Colpocleisis: operatie voor vaginale verzakking (Folder)

Bekkenbodemcentrum Gynaecologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Colpocleisis: operatie voor vaginale verzakking (Folder)

U wordt binnenkort in ons ziekenhuis opgenomen voor een operatie omdat u een vaginale verzakking heeft waarvoor een operatie nodig is. Deze folder geeft uitleg over het ziektebeeld, de operatie en de nazorg. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u die aan uw behandelend arts stellen.

In deze folder leest u meer over:

  • Wat is een colpocleisis?
  • Is er een kans op complicaties?
  • Ontslagadviezen

Ongeveer 11% van de vrouwen die kinderen heeft gehad, krijgt later last van een verzakking. Een vaginale verzakking ontstaat wanneer de spieren en een netwerk van steunweefsel, die samen deze organen in de juiste positie houden, verzwakt of beschadigd zijn. Verzwakking van het steunende weefsel kan ontstaan door: bevalling, chronisch zwaar tilwerk/persen (hardlijvig), chronisch hoesten, obesitas en door veroudering. Soms is er sprake van genetisch zwak steunweefsel. Een verzakking kan een vervelend drukkend gevoel geven in de vagina of lage rug en problemen geven met leegplassen en de stoelgang.

Wat is een colpocleisis?

Een colpocleisis is een operatie die de symptomen van de verzakking weghaalt door de vagina voor- en achterwand met elkaar te laten vergroeien. Hierdoor kan de blaas, baarmoeder en endeldarm niet meer buiten de vagina uitstulpen. Een colpocleisis wordt alleen uitgevoerd bij vrouwen die geen gemeenschap meer hebben en dit in de toekomst ook niet meer wensen omdat de schede als het ware grotendeels wordt afgesloten. De operatie kan vlot worden uitgevoerd en de kans op complicaties is kleiner dan bij andere verzakkingoperaties, hierdoor is deze ingreep juist geschikt voor oudere vrouwen met een zwakke gezondheid.

Deze ingreep is ook mogelijk als u al een keer eerder bent geholpen aan een verzakking.

vaginale verzakking.JPG
Bron afbeelding: Yourpelvicfloor.org, IUGA, 28 januari 2019

Operatieduur

De operatie duurt ongeveer 70 minuten. Na afloop van de operatie worden een blaaskatheter en een vaginaal tampon ingebracht.

Opname

De dag van de operatie wordt u opgenomen. Waarschijnlijk wordt u geadviseerd nuchter te zijn (niet gegeten of gedronken hebben). Meestal kunt u dezelfde dag met ontslag.

Na het onderzoek of de behandeling

Na de operatie zult u een infuus hebben om vocht toe te dienen en u kunt een blaaskatheter hebben. De blaaskatheter worden meestal 3 uur na de ingreep verwijderd. Het is normaal een crème-achtige afscheiding te hebben gedurende 4 tot 6 weken na de ingreep. Dit komt door de aanwezigheid van hechtingen in de vagina; met het oplossen van de hechtingen zal de afscheiding verminderen. De afscheiding kan soms onaangenaam ruiken. U kunt wat bloederig afscheiding hebben onmiddellijk na de ingreep of pas na ongeveer een week. Dit bloed is meestal nogal dun en oud, bruin gekleurd maar kan soms ook weinig helderrood zijn.

Hoe effectief is de operatie?

Er is een kans dat in de toekomst de verzakking terugkomt, waarvoor behandeling nodig is.

Is er een kans op complicaties?

  • Trombose. Na chirurgie in het bekken is de kans op trombose verhoogd. Het risico wordt geminimaliseerd door een dagelijks spuitje met een bloedverdunner tijdens uw opname.
  • Ernstig bloedverlies of bloeduitstorting. Het risico op een serieuze bloeding, waarvoor een bloedtransfusie nodig is. Deze kans is erg klein.
  • Infectie na de operatie. Hoewel u antibiotica voor de ingreep krijgt en er zo steriel mogelijk wordt geopereerd, is er een kleine kans op een infectie in de vagina of het bekken. Dit kunt u herkennen aan riekende afscheiding en koorts.
  • Blaasontsteking komt voor bij 6% van de vrouwen. Mogelijke symptomen zijn: een branderig gevoel of stekende pijn bij het plassen, frequent moeten plassen en soms bloed bij de urine. Een blaasontsteking is gewoonlijk eenvoudig met een antibioticum te behandelen.
  • Letsel aan nabij gelegen organen zoals blaas en endeldarm is zeldzaam.
  • Urine retentie. In de eerste dagen na de operatie heeft u soms moeite uw blaas voldoende leeg te plassen. De kans hierop is 10-15%. Mocht dit het geval zijn dan krijgt u langer een blaaskatheter of wordt u aangeleerd de blaas zelf leeg te maken met een katheter, totdat het plassen weer normaal verloopt.
  • Urineverlies. Doordat de verzakking na de operatie verholpen is, kan de urinebuis meer worden gestrekt. Voorheen bestaand urineverlies kan hierdoor soms verergeren. Ook kans soms nieuw urineverlies ontstaan bij bijvoorbeeld hoesten, lachen en inspanning. Vaak is een passende oplossing hiervoor mogelijk. Uw gynaecoloog zal er naar vragen bij de nacontrole.
  • Indien u een colpocleisis heeft gehad en er ontstaat na uw herstelperiode vaginaal bloedverlies, dan kan de gynaecoloog geen onderzoek hiernaar meer doen via de vagina omdat deze grotendeels is afgesloten. Ook is een uitstrijkje niet meer mogelijk.

Ontslag en ontslagadvies     

Voordat u met ontslag gaat volgt een ontslaggesprek met de arts en de verpleegkundige. Indien alle controles goed zijn en u zelf kunt plassen en kunt mobiliseren mag u met ontslag.

  • Twee weken na de operatie wordt u gebeld door een verpleegkundige van de afdeling gynaecologie om te controleren of het herstel normaal verloopt.
  • Zes weken na de operatie volgt een nacontrole bij uw gynaecoloog. Deze afspraak is telefonisch. Indien u de voorkeur geeft aan een fysieke afspraak dan kan u dit aangeven.
  • 3 maanden, 1 jaar en 2 jaar na uw operatie stellen wij u de vraag hoeveel u verbeterd bent wat betreft uw klachten. U wordt via de mail of via een SMS benaderd. Wij stellen het op prijs indien u deze vraag beantwoord, zodat wij inzicht hebben in de geleverde kwaliteit van de zorg.

     

Leefregels

In de eerste weken na de operatie moet u situaties vermijden waarin veel druk op de operatiewond ontstaat zoals: tillen, persen, forse inspanning, hoesten en obstipatie.

  • Het tillen van een emmer water of een zware boodschappentas is onverstandig, dit kan een goede genezing van het geopereerde gebied beïnvloeden. Het is dan ook belangrijk om de eerste zes weken na de operatie bij zwaardere huishoudelijke bezigheden hulp te regelen. Lichtere werkzaamheden, zoals koken of afwassen kunt u geleidelijk weer gaan doen. Maximale sterkte en genezing is opgetreden na drie maanden en tot die tijd moet het tillen van meer dan 10 kg worden vermeden.
  • Na ongeveer vier weken mag u weer beginnen met fietsen, mits uw concentratie en conditie het toelaten. Het zitten op het zadel kan nog wel wat ongemakken geven
  • U mag autorijden zodra u zich er zelf weer veilig bij voelt, meestal is dit na twee tot vier weken. Het is verstandig de eerste keren geen grote afstanden te rijden en niet alleen te gaan.
  • Vaginaal bloedverlies. Vaginaal bloedverlies kan tot ongeveer zes weken na de operatie optreden. U mag hiervoor geen tampons gebruiken. Het bloedverlies wordt langzaam minder en gaat vaak over in bruinige of gelige afscheiding. Hechtingen in de schede lossen vanzelf op. Ze kunnen tot ruim zes weken na de operatie vanzelf naar buiten komen.
  • Douchen en baden. U mag in bad als er geen vaginaal bloedverlies meer is. Douchen mag altijd.
  • Het is belangrijk de ontlasting soepel te houden. Bij hard persen kan het weefsel weer loslaten. U krijgt een laxeermiddel om ervoor te zorgen dat de stoelgang gemakkelijk gaat. In principe gaat u hiermee door tot aan de nacontrole. Wordt de ontlasting te dun, dan kunt u ermee stoppen of het laxeermiddel om de dag gebruiken.
  • U krijgt het advies om de eerste zes weken na de operatie geen geslachtsgemeenschap (penetratie) te hebben (dit om het litteken goed te laten genezen). De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen vaak minder zin in vrijen. De eerste gemeenschap wordt vaak ook als eng beschouwd. Aarzel niet om bij seksuele problemen een nieuwe afspraak met de gynaecoloog te maken om hierover te praten. Vaak kan er wel wat aan gedaan worden.
  • Het is te adviseren om vier tot zes weken ziekteverlof in te plannen. Uw arts kan u hierin verder adviseren omdat dit afhankelijk is van uw werkzaamheden.

Meer informatie over leefregels vindt u in deze folder op onze website.  

Neem bij een van de volgende complicaties contact op met het ziekenhuis:

  • koorts (>38°C);
  • toenemende pijn;
  • toenemende roodheid, zwelling of vochtverlies bij de wond;
  • toenemend verlies van helderrood bloed;
  • blaasklachten of pijn bij het plassen.

Meer informatie?

Wilt u meer lezen over dit onderwerp? Op de volgende websites vindt u veel informatie.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een coassistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Gynaecologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Polikliniek Gynaecologie
040 – 239 93 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Gynaecologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/gynaecologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden