Nefrostomiekatheter (Folder)

Urologie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Nefrostomiekatheter (Folder)

In overleg met uw arts is besloten bij u een nefrostomiekatheter in te brengen. In deze folder vindt u algemene informatie over deze ingreep. Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn dan hier is beschreven. Als dit het geval is, legt uw behandelend arts dit aan u uit.

Wat is een nefrostomiekatheter?

Een nefrostomiekatheter is een slangetje dat in uw nier wordt aangebracht. Het slangetje zorgt ervoor dat de urine steeds uit de nier naar buiten kan.

Er zijn verschillende redenen om een nefrostomiekatheter te plaatsen:

  • Wanneer er geen urine van de nier naar de blaas kan lopen. We spreken dan van een obstructie. De oorzaak hiervan is vaak een steen in de urineleider. De urine hoopt zich op in het verzamelsysteem van de nier en veroorzaakt daar een stuwing. Als deze opgehoopte urine ontstoken raakt, ontstaat een (levens)bedreigende situatie. Er moet dan met spoed een nefrostomiekatheter worden ingebracht. Deze katheter voert de urine af en ontlast de gestuwde, ontstoken nier. Wanneer de ontsteking tot rust komt, kan de uroloog de steen in de urineleider verwijderen.
  • Als voorbereiding op een operatie aan de nier. Meestal wordt de katheter ingebracht voorafgaand aan de operatie (tijdens de ingreep).
  • Als de urineleiders van buitenaf dichtgedrukt worden, bijvoorbeeld door een gezwel in de onderbuik. De nier moet dan ontlast worden.

Een nefrostomiekatheter vraagt om een speciale verzorging. Als de katheter langere tijd blijft zitten, kunt u bijvoorbeeld terecht bij de thuiszorg.

Voorbereiding

Het plaatsen van een nefrostomiekatheter is vaak een spoedoperatie in het Urologisch Behandelcentrum van het Catharina Ziekenhuis.

  • U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn, tenzij deze onder narcose wordt verricht. Dit krijgt u dan van tevoren te horen.
  • Als dat nodig is, krijgt u vooraf antibiotica toegediend.
  • Regel van tevoren vervoer naar huis. Het kan zijn dat u na de ingreep zelf geen auto mag besturen.

De ingreep

De ingreep gebeurt onder steriele omstandigheden om infectie te voorkomen. De ingreep vindt, als dat kan, plaats onder plaatselijke verdoving. U ligt op uw buik, eventueel ondersteund door een kussen. Uw rughuid wordt gedesinfecteerd. Daarna verdooft de uroloog de huid en de diepere lagen met een injectie. De arts brengt de nier in beeld met een echografieapparaat. Dit is een apparaat dat geluidsgolven uitzendt en opvangt. De arts smeert een beetje gel op de huid en beweegt het apparaat heen en weer. Dit is pijnloos. Door de weerkaatsing van de geluidsgolven ontstaat een beeld van de nier. Nu prikt de arts met een dunne naald de nier aan, tot in het urineverzamelsysteem. Het aanprikken van de nier kan pijnlijk zijn, omdat de nier niet verdoofd kan worden.

Na het aanprikken vervangt de arts de naald door een katheter van buigzaam materiaal. Deze katheter blijft goed in de nier liggen, omdat er aan het uiteinde een krul of ballon zit. Ook hecht de arts de katheter vaak vast aan de huid. Dit doet geen pijn. De urine kan door de katheter naar buiten lopen in een katheterzak. De katheter wordt afgedekt met steriel gaas en vastgemaakt met pleisters.

Nazorg

Soms wordt u na deze ingreep kort opgenomen in het ziekenhuis. Dit geldt zeker bij koorts of een infectie. U moet dan rust houden. Meestal kunt u een dag na het plaatsen van de katheter naar huis.

Mogelijke risico’s en bijwerkingen

  • Het verzamelsysteem van de nier kan door het aanprikken gaan lekken. De urine kan dan buiten de nier komen.
  • Bij alle ingrepen aan de nier kan een bloeding ontstaan. Meestal stopt deze vanzelf. In zeldzame gevallen is een nieroperatie noodzakelijk om de bloeding te stoppen.
  • Het is mogelijk dat de katheter bij het inbrengen door een darmlis heen gaat. Deze complicatie moet de arts soms met een operatie corrigeren.

Bovengenoemde complicaties komen zelden voor.

Wanneer neemt u direct contact op?

  • Als u veel pijn of koorts boven de 38.5° C heeft.
  • De nefrostomiekatheter wordt goed bevestigd, maar het komt voor dat hij uit de nier valt. Waarschuw na het uitvallen van de nefrostomiekatheter direct uw behandelend arts. De katheter kan dan meteen weer ingebracht worden.
  • Als u bang bent dat de katheter verstopt is geraakt. Er loopt dan geen urine meer naar de katheter. Kijk eerst zelf of er een knik in de katheter zit. Zit er geen knik in de katheter? Neem dan contact op.
  • Als de insteekopening rood, pijnlijk en ontstoken is.

Neem in bovenstaande gevallen tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Urologie. Buiten kantooruren neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp (SEH).

Leefregels

Omgaan met de katheter

Een nefrostomiekatheter moet goed worden verzorgd.

  • De insteekopening van de katheter moet om de drie dagen afgedekt worden met een steriel gaas.
  • De urine die uit de katheter komt, wordt opgevangen in een urinezakje dat met banden op het onderbeen kan worden vastgemaakt. Aan de onderkant van de beenzak zit een aftapkraan. Als de zak vol is kunt u de urine via deze kraan eenvoudig in het toilet laten lopen. De beenzak draagt u overdag onder uw gewone kleding. ’s Nachts wordt uw urine opgevangen in een nachtzak. Deze zak kan meer urine opvangen, zodat u rustig kunt doorslapen.
  • Voorkom trekkracht op de katheter!
  • Douchen met de katheter is geen probleem, maar houdt u er rekening mee dat de pleister dan wel nat wordt. Wij adviseren u daarom om te douchen op de dag van het verwisselen van de pleister (dus om de drie dagen). Bij dagelijks douchen en het verwisselen van de pleister neemt de kans op huidproblemen, zoals irritatie en ontvelling van de huid toe.
    U mag met deze katheter niet in bad.
  • Rondom elke katheter kan extra weefsel (‘wild vlees’) ontstaan. Overmatig wild vlees kunt u aanstippen met zilvernitraat (helse steen).
  • Een nefrostomiekatheter wordt in principe niet gespoeld als u urine produceert.
  • Bij lekkage langs de katheter kijkt u (of de thuiszorg) eerst of er geen knik zit in de nefrostomiekatheter of in de slang. Twijfelt u hierover? Neem dan contact op met Urologisch Behandelcentrum.
Verzorging van een nefrostomiekather (NSK)
  • De nefrostomiekatheter wordt om de drie dagen verzorgd (bij lekkage evt. vaker);
  • Haal voorzichtig de pleister van de rug/flank;
  • Dek het slangetje af met een steriel splitgaasje en daaroverheen een klein gaasje;
  • Dit alles goed vastplakken met Fixomull;
  • Zo nodig de katheter extra fixeren met leukoplast op de huid;
  • Voorkom trekkracht op de katheter.

U krijgt een startpakket mee waar alle spullen voor thuis in zitten. Een verpleegkundige geeft u hier uitleg bij.

Been- en nachtzakken

De urine die uit de nefrostomiekatheter komt wordt opgevangen in een urinezakje. Overdag kunt u hiervoor een beenzakje gebruiken, voor ’s nachts is er een nachtzak. Deze zakken worden één keer in de week vervangen voor een nieuwe zak. U heeft vanuit de afdeling een kleine voorraad meegekregen voor de komende weken. Als deze op zijn, kunt u deze zelf bijbestellen. De papieren met uitleg hierover zitten in de doos. Voor de nacht bevestigt u de nachtzak aan het kraantje van de dagzak. Het kraantje van de dagzak zet u open. De verpleegkundige van de afdeling zal dit, nadat u de katheter heeft gekregen, voordoen. De volgende ochtend verwijdert u de nachtzak van de beenzak. Leeg de nachtzak in het toilet en spoel de zak onder de kraan met water. Leg deze daarna te drogen.

Verwisselen van de katheter

Als u een blijvende katheter heeft, wordt deze regelmatig (meestal om de zes weken) verwisseld voor een andere katheter. Deze verwisseling kan eenvoudig plaatsvinden door het al aanwezige kanaal heen.

Verhinderd

Kunt u niet naar uw afspraak komen? Geef dit dan zo spoedig mogelijk door aan de polikliniek Urologie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen.

Opleidingsziekenhuis

Het Catharina Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Wij bieden tal van opleidingsmogelijkheden voor artsen, verpleegkundigen en paramedische beroepen en werken daarin nauw samen met opleidingscentra en –ziekenhuizen in de regio. Dit kan betekenen dat uw behandeling, onderzoek of operatie (mede) uitgevoerd wordt door een zorgverlener in opleiding. Denk hierbij aan een arts in opleiding tot specialist, een co-assistent of een verpleegkundige in opleiding. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarom staat de zorgverlener in opleiding altijd onder supervisie van een gekwalificeerde zorgverlener. Indien u uitdrukkelijk niet wenst geholpen te worden door een zorgverlener in opleiding, kunt u dit aangeven bij uw behandelend arts.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Spoedeisende Hulp
040 – 239 96 00

Urologisch Behandel Centrum
040 – 239 70 40

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Urologie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/urologie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden