Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging (Folder)

Logopedie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging (Folder)

Deze informatiefolder wordt u aangeboden omdat uw familielid op dit moment afasie heeft. In deze folder worden de kenmerken van afasie beschreven. In een voorlichtingsgesprek met de logopedist en de verpleegkundige krijgt u tips aangereikt hoe u het beste kunt omgaan met een afasiepatiënt. In deze folder kunt u de tips nog eens teruglezen.

 

Folder logopedie taal.jpg

Wat is een afasie?

Afasie is een taalstoornis die wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging. De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid.Hieronder staan vier onderdelen van taal schematisch beschreven. Bij elk onderdeel kan een probleem ontstaan.

schema.jpg

Mogelijk herstel van afasie

Na het ontstaan van de afasie is er meestal enig spontaan herstel van het taalvermogen, maar zelden of nooit is dat herstel volledig. Behandeling van afasie wordt uitgevoerd door een logopedist. Met veel oefenen is vaak nog verbetering mogelijk. Als partner kunt u hierin een belangrijke rol spelen.

Algemene tips:

  • Neem de tijd voor het gesprek en ga in een rustige omgeving zitten.
  • Maak oogcontact en gebruik mimiek of gebaren ter ondersteuning van de gesproken taal.
  • Spreek rustig en gebruik korte zinnen.
  • Wanneer herhaaldelijke pogingen mislukken, laat het gesprek dan even rusten. Dit geldt ook bij vermoeidheid of emoties.
  • Stel vragen waarop de afasiepatiënt met “ja” of “nee” kan antwoorden.

Wat gebeurt er bij het begrijpen van woorden?

We horen of zien een woord, bijvoorbeeld het woord ‘appel’. We proberen de betekenis van het woord te vinden in een opslagplaats in onze hersenen.

Deze opslagplaats is een soort intern woordenboek. Begrippen zijn opgeslagen in groepen, onder verschillende rubrieken. Bij het horen of zien van een woord, komen er allerlei associaties/eigenschappen in ons op. Dit is voor iedereen verschillend. Bij het horen/zien van het woord ‘appel’ denkt de één bijvoorbeeld aan voedsel of fruit, terwijl de ander denkt aan zoet/zuur of appeltaart.

Wat kan er verkeerd gaan bij het begrijpen van woorden?

Een afasiepatiënt die moeite heeft bij het begrijpen van woorden, loopt tegen één of meer van de volgende problemen aan:

  • Een afasiepatiënt hoort of leest een woord, maar kan de goede rubriek in zijn hoofd niet vinden, waardoor hij het woord niet begrijpt.
  • Hij kan de goede rubriek wel vinden, maar kan niet de precieze betekenis kiezen.
  • Hij vindt wel de rubriek Fruit, niet het woord ‘appel’ maar wel het woord ‘peer’.

Het is mogelijk dat een afasiepatiënt een bekender woord, of een woord dat er op lijkt uitkiest. Hij begrijpt wel een beetje wat er is gezegd, maar kan het ook net verkeerd opvatten.

Soms kan een afasiepatiënt wel de juiste betekenis vinden, maar heeft hij meer tijd nodig om iets te begrijpen.

Wat kunt u doen om te helpen bij het begrijpen van woorden?

Afhankelijk van wat er precies verkeerd gaat, kunnen voor mensen met afasie één of meer van de volgende suggesties worden gebruikt:

  • Breng structuur aan in uw gesprek (wie, wat, waar?).
  • Gebruik korte, eenvoudige zinnen en geef niet te veel informatie in één keer.
  • Laat zien waarover u aan het praten bent. Wijs het voorwerp aan of laat een afbeelding zien.
  • Schrijf de boodschap op in kernwoorden.
  • Benadruk belangrijke woorden.
  • Schrijf woorden waartussen gekozen kan of moet worden naast elkaar op en stel dan een keuzevraag.
  • Ga na of de afasiepatiënt u begrepen heeft. Let op mimiek en reacties.
  • Herhaal uw boodschap nog een keer (of met andere woorden) als u denkt dat u niet begrepen wordt.
  • Geef de afasiepatiënt tijd om de betekenis te laten doordringen.
  • Verander niet te snel van onderwerp. Geef aan als u over iets anders begint. Bijvoorbeeld: “We kwamen Johan zondag tegen in de stad”.
    – “Het was druk in de stad”.
    – “Nu wil ik iets over de vakantie vertellen”.
    – “We gaan naar Spanje op vakantie”.

En niet: “We kwamen Johan zondag tegen en het was druk in de stad. We gaan in juni op vakantie naar Spanje”.

Wat gebeurt er bij het uiten van woorden?

We hebben een idee van wat we willen zeggen in beelden of betekenissen.

We gebruiken deze beelden of betekenissen om het woord erbij te zoeken in ons interne woordenboek.

Sommige woorden gebruiken we heel veel. Andere woorden gebruiken we weinig. Woorden die we veel gebruiken, kunnen we eenvoudig vinden. Woorden die we weinig gebruiken, zijn moeilijker te vinden. Als we het woord gevonden hebben, zoeken we de juiste klanken erbij en daarna kunnen we het woord uitspreken.

Wat kan er verkeerd gaan bij het uiten of vinden van woorden?

Een afasiepatiënt die moeite heeft met het vinden van woorden, loopt tegen één of meer van de volgende problemen aan:

  • Hij ziet geen beelden of betekenissen van het woord wat hij wil zeggen. Hij heeft geen enkel idee van het woord.
  • Hij ziet wel een beeld of betekenis voor zich, maar daar blijft het bij.
  • Hij kan alleen de eerste letter van het woord vinden. Het woord ligt op het puntje van zijn tong.
  • Hij pakt het verkeerde woord uit zijn interne woordenboek.
  • Hij kan het woord niet vinden, maar wel een omschrijving geven (bijvoorbeeld: “je kan er mee tekenen”).
  • Hij kan veel gebruikte woorden vinden, maar de minder voorkomende woorden niet (bijvoorbeeld ‘boek’ en ‘roman’).

Wat kunt u doen om te helpen bij het uiten of vinden van woorden?

  • Geef afasiepatiënten genoeg tijd om het woord te vinden
  • Vraag of hij het woord op kan schrijven of er een tekening bij kan maken.
  • Vraag een afasiepatiënt om een omschrijving van het woord te geven.
  • Stel gerichte vragen om daarna het woord te kunnen raden. (bijvoorbeeld: “wat doe je er mee”, “hoe ziet het er uit”, “hoe groot is het?”).
  • Moedig de afasiepatiënt aan gebaren te maken.
  • Het kan frustrerend zijn als je iets niet goed duidelijk kunt maken. Toon hiervoor begrip.

Vragen

Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan op werkdagen tussen 08.30 en 12.30 uur contact op met de afdeling Logopedie, via het centrale telefoonnummer van het Catharina Ziekenhuis.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
Afdeling Logopedie
Telefoon 040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Logopedie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/logopedie.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden