De TVT-operatie voor behandeling van stressincontinentie (Folder)

Urologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

De TVT-operatie voor behandeling van stressincontinentie (Folder)

In overleg met uw arts is besloten u te opereren vanwege incontinentieklachten. Het doel van deze operatie is om urineverlies bij inspanning te verhelpen. Dit gebeurt door Tension free Vaginal Tape (TVT) te plaatsen. Dit is een spanningsvrij vaginaal bandje. Realiseert u zich dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan in deze folder wordt beschreven.

Wat is inspanningsincontinentie?

Inspanningsincontinentie is een vorm van urineverlies die voorkomt bij inspanning zoals tillen, sporten, hoesten en niezen. Dit noemen we ook wel stresssincontinentie. Met ‘stress’ wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt.

Stellen van de diagnose

De arts (uroloog of gynaecoloog) stelt de diagnose stressincontinentie naar aanleiding van uw klachtenpatroon, lichamelijk onderzoek en het invullen van zogenoemde plasdagboekjes.

Ook kan u gevraagd worden met een volle blaas te komen zodat we u op een speciaal toilet met ingebouwd metertje kunnen laten plassen. Op deze manier kunnen we de kracht van de straal meten.

In sommige gevallen is het noodzakelijk aanvullend onderzoek te verrichten. Bij deze onderzoeken wordt de functie van de blaas en het sluitingsmechanisme onderzocht. Ook is het mogelijk de blaas van binnen te bekijken met speciale instrumenten. Als de arts hiervoor een goede reden heeft, zal hij/zij dit met u bespreken.

Meestal vragen we u om enkele dagen een plasdagboek bij te houden (mictielijst). U beschrijft hierin wanneer u plast, hoeveel u plast, hoeveel en hoe vaak u iets drinkt en op welke momenten u urine verliest.

Behandeling

Stressincontinentie gaat vaak gepaard met een verzwakking van de bekkenbodemspieren. De eerste keuze bij minimaal verlies van urine bij inspanning is het verstevigen van deze spieren. Deze behandeling wordt uitgevoerd door een geregistreerde bekkenfysiotherapeut in uw regio. U krijgt hiervoor een verwijzing. Deze behandeling is dan gericht op versteviging van de bekkenbodem (fysiotherapie, elektrostimulatie, biofeedback).

Wanneer deze behandeling voor u niet geschikt is of heeft gefaald dan is een operatieve ingreep een goed alternatief.

Wat is een TVT-operatie?

De TVT is rond 1995 ontwikkeld in Zweden en wordt steeds vaker toegepast in Nederland. De TVT-operatie is bedoeld om inspanningsincontinentie te verhelpen.

Net als bij andere operaties voor deze klacht is het doel het afsluitmechanisme van de blaas te verstevigen. In vergelijking met andere operaties is deze operatie weinig belastend. De kans is groot dat de klachten verbeteren. Bij de operatie wordt de urinebuis, die voor een optimale functie een stevige onderlaag nodig heeft, aan de onderzijde voorzien van een draagbandje. Daardoor stroomt de urine minder makkelijk ongewenst weg uit de blaas.

De TVT is een draagbandje van fijngeweven kunststof (niet oplosbaar).

Hoe verloopt een TVT-operatie?

De operatie wordt uitgevoerd op de operatiekamer en kan plaatsvinden onder narcose, met een ruggenprik of met een kortwerkend slaapmiddel dat gecombineerd wordt met een plaatselijke verdoving.

De arts brengt het bandje via de vagina in en zorgt ervoor dat dit achter het schaambeen langs onder de huid net boven het schaambeen uitkomt.

URO-004 afbeelding 1 nieuw.jpg
Afbeelding 1. Bron: C.R. Bard Inc

URO-004 afbeelding 2 nieuw.jpg
Afbeelding 2. Bron: C.R. Bard Inc

 

Bij het aanbrengen van een mini-bandje komen de uiteindes van het bandje niet via de huid naar buiten, maar deze worden verankerd via een aantal verschillende tecknieken. Het aanbrengen van het mini-bandje is een nog relatief nieuwe procedure waardoor de lange termijn effecten nog niet helemaal duidelijk zijn.

Dit bandje heeft als voordeel dat er minder kunststof wordt ingebracht.

Het bandje wordt niet vastgemaakt maar kan door de weerstand niet verschuiven en is binnen korte tijd vergroeid met de omgevende weefsels.

Tijdens de operatie controleert de arts via een kijkinstrument in uw blaas of er geen beschadiging van de urinebuis of blaas is opgetreden. Deze procedure wordt niet uitgevoerd tijdens het aanbrengen van een mini-bandje. De twee uiteinden van het bandje worden dan net onder de huid afgeknipt. Daarna wordt de huid gesloten, vaak met oplosbare hechtingen of met lijm. Op dit moment gebruiken we 2 verschillende (mini)bandjes. De arts maakt in overleg met u een keuze door de voor- en nadelen van de verschillende typen bandjes met u te bespreken.

Om ontstekingen te voorkomen, krijgt u tijdens de operatie een antibioticum. Bent u overgevoelig voor een bepaald antibioticum? Geef dit dan aan voor de operatie zodat de arts er rekening mee kan houden.

Resultaten

De kans dat uw klachten van urineverlies helemaal verdwijnen, is ongeveer 85%. Bij 8% van de geopereerde vrouwen vermindert het urineverlies duidelijk, maar zij zijn niet helemaal droog. Bij 6% van de vrouwen helpt de operatie niet. Bedenk dus dat er geen garantie op succes is.

Om te weten of de operatie volgens u geslaagd is en wat de gevolgen van de operatie zijn op uw kwaliteit van leven, zult u 3 maanden na de ingreep worden gebeld door onze verpleegkundig specialist. Zij zal enkele vragen aan u stellen waarvan de antwoorden anoniem worden vastgelegd in een database. Op deze manier kunnen we meewerken aan een landelijke registratie zodat we voor patiënten die in de toekomst deze ingreep ondergaan nog duidelijker kunnen vertellen wat de gevolgen zijn van deze operatie. U krijgt deze afspraak mee als u met ontslag gaat.

Voorbereiding

Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, meldt u dit vooraf aan de arts. In overleg met uw behandelend arts moet u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie stoppen.

Nadat u bent opgeroepen voor de operatie wordt u ook nog uitgenodigd voor een intakegesprek met een verpleegkundige van de polikliniek. Zij zal u nog aanvullende informatie geven over de operatie. Ook kunt u met de de verpleegkundige vragen en of onduidelijkheden bespreken.

Het is aan te bevelen om 6 weken voor de ingreep te stoppen met roken; dit bevordert de doorbloeding en wondgenezing tijdens en na de ingreep.

Opname

U krijgt bericht op welke dag u wordt geopereerd. U komt op de dag van opname nuchter naar het ziekenhuis en meldt zich aan de balie in de centrale hal van het ziekenhuis, tenzij anders is verteld door degene die u belt.

Voor de duur van de operatie en een periode van observatie wordt u opgenomen op de afdeling Kortverblijf en dagverpleging. Het gaat hierbij om een dagopname. Dat betekent dat u dezelfde nog naar huis gaat.

Direct na de operatie kunt u pijn hebben in het operatiegebied. Hiervoor kunt u medicijnen krijgen.

De verpleegkundige op de afdeling meet nadat u voor de 2e keer heeft geplast of de blaas voldoende is leeg geplast. Zij meet dit met behulp van een bladderscan, dit lijkt op een echografie van de blaas.

Als het plassen goed gaat en er niet teveel urine achterblijft mag u naar huis. U kunt een blauwe plek krijgen op de plaats van het litteken. Deze verdwijnt vanzelf.

Soms lukt het plassen niet direct of u kunt de blaas niet voldoende leeg plassen. U krijgt dan een katheter voor enkele dagen of er wordt u geleerd hoe u zelf de blaas kunt legen met een klein kathetertje. De ervaring leert dat binnen enkele weken u weer normaal kunt plassen zonder dat u zichzelf moet blijven katheteriseren.

Het wondje in de vagina veroorzaakt na de operatie een paar dagen wat bloedverlies en/of bloederige afscheiding. De eerste dagen kunt u paracetamol nemen tegen de pijn.

Weer thuis

Het plassen

De eerste weken na de operatie hoeft u niet extra te drinken. Wel is het belangrijk regelmatig te plassen, ten minste 5x per dag. De eerste weken treedt soms nog ongewild urineverlies op. Ook kunt u tijdelijk meer aandrang voelen. Sommige vrouwen hebben het gevoel ‘over een weerstand’ te plassen. Dat gevoel verdwijnt later in de meeste gevallen.

Een tip: Als u dit voelt, steunt u dan met uw rug tegen de spoelbak of muur van het toilet. Deze houding geeft vaak een betere straal. Luister daarbij hoe de straal gaat.

Niet zwaar tillen

De eerste 4 weken is het belangrijk niet zwaar te tillen; bij voorkeur geen kinderen tillen, geen zware boodschappentassen dragen en geen ander zwaar werk doen. Bespreek voor de operatie met de arts of het verstandig is extra hulp voor deze periode te regelen. Daarna kunt u uw gewone werkzaamheden gaandeweg hervatten.

En verder…..

Direct na de operatie kunt u weer douchen. Wacht met in bad gaan tot de bloederige afscheiding uit de vagina is gestopt. Gebruik geen tampons in de eerste 2 weken na de operatie en wacht 4 weken met seksuele gemeenschap.

Complicaties

  • Soms treedt een blaasontsteking op. Dit kan met antibiotica worden behandeld.
  • Het komt voor dat spontaan plassen na verwijderen van de blaaskatheter niet meteen op gang komt. Dit komt doordat de blaas zich moet aanpassen aan de nieuwe situatie. Meestal wordt dit veroorzaakt door lokale zwellling rondom de plasbuis of door pijn, dit is meestal na 1 week voorbij. In bijna alle gevallen komt na enkele dagen tot weken het plassen spontaan op gang. Soms dient tijdelijk gekatheteriseerd te worden om ervoor te zorgen dat de blaas zich kan legen. Bij enkele vrouwen (minder dan 1%) blijft deze klacht bestaan. Als de problemen met plassen blijven bestaan ook nadat de zwelling voorbij is zal de arts andere opties, zoals het doornemen van het bandje, met u bespreken.
  • Het kan zijn dat u last krijgt van een verhoogde aandrang tot plassen. Hierdoor is het soms lastig om de urine op te houden en ontstaat een nieuwe vorm van incontinentie: aandrangincontinentie. Meestal is dit tijdelijk, een enkele keer ook niet. Het is een complicatie die ook bij andere incontinentieoperaties voorkomt. Deze klachten kunnen (tijdelijk) worden bestreden met medicatie.
  • Door het antibioticum dat u tijdens de operatie krijgt, ontstaat soms een vaginale schimmelinfectie. U merkt dit door jeuk en soms is ook het plassen is pijnlijk. Vraag de (huis)arts om een medicijn. Spoel zo nodig tijdens het plassen met water uit een fles, zodat het plassen minder pijnlijk is. Voorkom dat u de urine te lang ophoudt.
  • Soms is er een bloeding achter het schaambeen. Deze bloeding stopt meestal vanzelf en heeft zelden een operatie nodig.
  • Soms wordt het bandje na verloop van tijd zichtbaar in de vagina. Soms weken, maanden of jaren later. Soms krijgt uw partner last tijdens gemeenschap of u voelt zelf een oncomfortabel gevoel in de vagina. Soms is er bloederige afscheiding vanuit de vagina. Neemt u contact op met de arts om na te denken over een oplossing.

Controle na de ingreep

Na 6 weken komt u voor controle naar de polikliniek. 3 maanden na de ingreep wordt u gebeld door de verpleegkundig specialist. U krijgt deze afspraken mee bij ontslag uit het ziekenhuis.

Wanneer moet u tussentijds contact opnemen?

Neem bij onverwachte gebeurtenissen zoals koorts, veel pijn, veel bloedverlies of niet goed kunnen uitplassen met de behandeld arts via de polikliniek Urologie.

Patiëntenvereniging

Bekkenbodem4ALL
www.bekkenbodem4all.nl

Vragen

heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl 

Polikliniek Urologie
040 – 239 70 40

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Urologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie

 


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden