Kunstmatige beademing (Folder)

Intensive Care
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Kunstmatige beademing (Folder)

Bij uw familielid of naaste is het op dit moment noodzakelijk om de ademhaling tijdelijk te ondersteunen of over te nemen door een beademingsmachine. Dit kan verschillende redenen hebben. U wordt hierover ingelicht door de intensivist. In deze folder informeren wij u over beademing en de gevolgen daarvan voor de patiënt.

Kunstmatige beademing

Bij de patiënt wordt via de mond, in enkele gevallen via de neus, een buisje ingebracht. Dit buisje noemen we een ’tube’ en deze loopt, tussen de stembanden door in de luchtpijp van de patiënt. De tube is via een slangensysteem verbonden met een beademingsmachine. Iedere in- en uitademing van de patiënt gaat nu via de beademingsmachine. Zo kan de ademhaling ondersteund worden en indien nodig, volledig worden overgenomen.

De aanwezigheid van de tube en de beademing zelf, kan voor de patiënt een vervelende ervaring zijn. Om de beademing zo comfortabel mogelijk te laten verlopen, kan het nodig zijn om iemand met behulp van medicijnen in slaap te houden. De slaap kan variëren van een lichte slaap waarbij de patiënt wekbaar is, tot een diepe slaap. Daarnaast krijgt de patiënt vaak uit voorzorg pijnstillende medicijnen, ook als de patiënt zelf geen pijn aan kan geven en er wel pijn te verwachten is.

Bewaking

De beademingsapparatuur zorgt naast ondersteuning van de ademhaling, voor bewaking van een aantal ademhalingsfuncties. Wanneer de door ons ingestelde bewakingsgrenswaarden worden overschreden, geeft de beademingsmachine een alarmsignaal af. Dit is normaal en wil niet altijd zeggen dat er iets mis is met de patiënt. Het is een hulpmiddel voor de verpleegkundige om het beademingsproces beter te kunnen bewaken. Soms gaat het alarm vanzelf uit, anders zorgt de verpleegkundige daarvoor.

Consequenties van beademing

Ter verduidelijking van enkele mogelijke consequenties die de beademing voor de patiënt heeft, ziet u hieronder op afbeelding 1 de ligging van de tube. In de daaropvolgende tekst worden de mogelijke consequenties toegelicht.

ICA-007 Kunstmatige beademing.png
Afbeelding 1, bron: Bravis ziekenhuis, www.bravisziekenhuis.nl, 11-08-2017

Communicatie

Door de slaapmedicatie is persoonlijk contact met de patiënt moeilijk of zelfs onmogelijk. Toch is er een kans dat de patiënt dingen hoort en/of voelt. U ziet de verpleegkundige dan ook gewoon praten tegen de patiënt. Zelf kunt u ook tegen uw familielid/naaste praten, hem of haar aanraken of een kus geven.

Als de slaapmedicatie niet meer nodig is, zal de patiënt geleidelijk aan wakker worden. Soms is dit vrij snel, maar het kan ook wat langer duren. De patiënt kan dan op de omgeving reageren, maar nog niet praten. Dit komt doordat de beademingsbuis door de stembanden tot in de luchtpijp loopt en alle in- en uitademingslucht via deze buis wordt verplaatst. De stembanden kunnen dus niet in trilling worden gebracht, waardoor praten onmogelijk is.

Het is echter wel mogelijk om op andere manieren met de patiënt te communiceren, bijvoorbeeld:

  • U kunt gerichte (gesloten) vragen stellen waarop de patiënt ‘ja’ kan knikken of ‘nee’ kan schudden.
  • U kunt spreken en de patiënt kan met pen en papier antwoorden. In sommige gevallen kan dit lastig zijn omdat de concentratie en de hoofd-handcoördinatie van de patiënt nog niet optimaal is. Maak gebruik van trefwoorden in plaats van hele zinnen, dit is minder vermoeiend.
  • De patiënt kan letters aanwijzen op een letterkaart of pictogrammen in een pictogrammenboek. U kunt de verpleegkundige hier naar vragen.
  • In enkele gevallen kunt u bij de patiënt liplezen. Vanwege de aanwezigheid van de beademingsbuis kan dit moeizaam zijn.
  • Er kan ook gebruik gemaakt worden van een tablet met een speciale communicatie-app.

Afleiding bieden

Het bieden van afleiding in de periode dat de patiënt wakker is, wordt meestal erg gewaardeerd. Hierdoor kan de patiënt even zijn gedachten op wat anders richten dan het ‘ziek zijn’ en zijn Intensive Care opname. U kunt op de volgende manieren afleiding bieden:

  • U kunt tegen de patiënt praten over gewone dagelijkse dingen, bijvoorbeeld de thuissituatie.
  • U kunt een MP3-speler of USB-stick met favoriete muziek meebrengen.
  • U kunt foto’s van familieleden, geliefden of huisdieren van de patiënt meenemen en ophangen.
  • U kunt de patiënt voorlezen.
  • Er kan kosteloos gebruik gemaakt worden van de televisie op de kamer.

Let wel: afleiding is erg prettig maar ook rust is van groot belang voor het herstel van de patiënt, evenals het streven naar een goed dag/nachtritme. De verpleegkundige kan u hierin adviseren en helpen.

Eten en drinken

Wanneer een tube is ingebracht is normaal eten en drinken niet toegestaan. Dit is om te voorkomen dat de patiënt zich verslikt. Bovendien kunnen slikbewegingen de stembanden beschadigen. De patiënt krijgt daarom een voedingssonde, een slangetje dat via de neus of mond tot in de maag wordt ingebracht. Via deze sonde kan sondevoeding worden toegediend. In sondevoeding zitten alle voedingsstoffen die de patiënt nodig heeft. Per patiënt wordt de juiste hoeveelheid berekend. Deze vloeibare voeding kan het lichaam op normale wijze via de maag en de darmen opnemen.

Soms is sondevoeding niet mogelijk, bijvoorbeeld als de darmen na een operatie nog niet werken of omdat de darmen nog niet mogen worden belast. In dat geval kunnen we voeding via een infuus toedienen. De voedingsstoffen worden dan direct in het bloed opgenomen. Wanneer de patiënt zelf niet eet of drinkt, kunnen mond en lippen uitdrogen. De verpleegkundige zal regelmatig het slijmvlies, de mond en lippen verzorgen om dit te voorkomen.

Slijmproductie/hoesten

Een patiënt aan de beaming is niet in staat om zelf het slijm uit zijn longen op te hoesten vanwege de tube en de mogelijke slaaptoestand. Daarom zuigen verpleegkundigen het slijm, uit de mond en via de tube in de longen, zo vaak als nodig is weg. Dit kan de patiënt een benauwd gevoel geven en een hoestaanval veroorzaken. Voor familie kan dit een onprettig gezicht zijn. De verpleegkundige kan u, om die reden vragen om even in het dagverblijf te wachten tot de handeling klaar is.

Verwardheid en fixatie

Beademing kan door de patiënt als vervelend worden ervaren. Sommige patiënten kunnen door het ziek zijn en de slaapmedicatie verward worden. Hierdoor kunnen patiënten soms aan de tube trekken, wat een gevaarlijke situatie is, aangezien de patiënt hiervan afhankelijk is. Om dit te voorkomen kan het soms noodzakelijk zijn om de handen van de patiënt te fixeren door middel van polsbandjes. Het streven is altijd om het fixeren zo kort mogelijk te laten duren. Fixeren doen wij in overleg en met instemming van u.

Ontwennen van de beademing

Wanneer de toestand van de patiënt verbetert, proberen we de patiënt weer zelfstandig te laten ademen. De ademondersteuning van de machine wordt steeds verder teruggenomen. Dit proces noemen we ontwennen van de beademing. Hoe lang dit proces duurt, verschilt per patiënt. Over het algemeen is het zo dat de ontwenningsperiode korter duurt, als de periode van beademing kort is geweest.

Wanneer een patiënt langdurig is beademd, is het vaak nodig om met kleine stapjes te ontwennen. De hulp van de beademingsmachine verminderen we dan stapsgewijs en de patiënt regelt zijn of haar ademhaling steeds meer zelf. Zodra de patiënt weer helemaal zelfstandig ademt, wordt de beademingsbuis verwijderd. De patiënt kan na het verwijderen van de tube wat hees zijn en moeite hebben met spreken. Dit komt door irritatie van de stembanden door de beademingsbuis en geneest doorgaans binnen een paar dagen.

Vragen

Heeft u verder nog vragen over de beademing of de toestand van de patiënt, dan kunt u dit bespreken met de verpleegkundigen of artsen van de Intensive Care.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Intensive Care
040 – 239 95 00

Routenummer(s) en overige informatie over de Intensive Care vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/intensivecare


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden