Ingreep aan de niet ingedaalde zaadbal (Folder)

Urologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Ingreep aan de niet ingedaalde zaadbal (Folder)

Uw behandelend arts heeft met u besproken uw zoon te opereren om een niet ingedaalde zaadbal te corrigeren. In deze folder vindt u algemene informatie over deze ingreep. Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn dan hier is beschreven. Als dit het geval is, legt uw behandelend arts dit aan u uit.

Wat is een niet ingedaalde zaadbal?

Tijdens de zwangerschap ontwikkelen zich bij jongetjes zaadballen (testikels) in de buik. Ongeveer een maand voor de geboorte zijn de zaadballen via de lies in de balzak (scrotum) ingedaald. Normaal gesproken heeft een jongetje bij de geboorte dus beide zaadballen in zijn balzak.

Soms dalen de zaadballen niet in. Eén of beide zaadballen blijven dan in de buik of de lies zitten. Op latere leeftijd kan uw zoon hierdoor problemen met zijn vruchtbaarheid krijgen. Een niet ingedaalde zaadbal heeft geen invloed op de seksuele functies. Zijn de zaadballen in het tweede levensjaar nog niet ingedaald, dan is een operatie wenselijk.

Niet ingedaalde testis

Wanneer men de bal in de lies voelt, kan de onderzoekende arts proberen deze met behulp van een strijkende handbeweging naar beneden te brengen, in de balzak. Als dit niet mogelijk is, spreken we van een niet ingedaalde testis. In dat geval vindt er een operatie plaats, zodat de bal voor de tweede verjaardag op zijn plaats zit.

Soms is de bal niet te voelen en ook niet met geluidsgolven (echografie) aan te tonen. Meestal vindt dan een kijkoperatie (laparoscopie) plaats. Vaak ziet de arts de bal dan in de buik zitten. Dan wordt besloten hoe de verdere behandeling eruit ziet. Dit hangt af van de kwaliteit van de bal.

Pendelbal

Soms lijkt het of een zaadbal niet is ingedaald, maar kan hij gemakkelijk in de balzak worden geduwd. Dit noemen we een pendelbal. Een pendelbal kan gemakkelijk heen en weer bewegen en blijft regelmatig in de balzak liggen. Zo’n pendelbal komt rond de puberteit meestal vanzelf op zijn plaats.

URO049 A.png
Pendelbal

Voorbereiding

Pre-operatieve screening

Op het moment dat afgesproken is dat uw kind geopereerd wordt, verwijst de behandelend arts u met uw kind naar polikliniek Pre-Operatieve Screening (POS). Bij iedere patiënt die een operatie moet ondergaan, bekijken we eerst of de operatie extra gezondheidsrisico’s oplevert. Ook krijgt u informatie over de vorm van verdoving die nodig is voor de operatie: narcose of regionale anesthesie. Dit onderzoek vóór de ingreep noemen we pre-operatieve screening.

Ter voorbereiding op deze afspraken vragen we u een vragenlijst in te vullen over de medische voorgeschiedenis van uw kind. Deze vragenlijst staat voor klaar in het patiëntenportaal MijnCatharina van uw kind. Het is belangrijk dat u deze vragenlijst zo snel mogelijk invult. Nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, plannen wij voor u een afspraak bij de Apotheek en een afspraak bij de polikliniek Pre-operatieve screening. Meestal zijn dit telefonische afspraken; soms nodigen we u en uw kind uit voor een bezoek op de polikliniek. Dit hangt af van de antwoorden op de vragenlijst en de operatie die u krijgt.
Bij de Apotheek en de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u alleen op afspraak terecht.
De Apotheek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 16.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 8720.

De polikliniek Pre-operatieve screening is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 85 01.

Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie‘.

Aandachtspunten
  • In het algemeen wordt uw kind kortdurend in het ziekenhuis opgenomen. Soms gebeurt deze operatie in dagverpleging.
  • De operatie vindt plaats onder algehele narcose.
  • Het is belangrijk uw kind goed voor te bereiden op de operatie. Als hij weet wat hem te wachten staat, hoeft hij niet onnodig bang te zijn.
  • Wij adviseren het kind in een auto naar huis te brengen. Bovendien raden wij aan om iemand achterin de auto bij het kind te laten zitten. Er is dan iemand dicht bij het kind, als het extra aandacht nodig heeft.

De operatie van uw kind kan niet doorgaan als:

  • Uw kind op de ochtend van de ingreep een temperatuur boven 38°C heeft.
  • Er iemand in de omgeving van uw kind een besmettelijke ziekte heeft, zoals mazelen, waterpokken, rode hond en bof.

Wij verzoeken u dit dan telefonisch door te geven aan polikliniek Urologie. Het telefoonnummer vindt u onder ‘Contactgegevens’.

Waar meldt u zich?

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich met uw kind bij de verpleegafdeling Kindergeneeskunde. Daarna neemt u plaats in de wachtkamer.

Aanmelden voor uw afspraak

Hoe u zich kunt aanmelden voor uw afspraak, vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/aanmelden. Het is belangrijk dat u altijd een geldig legitimatiebewijs meeneemt, deze heeft u nodig om zich aan te melden.

Operatie

Gang van zaken tijdens de operatie

De operatie die nodig is om een zaadbal in de balzak te brengen heet ‘orchidopexie’. De operatie duurt ongeveer één uur. Voor de narcose moet uw kind in een kapje blazen zodat het in slaap valt. Soms geeft men een prikje in de arm. De uroloog maakt een sneetje in de lies en een sneetje in de balzak. Via de opening in de lies zoekt hij de zaadbal en maakt deze vrij. De bloedvaten en de zaadleider van de zaadbal worden ook vrijgemaakt van de omgevende weefsels. Hierdoor krijgt de zaadleider voldoende lengte, zodat de arts de zaadbal naar de balzak kan brengen. In de balzak wordt de zaadbal vastgezet.

Wanneer de arts tijdens de operatie een liesbreukje vaststelt, dan verhelpt hij dit meteen. De huidwond in de lies en balzak sluit men meestal met oplosbare hechtingen. Deze hoeft de arts dus later niet te verwijderen.

Nazorg

Na de operatie gaat uw kind naar de uitslaapkamer. Meestal kan hij dan na ongeveer een half uur weer naar de kinderafdeling. Uw kind mag naar huis wanneer hij:

  • wat gedronken en gegeten heeft,
  • niet misselijk is,
  • geplast heeft.

Controle

Volgens afspraak komt u met uw kind ter controle bij de uroloog. Dit is ongeveer zes weken na de operatie.

Complicaties

  • Er kan een nabloeding optreden. Dit gebeurt meestal in de vorm van een bloeduitstorting onder de hechting. Meestal verdwijnt deze vanzelf en is behandeling niet nodig.
  • Soms krijgt het kind een infectie of een abces bij de wond. Meestal moet dit in het ziekenhuis worden behandeld.
  • Het is normaal dat de balzak na de operatie een beetje gezwollen is en er blauw / roodachtig uitziet.

Leefregels

  • Thuis mag uw kind wat water en thee drinken.
  • Is uw kind niet misselijk dan mag het ’s avonds wat licht voedsel eten zoals pap, bouillon, appelmoes of puree. Het is beter het kind geen dranken met koolzuur te geven.
  • Zeker de eerste dag moet uw kind het rustig aan doen; dus in bed blijven of op de bank gaan liggen.
  • De dag na de operatie kunt u uw kind weer gewoon zijn gang laten gaan. Waarschijnlijk is hij de eerste dagen minder actief.
  • De pleister kunt u het best de eerste twee dagen laten zitten. Daarna mag u de pleister verwijderen. Als de pleister er af is, mag uw kind ook weer onder de douche of even in bad.
  • Het is belangrijk dat de wond schoon en droog blijft. Dep daarom na het douchen of wassen de wond goed droog. Wanneer uw kind nog luiers draagt, kunt u deze het beste wat vaker verwisselen.
  • Als uw kind pijn heeft, mag u uw kind een paracetamol zetpil of tablet geven.
  • Het is beter voor uw kind de eerste twee weken niet te sporten, gymmen, zwemmen of fietsen.

Wanneer neemt u direct contact op?

In de onderstaande gevallen is het belangrijk dat u contact opneemt:

  • bij zwelling van de balzak of in de lies;
  • bij wondjes die abnormaal rood en gezwollen zijn.

Tijdens kantooruren kunt u hiervoor terecht bij de polikliniek Urologie.
Buiten kantooruren neemt u hiervoor contact op met de verpleegafdeling Kindergeneeskunde.

Verhinderd

Kunt u niet naar een afspraak komen? Geef dit dan zo spoedig mogelijk door aan de polikliniek Urologie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie of het Urologisch Behandelcentrum (UBC).

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Urologie
040 – 239 70 40

Urologisch Behandelcentrum (UBC)
040 – 239 70 40

Verpleegafdeling Kindergeneeskunde
040 – 239 82 00

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden