Borstverkleining (Folder)

Plastische chirurgie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Borstverkleining (Folder)

 U overweegt om uw borsten te laten verkleinen. Deze folder bevat algemene informatie over borstverkleining. De folder heeft niet de intentie volledig te zijn of een gesprek met uw plastisch chirurg te vervangen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. 

Het komt regelmatig voor dat vrouwen last hebben van te zware borsten. Door een abnormaal gewicht van de borsten kunnen lichamelijke klachten als rug-, nek- en schouderpijn ontstaan. In extreme gevallen kan het zelfs moeilijk zijn een passende beha te vinden. Ook bij het sporten kunnen vrouwen hinder ondervinden van hun zware borsten. Als de borsten verslapt zijn, kan smetten van de huid in de borstplooi voorkomen. Ook kunnen psychische klachten voorkomen, zoals schaamtegevoelens. Vaak is er sprake van een slechte houding als de vrouw enigszins voorovergebogen loopt om de grootte van de borsten te verbergen.

Verwachtingen en mogelijkheden

Bij een borstverkleining verkleint de plastisch chirurg uw borsten één of meer cupmaten. Het streven is meestal een cupmaat die bij uw lichaam past. Dit is afhankelijk van uw figuur, met name van de omtrek van de borstkas. Als u graag een grotere of kleinere cupmaat wenst, kunt u dit altijd bespreken met uw behandelend plastisch chirurg.

Zoals bij elke operatie ontstaan bij een borstverkleining blijvende littekens. Deze littekens lopen rond de tepelhof, van de tepelhof naar beneden en in de onderste borstplooi. Of littekens mooi of lelijk worden is niet te voorspellen. Sommige personen hebben aanleg tot overmatige littekenvorming. In elk geval moet u erop rekenen dat littekens tot een jaar na de operatie rood, dik en stug zijn en pas daarna geleidelijk zachter, soepeler en bleker worden.

Het gevoel in de tepel is vaak tijdelijk minder. Geleidelijk aan herstelt het gevoel, maar wanneer de borstklier erg uitgezakt was en de tepel over een grotere afstand verplaatst moest worden, kan het gevoel van de tepel blijvend minder zijn of heel soms geheel afwezig blijven. Dit is niet altijd voorspelbaar.

Voorbereiding op de operatie

Pre-operatieve screening en anesthesie

U wordt geopereerd en bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek bekijkt de anesthesioloog of de operatie voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Tijdens dit gesprek bespreken we de verdoving (anesthesie) en pijnstilling met u. We bespreken waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de operatie. Daarnaast spreken we af hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Omdat we uw medicijnen willen controleren krijgt u ook een afspraak bij de Apotheek. Zorg dat u tijdens deze afspraak een actueel medicijnen overzicht of medicijnpaspoort bij de hand heeft als u medicijnen gebruikt. Ook vragen we u om bij uw eigen apotheek toestemming te verlenen voor het digitaal delen van de medicatiegegevens.

Ter voorbereiding op deze afspraken vragen we u een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst staat voor u klaar in MijnCatharina. Het is belangrijk dat u deze vragenlijst zo snel mogelijk invult. Nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, plannen wij voor u een afspraak bij de Apotheek en een afspraak bij de polikliniek Pre-operatieve screening. Soms zijn dit telefonische afspraken; soms nodigen we u uit voor een bezoek op de polikliniek. Dit hangt af van de antwoorden op de vragenlijst en de operatie die u krijgt. 

Bij de Apotheek en de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u alleen op afspraak terecht.

De Apotheek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 16.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 87 20.

De polikliniek Pre-operatieve screening is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 85 01.

Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie‘.

U gaat ook naar de medisch fotograaf voor een kleurenfoto voor in uw medisch dossier.

Aandachtspunten vóór de operatie

  • Voordat u wordt geopereerd zal er in sommige gevallen nog een mammografie worden gemaakt om het bestaan van borstkanker uit te sluiten. Vraag dit na bij uw plastisch chirurg.
  • Als u bloedverdunners gebruikt, dan maakt u daarover afspraken. U krijgt van uw arts instructies over het stoppen of doorgaan met uw bloedverdunners.
  • Roken is niet toegestaan 6 weken voor en 6 weken na de operatie. Roken vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing.
  • Voor de operatie mag u alleen paracetamol innemen. Andere pijnstillers, zoals Aspirine of Naprosyne, maar ook die u zonder recept kunt verkrijgen, kunnen het risico op bloedingen verhogen.
  • Zorg voor een passende sportbeha in uw nieuwe cupmaat, het liefst met voorsluiting. Deze neemt u de dag van de operatie mee naar het ziekenhuis.
  • U mag de dag van de operatie geen bodylotion gebruiken.

De opname

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich op de afdeling. U wordt ontvangen door een verpleegkundige. De verpleegkundige wijst u de weg op uw kamer, bespreekt alle gegevens met u en meet uw temperatuur, polsslag en bloeddruk. U krijgt een injectie om bloedstolsels in de bloedbaan (trombose) te voorkomen. Soms is het nodig om bloed af te nemen, bijvoorbeeld als u bloedverdunners gebruikt. De verpleegkundige geeft u een operatiehemd en een polsbandje met uw naam en geboortedatum. Als u aan de beurt bent, rijdt de verpleegkundige u in uw bed naar de voorbereidingskamer van de operatiekamers. Hier neemt een operatiekamermedewerker de zorg voor u over. Meestal kunt u de volgende ochtend alweer naar huis.

De operatie

De plastisch chirurg maakt vlak voor de operatie een tekening op uw lichaam (het operatieplan). Deze tekening geeft aan hoe de operatie gaat verlopen. Dit is nodig om een zo goed mogelijk resultaat van de ingreep te kunnen krijgen.

De operatie vindt plaats onder algehele narcose en duurt ongeveer anderhalf uur. Een gedeelte van de huid en het borstklierweefsel wordt weggenomen en de tepel wordt meestal wat hoger geplaatst. Zo ontstaat een vermindering in het volume van de borst. Dit gebeurt volgens een methode waarbij de natuurlijke vorm van de borst zoveel mogelijk behouden blijft.

Overtollig wondvocht wordt soms uit de borsten afgevoerd via een slangetje (drain) dat uitkomt in een plastic flesje. Maar vaak is dat niet nodig. Aan het eind van de operatie worden uw borsten verbonden met een steunend en drukkend verband.

Na de operatie

U wordt wakker met een verband rond de borsten. Na de operatie zijn de borsten gezwollen, gevoelig en/of pijnlijk. De eerste paar dagen kunnen pijnstillers nodig zijn, daarna neemt de pijn snel af. Ook een stekend gevoel kan optreden.

Verschil tussen de ene en de andere borst in pijn en grootte is normaal. Eventuele slangetjes (drains) worden meestal na enkele dagen verwijderd. Na het verwijderen van het drukkende verband dient u de meegenomen sportbeha aan te doen. De hechtingen worden (indien nodig) na ongeveer 2 weken door de verpleegkundige verwijderd. U krijgt hiervoor een afspraak mee bij ontslag. Ook krijgt u een afspraak over 3 maanden bij uw plastisch chirurg.  Op de polikliniek krijgt u uitleg over de behandeling van de littekens na een operatie.

De littekens zijn in het begin dik, rood en soms ook nog pijnlijk. Geleidelijk aan verbleken de littekens en worden ze zachter, waardoor ze steeds minder opvallend worden. Dit duurt tot een jaar na de operatie.

Ook is het gevoel in de tepel direct na de operatie vrijwel geheel verdwenen. Meestal komt het gevoel in de tepel weer terug, maar dit kan lang duren. Tot wel een jaar na de operatie kan verbetering in het gevoel van de tepel optreden. Zoals eerder vermeld kan het gevoel verminderd blijven.

In het begin zijn de borsten aan de onderzijde wat plat maar dit rondt zich in de loop der tijd af tot een normale vorm. Bij de meeste vrouwen is er voor de operatie sprake van een asymmetrie, dit zal na de operatie verbeterd zijn. Echter kan enige ongelijkheid (asymmetrie) blijven.

Borstvoeding

Bij een borstverkleining worden de tepels verplaatst. Hierbij worden de melkgangen, die naar de tepels leiden, grotendeels doorgesneden. Als u na een borstverkleining een kind wilt krijgen, kunt u hierdoor meestal geen borstvoeding geven. In dat geval moet de melkproductie vlak na de bevalling worden afgeremd, zodat geen stuwing kan optreden. Dit moet u uw huisarts, verloskundige of gynaecoloog laten weten.

Leefregels na de operatie

  • De sportbeha moet u gedurende 3 weken dag en nacht dragen. Daarna draagt u de sportbeha nog 3 weken alleen overdag.
  • Zolang u hechtpleisters en/of hechtingen heeft, raden wij u af om in bad te gaan. Douchen mag wel, ook wanneer u nog drains heeft.
  • 2 weken na de operatie komt u voor wondcontrole bij de verpleegkundige op de polikliniek.
  • Autorijden en fietsen mag u na 2 weken weer.
  • Wij raden u af om de eerste 6 weken te sporten, zwaar te tillen of zwaar werk te verrichten.
  • Wij adviseren u om de littekens het eerste half jaar tot een jaar goed te beschermen tegen de zon. Gebruik hiervoor een zonnebrandcrème met tenminste SPF 30.
  • Nadat de hechtingen verwijderd zijn, en de wond goed gesloten is, is het  verstandig de littekens dagelijks, gedurende 3 maanden, in te masseren met een hydraterende (litteken)crème.
  • Na 6 weken kunt u in principe weer alles doen.

Mogelijke complicaties en risico’s

Algemene complicaties en risico´s

Een borstverkleining heeft dezelfde algemene risico’s als een andere operatie, zoals:

  • risico’s van de narcose
  • trombose
  • een nabloeding
  • het optreden van infecties
  • stoornissen in de wondgenezing
  • lelijke littekengenezing
Specifieke complicaties en risico´s bij een borstverkleining
  • Tijdens het verplaatsen van de tepel worden een aantal zenuwtakjes doorgesneden. Dit kan tot gevolg hebben dat het gevoel in de tepel na de operatie tijdelijk verminderd of zelfs geheel verdwenen is.
  • Door de verplaatsing van de tepel kunnen er stoornissen in de bloedvoorziening ontstaan, die soms leiden tot vervellen of (gedeeltelijk) afsterven van de tepel.
  • Mogelijk kan het litteken bij het ankerpunt wat gaan wijken. In de meeste gevallen is dit slechts beperkt en van tijdelijke aard. Na regelmatig uitsproeien met de douchekop  gaat deze wond weer vanzelf dicht.
  • Tevens kan door stoornissen in de bloedvoorziening van de borst een deel van het borstweefsel onderhuids afsterven. Dit noemen wij vetnecrose.

Deze laatste complicaties komen zeer zelden voor.

Wanneer neemt u direct contact op

In de volgende situaties is het belangrijk dat u contact opneemt:

  • Als u na de operatie koorts krijgt boven de 38,5°C en één of beide borsten warm en pijnlijk aanvoelen.
  • Als de ene borst in korte tijd veel meer opzwelt dan de andere.
  • Bij pijn die niet reageert op pijnstillers.
  • Bij een hevig bloedende operatiewond.
  • Bij toenemende roodheid en zwelling van het wondgebied.

Tijdens kantooruren kunt u bellen met polikliniek Plastische chirurgie. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH).

Kosten

Een borstverkleining wordt meestal vanaf cupmaat DD mét lichamelijke klachten vergoed door uw ziektekostenverzekering. Vraag dit na bij uw zorgverzekering. Indien geen vergoeding plaatsvindt, kan het secretariaat van uw behandelend plastisch chirurg u informeren over de kosten.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Plastische chirurgie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Plastische chirurgie
040 – 239 71 20

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Plastische chirurgie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/plastische-chirurgie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden