Het voorkomen en behandelen van doorligwonden (decubitus) (Folder)

Algemeen
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Het voorkomen en behandelen van doorligwonden (decubitus) (Folder)

Deze folder bevat informatie over het voorkomen en behandelen van doorligwonden (decubitus). In deze folder leest u wat u zelf kunt doen om doorligwonden te voorkomen en/of te behandelen. Deze folder is bedoeld voor patiënten die veel moeten liggen of zitten en dus risico lopen op doorliggen, voor familieleden, mantelzorgers en/of andere betrokkenen.

Wat is doorliggen?

Patiënten die veel moeten liggen of zitten, kunnen last krijgen van doorliggen. De medische term hiervoor is decubitus. Decubitus is een beschadiging van de huid en/of het weefsel onder de huid, die ontstaat door aanhoudende druk en/of schuifkrachten op de huid.

Decubitus ontstaat meestal op de plaats van een uitstekend bot of waar bot dicht onder de huid zit. Risicoplaatsen voor het ontwikkelen van decubitus zijn de stuit, zitknobbels, hielen, ellebogen, schouders, heupen en het achterhoofd, zie afbeelding 1, 2 en 3.

Er is meer kans op het ontstaan van decubitus als u:

  • minder mobiel bent waardoor u niet regelmatig van houding kunt veranderen (bijvoorbeeld wanneer u aan bed of rolstoel gebonden bent);
  • onvoldoende eet of drinkt;
  • stoornissen heeft aan de gevoelszintuigen;
  • stoornissen heeft in de doorbloeding;
  • een vochtige huid heeft (bijvoorbeeld door incontinentie).

Afbeelding 1: Risicoplaatsen bij rugligging
Afbeelding 2: Risicoplaatsen bij zijligging
Afbeelding 3: Risicoplaatsen in zithouding

Hoe ontstaat decubitus?

Decubitus (doorliggen) ontstaat door langdurige druk op één plaats. Door deze druk worden bloedvaten afgeklemd, waardoor er onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen bij de huid en het weefsel onder de huid kunnen komen. Daardoor kunnen afvalstoffen niet goed afgevoerd worden en ontstaat een beschadiging van het weefsel.

Hoe kunt u decubitus voorkomen en behandelen?

Doorliggen is een vervelend en vaak pijnlijk probleem dat langdurige gevolgen kan hebben voor uw herstel. Het is niet altijd te voorkomen, maar het risico van doorliggen kan wel verkleind worden door het nemen van een aantal maatregelen. Als u deze maatregelen niet zelf kunt nemen, dan kunnen ze misschien wel genomen worden door een familielid, mantelzorger of door een zorgverlener.

Huidverzorging

U kunt decubitus voorkomen en behandelen door uw huid goed te verzorgen:

  • Controleer regelmatig of uw huid rood is. Controleer bij roodheid of deze wegdrukbaar is. Een rode verkleuring van de huid, die niet wegtrekt na het uitoefenen van druk, kan een voorteken van decubitus zijn.
  • Hebt u een getinte huid? Controleer uw huid dan regelmatig op warmte. Bij een getinte huid is roodheid vaker moeilijk te zien. Verschil in warmte kan duiden op het ontstaan van decubitus.
  • Controleer of risicoplaatsen: (zie afbeelding 1, 2 en 3) bij u pijnlijk zijn. Een pijnlijke plek kan het begin van decubitus zijn.
  • Zorg dat de huid niet vochtig is. Gebruik in overleg met een deskundige eventueel een barrièremiddel zoals een barrièrespray (verkrijgbaar bij drogist en apotheek) om de huid te beschermen tegen de inwerking van vocht van bijvoorbeeld zweten of incontinentie.

Heeft u rode, pijnlijke huidverkleuringen op de risicoplaatsen? Geef dit dan door aan uw zorgverlener.

Voeding en vocht

Zorg ervoor dat u voldoende eet en drinkt. Drink ongeveer 1,5 liter per dag; Schakel uw (huis) arts of een andere betrokken zorgverlener in als u moeite heeft met eten en/of drinken.

Kleding
  • Draag bij voorkeur korte, katoenen nachtkleding en ondergoed.
  • Draag katoenen sokken om wrijving op de hielen te voorkomen.
Houdingsverandering

Als u gedurende een lange periode in dezelfde houding ligt, of zit, dan kan decubitus ontstaan. Wanneer u met regelmaat uw houding aanpast kan dit bijdragen aan het voorkomen van decubitus.

In bed

  • Wissel in bed regelmatig van houding (linkerzij, rug/buik, rechterzij, rug/buik etc.).
  • Ga bij zijligging in een houding van 30 graden liggen, dus niet direct op uw heupbeen. (zie afbeelding 4).
  • Voorkom als u zit in bed, dat u onderuitzakt. Doe daarom altijd het voeteneinde omhoog. (zie afbeelding 5).
  • Zorg ervoor dat uw hielen vrij liggen door een kussen onder uw onderbenen te leggen zodat uw hielen boven het matras ‘zweven’. Let erop dat uw knieën licht gebogen zijn. (zie afbeelding 5)
  • Probeer niet te schuiven in bed maar u te verplaatsen in bed door u ‘op te tillen’. Indien toegestaan mag u gebruik maken van de bedheffer, ook wel papegaai genoemd.
  • Beperk het zitten in bed om de druk op de stuit en de zitknobbels te verminderen.
  • Ga, als dit mogelijk is, nooit op een lichaamsdeel liggen dat nog rood is omdat u er eerder op gelegen hebt of op een plek waar een doorligplek aanwezig is.

Afbeelding 4
Afbeelding 5

In de (rol) stoel

  • Zorg voor een goede zithouding (zie afbeelding 6) waarbij uw bovenbenen volledig worden ondersteund door de zitting en de voeten steunen op de vloer of de voetsteun. Gebruik eventueel een voetenbankje.
  • Zorg er voor dat uw zitvlak in ieder geval elk uur even, een paar minuten, los komt van de zitting bijvoorbeeld door naar voren en/of opzij te buigen.
Hulpmiddelen
  • Uw zorgverlener kan in overleg met u beoordelen of u een speciaal matras nodig hebt dat de druk kan verminderen.
  • Uw zorgverlener kan aanpassingen doen aan uw matras zodat uw hielen vrij komen te liggen. Zonodig kan een speciaal hielkussen ingezet worden.
  • Zorg ervoor dat de onderlaag waar u op ligt glad is, dus zonder kreukels. Gebruik alleen als het echt nodig is onderleggers in bed zoals matjes of onderleggers voor de opvang van urine of ontlasting.
  • Gebruik als u langdurig in een (rol)stoel zit een speciaal zitkussen dat de druk op de stuit en de zitknobbels vermindert.
Afbeelding 6
Wondbehandeling

Wanneer uw huid kapot is, is er sprake van een doorligwond. Het is het belangrijk om dan uw (huis)arts of een andere betrokken zorgverlener in te schakelen. De arts, verpleegkundige en/of wondconsulente zal de wond bekijken en doornemen welke maatregelen u treft en welke extra maatregelen genomen moeten worden. Er wordt een individuele wondbehandeling afgesproken.

Wat moet u niet doen?

Gebruik géén synthetische schapenvachten, hulpmiddelen met uitsparingen, hulpmiddelen in de vorm van een ring om de druk op een (dreigende) doorligplek te voorkomen of te verminderen. Deze middelen zorgen voor een verhoging van de druk op de omliggende gebieden waardoor op andere plaatsen doorligplekken kunnen ontstaan!

Toch een doorligwond?

Houdt u zich ook dan aan de genoemde maatregelen. De verpleegkundige kan uw wonden op de juiste manier verzorgen en behandelen. Waar nodig wordt de wondconsulente van het ziekenhuis om advies gevraagd.

Heeft u, na het lezen deze algemene informatie, vragen over het voorkomen en/of behandelen van decubitus, stel deze dan gerust aan de arts en/of verpleegkundige.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden