Manchester Fothergrill operaties (Folder)
5623 EJ Eindhoven
040 - 239 91 11
Manchester Fothergrill operaties (Folder)
U wordt binnenkort in ons ziekenhuis opgenomen omdat u een verzakking aan de baarmoeder heeft waarvoor een operatie nodig is. Deze folder geeft uitleg over het ziektebeeld, de operatie en de nazorg. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u ze aan uw behandelend arts stellen.
Een verzakking van de baarmoeder komt regelmatig voor. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen die kinderen heeft gehad ondergaat in haar leven een operatie voor vaginale verzakking. Een verzakking kan ontstaan door verslapping of schade aan de structuren die de baarmoeder en vagina steunen.

Wat is een Manchester Fothergill operatie?
Er zijn meerdere manieren om een vaginale verzakking te verhelpen. Uw gynaecoloog kan u informeren over de verschillende behandelmethoden. Bij een Manchester Fothergill operatie wordt een deel van de baarmoederhals verwijderd en blijft de rest aanwezig, waarbij de normale anatomie van de schede volledig behouden blijft.
De operatie bestaat uit:
- Inkorten van de ophangbanden van de baarmoeder. De ophangbanden zijn het natuurlijke steunweefsel van de baarmoeder. Door de banden in te korten wordt de baarmoeder weer naar haar oorspronkelijke positie gebracht. Ook wordt een stukje van de baarmoederhals verwijderd. Hierdoor krijgt de schede de oorspronkelijke lengte terug.
- Voorwandplastiek. Als het nodig is wordt er tegelijkertijd een voorwandplastiek gedaan. Hierbij wordt de blaas teruggebracht in de oorspronkelijke positie.
- Achterwandplastiek. Als het nodig is wordt ook een achterwandplastiek gedaan. Hierbij wordt de darm weer teruggebracht in de oorspronkelijke positie en worden zo nodig de bekkenbodemspieren in het midden weer beter tegen elkaar gebracht.

Hoe verloopt de operatie?
De Manchester Fothergill operatie duurt zonder voor- enachterwand ongeveer 45 minuten. Via een infuus krijgt u vocht toegediend. Tijdens de operatie wordt bij u een blaaskatheter ingebracht. Na afloop van de operatie wordt soms een tampon, een lang gaaslint dat de vagina stevig opvult, in de schede gebracht om eventueel bloed op te vangen en de schede de eerste uren te ondersteunen. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer en na enige tijd van intensieve controle (bloeddruk, polsslag en bloedverlies) gaat u terug naar de afdeling. U krijgt medicijnen tegen pijn en misselijkheid. U kunt hier ook altijd om vragen.
Hoe gaat het verder na de operatie?
Buikpijn is de eerste dagen na de operatie heel gewoon. U heeft immers een verse operatiewond. De verpleegkundige vraagt regelmatig naar uw pijnklachten en geeft u, indien nodig, extra pijnmedicatie. Langzamerhand wordt de pijn minder. Als u moet hoesten, niezen of lachen, kunt u de buik het beste met uw handen ondersteunen, dat voorkomt pijn. Als ook een achterwandplastiek is gedaan, is het zitten de eerste dagen soms pijnlijk.
De dag van de operatie mag u al uit bed komen. Het infuus wordt verwijderd als u niet meer misselijk bent en u voldoende drinkt. De blaaskatheter en de tampon worden na 4 uur verwijderd. Indien u een voorwandplastiek heeft gehad wordt de blaaskatheter een dag na de operatie verwijderd. Het plassen kan in het begin wat vreemd aanvoelen, maar dit is normaal van korte duur.
De eerste tijd na de operatie kunt u last hebben van bloederige afscheiding. Verstopping (obstipatie) moet u vermijden om zo min mogelijk te hoeven persen. Om obstipatie te voorkomen, krijgt u een laxeermiddel (movicolon). In principe blijft u een nacht na de operatie opgenomen en kunt u de volgende ochtend met ontslag.
Hoe effectief is de operatie?
Het succespercentage is net als andere verzakkingsoperaties niet 100%. Uw arts bespreekt dit met u. Er is dus een kans dat in de toekomst een verzakking terugkomt waarvoor weer een behandeling
nodig is.
Complicaties
Zoals bij iedere operatie, kunnen ook bij de Manchester Fothergill operatie complicaties optreden. Gelukkig komen deze niet vaak voor en kunnen ze meestal verholpen of behandeld worden.
De volgende complicaties kunnen voorkomen:
- Bloeding in de schede tijdens de operatie. Bij teveel bloedverlies krijgt u een bloedtransfusie.
- Een gaatje in de blaas tijdens de operatie. Dit kan op hetzelfde moment worden hersteld.
- Een gaatje in de darm tijdens de operatie. Dit kan op hetzelfde moment worden hersteld.
- Het lukt niet om te plassen. Mocht dit het geval zijn dan wordt u aangeleerd de blaas zelf leeg te maken met een kathetertje, totdat het plassen weer normaal verloopt. De kans op een permanente blaasontledigingsstoornis is klein.
- Blaasontsteking. Soms treedt na de operatie een blaasontsteking op, u krijgt dan antibiotica.
- Pijn bij vrijen. Sommige vrouwen ervaren ongemak of pijn tijdens geslachtsgemeenschap. Alles wordt in het werk gesteld om dit te voorkomen, maar desondanks kan het soms toch ontstaan. Andere vrouwen ervaren geslachtgemeenschap juist beter omdat de verzakking is verholpen.
Opleidingsziekenhuis
Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij leiden artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat ook een zorgverlener in opleiding uw behandeling, onderzoek of operatie kan uitvoeren. Maar dit is niet altijd zo. Uw veiligheid staat altijd bij ons voorop. Als een zorgverlener in opleiding u helpt, werkt deze altijd onder begeleiding van een gediplomeerd zorgverlener. Als u niet wilt dat een zorgverlener in opleiding u helpt, dan kunt u dit met uw arts bespreken.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Gynaecologie.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Polikliniek Gynaecologie
040 – 239 93 00
Routenummer(s) en overige informatie over de polikliniek Gynaecologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/gynaecologie