Kapselverwijdering en prothesewissel na borstvergroting (Folder)

Plastische chirurgie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Kapselverwijdering en prothesewissel na borstvergroting (Folder)

Deze folder bevat algemene, aanvullende informatie over het verwijderen van een kapsel en prothese wisseling bij de borst. De folder heeft niet de intentie volledig te zijn of een gesprek met uw plastisch chirurg te vervangen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Wat is kapselvorming?

Als u een borstprothese heeft gekregen, maakt het lichaam daar altijd een vliesje om heen. Dit fenomeen is normaal, en gebeurt bij alle lichaamsvreemd materiaal dat in het lichaam wordt gebracht, dus ook bij een bijvoorbeeld een splinter. Als dat vlies in de loop der tijd steviger wordt en gaat krimpen, wordt de ruimte voor de prothese kleiner en kan de borst steeds vaster aan gaan voelen, soms zelfs keihard. Dit proces noemen we “kapselvorming”. Deze kapselvorming kan last geven, bijvoorbeeld als je op je buik ligt, of pijnklachten bij bepaalde bewegingen of eventueel zelfs continu pijnklachten. Ook kan de vorm van de borsten bij kapselvorming lelijk of asymmetrisch worden.

Dit gekrompen kapsel kan operatief worden verwijderd. Meestal wordt dan meteen een nieuwe prothese ingebracht.

Hoe ontstaat kapselvorming?

Waarom bij de meeste mensen het vliesje rond de prothese soepel blijft en bij een ander gaat krimpen, weten we niet precies. Mogelijk spelen factoren als het eigen immuunsysteem, bacteriën die rond de prothese terecht kunnen komen en het protheseoppervlak een rol. Ook bloed en vocht rond de prothese en de kwaliteit van de prothese zijn van enige invloed. Kapselvorming kan snel na het inbrengen van een borstprothese, maar ook pas na vele jaren optreden.

Moet kapselvorming altijd worden geopereerd?

Als u verharding en/of pijn van de borsten bij een prothese opmerkt, is het verstandig met uw plastisch chirurg te overleggen. Deze zal uw borst onderzoeken en eventueel nader onderzoek doen met bijvoorbeeld een echo.

Als uit het onderzoek geen bijzonderheden komen en u weinig klachten heeft, is kapselvorming op zich geen reden tot operatie.

Wat zijn eventuele nadelen van kapselverwijdering?

Dat de borst niet meer zo gespannen aanvoelt na de operatie is een groot voordeel. Ook de vorm is meestal weer veel beter. Toch zijn er een aantal nadelen op te noemen:

  • Het is niet zeker dat alle pijnklachten verdwijnen;
  • Aan een operatie zelf zitten ook risico’s als nabloeding en infectie;
  • De bedekking over de ingekapselde prothese is het weefsel dat tussen de huid en de prothese zit, en bestaat dus uit huid, een laagje onderhuids vetweefsel en het eigen borstklierweefsel, en het verdikte kapsel zelf. Door het verdikte kapsel te verwijderen, is de bedekking van de prothese dus dunner geworden. Hierdoor kan de hierna weer geplaatste nieuwe prothese duidelijker gezien en gevoeld worden, zoals kleine plooitjes. Dit kan met name bij magere mensen of mensen met weinig borstweefsel hebben, een probleem zijn.
  • Door zijn stevigheid heeft het oude kapsel als een soort inwendige BH gewerkt. Wanneer het kapsel wordt verwijderd, is deze van functie inwendige BH/steun er niet meer, wat tot gevolg kan hebben dat de borsten meer gaan hangen of asymmetrisch worden. De kans hierop is groter indien de operatie aan één zijde plaatsvindt of als de borsten al wat hangen.
  • Na verwijdering van het kapsel kan weer opnieuw kapselvorming optreden na kortere of langere tijd.
  • Het litteken onder de borst moet soms iets langer worden gemaakt om de operatie goed uit te kunnen voeren.
  • Het gevoel van de huid of de tepel kan tijdelijk of blijvend minder zijn.
  • De nieuw geplaatste prothese kan gaan draaien. Draaiing van ‘anatomische’/druppelvormige protheses heeft een afwijkende vorm van de borst tot gevolg, en kan zo ongewenst een nieuwe operatie tot gevolg hebben. Om dit te voorkomen, kan er gekozen worden voor een groter implantaat, een ronde prothese of een prothese met polyurethaan coating. Een ronde prothese kan ook draaien maar zonder nadelen, omdat dit geen andere borstvorm zal geven.

Alternatieven voor terugplaatsing van de prothese

Als u om een of andere reden geen nieuwe prothese meer wilt, mist u na afloop volume in de borst, met name in het décolleté. Ook zijn de borsten slapper en kan de borst meer gaan hangen.

Er zijn enkele alternatieven om zonder prothese toch een fraai resultaat te krijgen.

Indien u na het verwijderen van kapsel en prothese het volume van de borst voldoende vindt, kunt u kiezen voor een zogenaamde borstlift. Lees hiervoor onze folder over de Borstlift.

Ook kunt u kiezen voor  opvulling van de borst met eigen lichaamsvet, de zogenaamde lipofilling van de borst. Hiervoor moet er natuurlijk voldoende geschikt vet aanwezig zijn op donorplekken als buik, flanken of dijen. De vorm en stevigheid van de borst na een lipofilling is NIET hetzelfde als met een prothese. Bespreek dit goed met uw plastisch chirurg. Lees hierover onze folder over  ‘Lipofilling van de borst’.

Er kunnen bepaalde nadelen zitten aan een siliconen prothese, die u in uw besluit ook moet overwegen. Vraag uw plastisch chirurg naar de folder hierover.

Voor de operatie

Leefregels voor de operatie
  • Roken wordt ten zeerste afgeraden vanaf zes weken vóór tot zes weken na de operatie. Roken vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing.
  • Als u bloedverdunners gebruikt, dan maakt u daarover afspraken. U krijgt van uw arts instructies over het stoppen of doorgaan met uw bloedverdunners.
  • Doordat de operatie plaatsvindt onder algehele narcose, mag u 6 uur voor de operatie niets meer eten of drinken.
  • Voor de operatie mag u alleen paracetamol innemen. Andere pijnstillers, zoals Aspirine of Naprosyne, maar ook die u zonder recept kunt verkrijgen, kunnen het risico op bloedingen verhogen.
  • U mag op de dag van de operatie geen bodylotion gebruiken.

Pre-operatieve screening en anesthesie

U wordt geopereerd en bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek bekijkt de anesthesioloog of de operatie voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Tijdens dit gesprek bespreken we de verdoving (anesthesie) en pijnstilling met u. We bespreken waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de operatie. Daarnaast spreken we af hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Omdat we uw medicijnen willen controleren krijgt u ook een afspraak bij de Apotheek. Zorg dat u tijdens deze afspraak een actueel medicijnen overzicht of medicijnpaspoort bij de hand heeft als u medicijnen gebruikt. Ook vragen we u om bij uw eigen apotheek toestemming te verlenen voor het digitaal delen van de medicatiegegevens.

Ter voorbereiding op deze afspraken vragen we u een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst staat voor u klaar in MijnCatharina. Het is belangrijk dat u deze vragenlijst zo snel mogelijk invult. Nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, plannen wij voor u een afspraak bij de Apotheek en een afspraak bij de polikliniek Pre-operatieve screening. Soms zijn dit telefonische afspraken; soms nodigen we u uit voor een bezoek op de polikliniek. Dit hangt af van de antwoorden op de vragenlijst en de operatie die u krijgt. 

Bij de Apotheek en de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u alleen op afspraak terecht.

De Apotheek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 16.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 87 20.

De polikliniek Pre-operatieve screening is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 17.00 uur via telefoonnummer 040 – 239 85 01.

Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie‘.

U gaat ook naar de medisch fotograaf voor een kleurenfoto voor in uw medisch dossier.

De operatie

Als met u tot een operatie wordt besloten, komt u de dag van operatie nuchter naar het ziekenhuis. Op de operatieafdeling tekent de plastisch chirurg de borsten af.

Nadat u onder narcose bent gebracht, wordt vaak extra een lang werkende plaatselijke verdoving ingebracht voor pijnstilling. De chirurg opent het oude litteken onder de borst in de borstplooi, mogelijk wordt het litteken wat verlengd voor een betere toegang. Als het litteken op een andere plaats zit, wordt er eventueel een nieuw litteken gemaakt in de borstplooi.

Het kapsel wordt vervolgens zo veel mogelijk verwijderd. Daarna wordt de nieuwe prothese ingebracht. Deze nieuwe prothese kan dezelfde maat hebben of in overleg met u groter of kleiner worden gekozen. Dit moet u goed van te voren met uw plastisch chirurg overleggen. Ook het type prothese en de vorm moeten goed van tevoren worden overlegd waarbij de voor-en nadelen duidelijk worden besproken.

De kapselverwijdering kan gedeeltelijk, volledig of zelfs heel beperkt zijn. Dit kan meestal pas tijdens de operatie definitief worden besloten. De beslissing hangt af onderandere af van de dikte van het eigen borstweefsel, eventuele lekkage van de prothese, de mogelijke schade die tijdens de operatie kan ontstaan en/of de prothese grootte.

Na afloop wordt een drain geplaatst om vocht af te kunnen voeren gedurende een aantal dagen.

Na de operatie

Direct na de operatie krijgt u een elastisch steunverband of een eigen BH aan. Aan de zijkanten zitte dunne slangetjes (drains), die na een aantal dagen poliklinisch worden verwijderd. De operatie kan in dagbehandeling of met 1 nacht opname worden gedaan.

De borsten kunnen wat blauwe plekken vertonen en licht gezwollen zijn. Ook wat asymmetrie is in deze periode normaal. De tepel en de huid kunnen minder gevoel hebben of juist overgevoelig zijn.

Leefregels na de operatie

Het is belangrijk dat u zich aan de volgende leefregels houdt:

  • U mag vanaf de dag na de ingreep weer douchen, maar de wonden mogen niet weken.
  • Het wordt ten zeerste afgeraden de eerste 6 weken te roken i.v.m. de verhoogde kans op wondproblemen.
  • U mag de eerste 6 weken niet zwaar tillen, geen zwaar werk verrichten of sporten.
  • Na 3  weken mag  u langzamerhand weer meer activiteiten ondernemen en als de operatie 6 weken geleden is, mag u weer alles doen.
  • Na 2 weken mag u weer autorijden.
  • Afhankelijk van het werk dat u doet, kunt u meestal na 2 weken weer aan het werk. Doet u zwaar lichamelijk werk, neem dan wat langer rust.

Controles na de operatie

U komt na 2 weken ter controle op de polikliniek bij de verpleegkundige. De eindcontrole is na 3 maanden bij de plastisch chirurg. Indien het herstel niet zoals gewenst gaat, kunnen er extra controles plaatsvinden.

Mogelijke complicaties en risico’s

Elke operatie heeft risico’s, ook al doet uw plastisch chirurg alles perfect en houdt u zich strikt aan de regels. Gelukkig is de kans op complicaties maar beperkt.

Algemene complicaties en risico’s zijn:
  • Risico’s van de narcose
  • Een nabloeding
  • Het optreden van infecties
  • Lelijke littekengenezing
Specifieke complicaties en risico’s
  • Verminderd gevoel in tepel en huid
  • Vormverandering en asymmetrie van de borsten
  • Complicaties en risico’s die samenhangen met het terugplaatsen van de prothese, zoals nieuwe kapselvorming, lekkage en zeldzame afwijkingen (lees hiervoor onze folder over siliconen borstprotheses)
  • Zichtbare en/of voelbare borstprotheses
  • Toename van de mate van hang van de borsten

Uiteraard doen wij er alles aan om de risico’s tot een minimum te beperken. Natuurlijk verwachten wij wel van u dat u zich aan de leefregels houdt!

Wanneer moet u contact opnemen?

In de volgende situaties is het belangrijk dat u contact opneemt:

  • Plotselinge flinke zwelling van een borst;
  • Als u na de operatie koorts krijgt boven 38,5°C en het geopereerde gebied geheel of gedeeltelijk warm en pijnlijk aanvoelt;
  • Bij zwelling en pijn die niet reageert op pijnstillers;
  • Bij een blijvende bloedende operatiewond;
  • Bij toenemende roodheid en zwelling van het gebied.

Neem in deze gevallen contact op met het secretariaat Plastische chirurgie: telefoonnummer 040 – 239 71 20.

Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp (eerste hulp): telefoonnummer 088 – 876 5151.

Kosten

Een kapselverwijdering wordt in principe alleen in bepaalde gevallen vergoed door uw ziektekostenverzekering. De terugplaatsing van een nieuwe prothese niet. Daarom moet u een dus altijd een gedeelte of de hele operatie zelf betalen.

Het secretariaat van uw behandelend plastisch chirurg kan u informeren over de exacte kosten.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Plastische chirurgie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Polikliniek Plastische chirurgie
040 – 239 71 20

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Plastische chirurgie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/plastische-chirurgie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden