontslag uit het ziekenhuis? Zeg tegen uw zorgverlener dat u therapie met radioactief jodium heeft gehad. Indien u een operatie ondergaat, dient u dit tot 3 maanden na de toediening te vermelden. Uw zorgverlener kan voor meer informatie contact opnemen met uw nucleair geneeskundige. Een bloedafname kan op de normale manier plaatsvinden.
Opleidingsziekenhuis
Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.
Vragen
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u tijdens kantooruren telefonisch contact opnemen met de verpleegafdeling of de polikliniek Nucleaire geneeskunde. Buiten kantooruren kunt u ons bereiken via het centrale telefoonnummer van het Catharina Ziekenhuis. U kunt dan vragen naar de dienstdoende nucleair geneeskundige.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Polikliniek Nucleaire geneeskunde
040 – 239 86 00
Verpleegafdeling Nucleaire geneeskunde
040 – 239 84 30
Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Nucleaire geneeskunde vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/nucleairegeneeskunde